Henk Timmerman van Maallust: „Er stoppen nu meer brouwers dan dat er beginnen. Dat is ook logisch." Foto: Marcel Jurian de Jong
Vakmannen over smaak, ambitie en de kunst van ondernemen. Bierbrouwen, volgens de receptuur van een beginnende en ervaren brouwer.
Het is een bericht van bijna een jaar geleden: ‘Op 1 januari 2025 waren er 740 bierbrouwerijen in Nederland. Dit zijn er 40 minder dan begin 2024. Het is de eerste keer sinds 2010 dat er minder brouwerijen zijn dan het jaar ervoor’, staat in het persbericht dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wereldkundig maakte.
Het was voor het eerst, sinds de nulmeting in 2012, dat het aantal Nederlandse brouwers afnam. Vooral onder de eenpitters – brouwerijen die door één werknemer worden gerund – werd het zelfbrouwen minder populair. Hoe dat kan, vermeldt het verhaal achter de cijfers niet.
In het land dat wereldwijd nog altijd de meeste bierbrouwers per hoofd van de bevolking telt – volgens een publicatie in de Volkskrant – blijven er genoeg avonturiers over. Vaak mannen, want vrouwen vormen in de wereld van water, mout, hop en gist nog steeds een minderheid. NoordZ sprak twee van hen: een beginnende en een gearriveerde brouwer. Ze vertegenwoordigen 11Stijlenbier en Maallust.
Sem Hoekema van 11Stijlenbier: . „We doen alles zelf. Bezorgen, verkopen, etiketten nalezen. Foto: Marcel van Kammen
Koffie tijdens het interview, geen bier. Zelfs voor deze puristen is een pint bij de lunch geen optie. Het gesprek lijdt er niet onder. Ook alleen als gespreksonderwerp maakt bier de tongen makkelijk los.
11Stijlenbier. Zo heet het brouwsel dat Sem Hoekema samen met drie vrienden uit Leeuwarden bedacht. Inmiddels zijn er zes stijlen op de markt en vijf in voorbereiding. Van Sûkerbôle Tripel tot Hoppy Oranjekoek IPA: bier dat smaakt naar Friesland, maar dan net even anders.
Het begon, zegt Hoekema, ‘als een uit de hand gelopen voetbalavond’. Tijdens corona mocht je niet veel, dus organiseerden de vrienden bierproeverijen terwijl er voetbal op stond. „En dan proefde je soms iets waarvan je dacht: leuk etiket, maar waar smaakt het eigenlijk naar? Dat maakte ons nieuwsgierig. Toen ontstond voor het eerst het idee: kunnen we dit zelf niet beter uitleggen? Iets maken wat écht ergens over gaat.”
Tijdens een autorit, herinnert Hoekema zich, liet hij het idee een paar keer in hem om gaan: „Waarom doen we dit eigenlijk niet gewoon?” Waarna hij de vriendengroepsapp activeerde. „En voor ik het wist zaten we aan een tafel met een receptenschrijver en een brouwer.”
Brouwen doen ze niet zelf. Het recept van 11Stijlenbier is samengesteld door brouwer Ulco de Jong en het brouwproces vindt plaats bij Het Brouwdok in Harlingen. Het uitgangspunt was zo’n jaar of drie geleden helder: „Verkopen we niks, dan drinken we het zelf wel op”, grijnst Hoekema. „Maar voor we het wisten was alles weg.”
Een grapje met groei
Een stationwagen, pallets in een gehuurde loods, appjes van klanten tijdens vakanties. „We doen alles zelf”, zegt Hoekema. „Bezorgen, verkopen, etiketten nalezen. Het bier bestaat naast ons werk, dus je moet soms keuzes maken. Maar het is zó te gek om je eigen bier ergens op de tap te zien.”
Toch blijft 11Stijlenbier voorzichtig. „We willen geen onverantwoorde stappen zetten”, zegt hij. „Iedere euro die we verdienen, gaat terug het bedrijf in. We zijn nog steeds een grapje dat uit de hand liep. Maar wel een grapje met groei.” De ambitie? „Eerst die elf stijlen afmaken. Dat is onze Elfstedentocht. En daarna hoop ik dat we er ooit een boterham mee verdienen, al is het maar een halve.”
Waar 11Stijlenbier de Friese eetcultuur met een knipoog in het glas schenkt – denk aan de Sûkerbôle Tripel, Hoppy Oranjekoek IPA, Frisse Drûge Woarst Wit, Krûdkoeke Kölsch en de Bearenburch Dubbelbock – kiest Maallust voor klassieke bierstijlen met karakteristieke namen die verwijzen naar het gevangenisdorp Veenhuizen. Zoals de Vagebond Vienna, Armoedzaaier, Zware Jongen Tripel en Veldwachter Bok.
Henk Timmerman in Veenhuizen: "Iedereen vond een brouwerij daar prachtig klinken, maar niemand durfde het aan.” Foto: Marcel Jurian de Jong
Maallust ademt de rust uit van een brouwerij die weet wat ze doet. Toch begon ook de brouwerij uit Veenhuizen met een klein idee, vertelt oprichter Henk Timmerman. „Ik was projectleider bij de herontwikkeling van Veenhuizen”, zegt hij. „We zochten nieuwe functies voor leegstaande monumentale panden. Eén van die panden stond op het voormalige Maallust-complex. Iedereen vond een brouwerij daar prachtig klinken, maar niemand durfde het aan.”
Uiteindelijk besloot Timmerman het dan zelf maar te doen. „Samen met 25 zware jongens”, lacht hij. ,,Iedereen moest 7500 euro inleggen, maar we zeiden direct: dat geld zie je nooit meer terug.” De aandeelhoudersgroep draagt de naam Zware Jongens nog steeds. „We begonnen niet om rijk te worden, maar om iets moois te bouwen.”
En ze bouwden iets moois op. Maallust groeide van een experimentele microbrouwerij naar een van de bekendste craft-brouwers van het Noorden. Met een eigen proeflokaal, grote vergistingstanks, een loei-sterke brouwinstallatie uit Bamberg en een hechte ploeg brouwers en verkoopmedewerkers.
BinnensteBuiten
Toch bleef één ding altijd centraal staan: plezier. „Toen het televisieprogramma BinnensteBuiten een keer kwam filmen, viel het ze op dat we zoveel plezier uitstraalden. Dat vond ik het mooiste compliment. Want ja, het is serieus werk, maar als de lol eruit gaat, wordt het een fabriek.”
De markt is veranderd, ziet Timmerman. „Er stoppen nu meer brouwers dan dat er beginnen. Dat is ook logisch. Als je er je brood mee moet verdienen, is het zwaar. De concurrentie van de grote jongens is enorm.” Daarom adviseert hij starters zoals Hoekema: „Maak het niet te groot. Houd het leuk. En blijf het zien als iets dat naast je gewone leven kan bestaan. Dan hou je het langst vol.”
Korte lijntjes en even praatje aan de bar
De bierrecepten van 11Stijlenbier zijn bedacht door Ulco de Jong. Ze duiken inmiddels op in een groeiend aantal slijterijen, cafés en restaurants in vooral Friesland. Hoekema: „In het begin belden we gewoon alle vrienden en bekenden af: ‘Wil je een paar dozen proberen?’ Daarna ben je ineens bij slijterijen, supermarkten en horecazaken binnen. Dan merk je pas hoeveel zaken speciaalbier verkopen.” Via groothandels en andere regionale spelers vinden de flessen inmiddels hun weg door de provincie. De bezorging blijft bewust kleinschalig en persoonlijk. „We leveren nog steeds vaak zelf, vanuit een oude stationwagen. Dat past bij wie we zijn. Korte lijntjes, mensen kennen en even een praatje aan de bar.”
Het bier van Maallust – gemaakt door brouwmeester Bert Calkhoven – is zichtbaar in het hele Noorden inclusief Overijssel en is steeds vaker ook buiten de regiogrenzen verkrijgbaar. Bij slijterijen en in de horeca, van dorpscafés tot restaurants, en natuurlijk in het proeflokaal in Veenhuizen zelf. Timmerman: „Wij vinden het belangrijk om te weten waar ons bier staat. Daarom beleveren we de noordelijke provincies zoveel mogelijk zelf. Verder in het land gaat veel via groothandels, maar in supermarkten willen we in principe niet liggen. We hebben de vakhandel nodig gehad om groot te worden, dan ga je die niet later passeren.” Timmerman besluit met een glimlach: „Anders moet je gewoon een keer naar Veenhuizen komen. Dat is uiteindelijk de mooiste plek om ons bier te drinken.”