Een maand of wat geleden zat ik met een groep studenten tijdens een cursus psychoseksuologie een aantal modetijdschriften door te bladeren op zoek naar mensen die als hetero- dan wel homoseksuele modellen werden gepresenteerd.
Op een gegeven moment zei een van de meisjes over een foto van een gedeeltelijk naakte mannequin: ,,Dat vind ik echt een mooie vrouw, heel aantrekkelijk.” Zonder commentaar werd er doorgebladerd.
Korte tijd later kwam er een foto van een vrijwel naakte zwarte jongeman voorbij. ,,Dat vind ik een heel aantrekkelijke man, mooi gebouwd!’’, zei een van de jongens. ,,O, ben jij er zo een’’, was meteen het commentaar van de anderen. Waarna zich een verbale schermutseling afspeelde over wie meer en minder homoseksuele trekken zou hebben.
Blijkbaar is het ‘verdacht’ als jongens en mannen openlijke interesse of bewondering tonen voor het lichaam van andere mannen, terwijl vrouwen zich zonder zorgen voor het lichaam van andere vrouwen mogen interesseren en zich erover mogen uitspreken. Waarom?
Het antwoord heeft te maken met meerdere dingen. Op de eerste plaats leven wij in een tijd waarin onze seksuele voorkeur belangrijker is voor onze persoonlijke en sociale identiteit dan ooit eerder het geval was. Lange tijd was het heel gewoon, ja zelfs dwingend, om als je gay was, je geaardheid te onderdrukken en voor iedereen te doen alsof je even hetero was als de rest van de wereld.
Coming-out een must?
Maar vandaag de dag staat het haast gelijk aan bedrog als je een partnerrelatie aangaat met iemand van de andere kunne zónder die in te lichten, mocht je een homoseksuele voorkeur hebben en doen alsof dat niet zo is. Coming-out is bijna een must geworden.
We leven ook in een tijd waarin seks tussen vrouwen bijna dagelijks te bekijken vermaak is geworden. Terwijl seks tussen mannen voor de ‘doorsnee kijker of burger(man)’ vaak nog iets afstotends of ‘iets smerigs’ is (sommige studies geven aan dat minstens 20 procent nog altijd zo denkt).
Half Nederland zou op zijn kop staan mocht er een mediadecreet van kracht worden dat stelt dat er voortaan evenveel tv-films/programma’s moeten worden uitgezonden waarin mannen ‘het’ met mannen doen als waarin vrouwen ‘het’ met vrouwen doen.
Penetratieangst
Die fundamentele afkeer en angst voor de mannelijke homoseksualiteit bij een aanzienlijk deel van de heteroseksuele mannen heeft een psychologisch fundamentele betekenis. Het is de angst voor overweldigd, verkracht of gepenetreerd te worden. Gay-angst of homofobie heeft in dit opzicht sterke gelijkenis met aanrandings- of verkrachtingsangsten die vrouwen ten opzichte van mannen koesteren, echter voor vrouwen is deze angst vaak terecht en kunnen (bepaalde) heteromannen juist voor gays een enorme bedreiging vormen.
Het afschuwelijke ‘potenrammen’ is de omkering van deze angst. Het is de overweldiging van degene voor wie je de angst koestert dat die jou zou kunnen overweldigen. Het is de combinatie van de hedendaagse dwang je seksuele kleur te bekennen en de angst voor gays die het voor heteroseksuele jongens en mannen hachelijk maakt openlijk te kijken naar mannen, interesse te tonen in het mannelijk lichaam en in het zich op een kleurrijke, uitdagende manier kleden.
Veiligheidshalve kiezen vele heteromannen, vooral uit de hogere politieke en commerciële kringen (Zelensky is een uitzondering), daarom voor zakelijke, kleurloze, niets verradende kleding en houden ze hun blik op de vrouw gericht.
Er schuilt, kortom, nogal wat hypocrisie in onze heftige reacties als imams en andere geestelijke leiders homofobe uitspraken doen. En hypocrisie, zoals John Milton schreef in zijn Paradise Lost, is iets dat mens noch engel kan onderscheiden en het enige kwaad dat onzichtbaar, behalve voor God, voortschrijdt.