Hoe schrijf je honger? Ik kan de h, de o, de n, g, e, r, achter elkaar zetten, maar dan staat er niet wat het is.
Hoe schrijf je honger? Ik kan de h, de o, de n, g, e, r, achter elkaar zetten, maar dan staat er niet wat het is. Het woord hangt los op de pagina, op dezelfde wijze als een getal voor het woord ‘doden’ wel iets afschuwelijks uit moet drukken, maar het ook aan sommigen nog een uitweg biedt er niet over na te hoeven denken. De individuele levens achter die doden springen niet tevoorschijn uit het getal, net zoals de lege lichamen niet uit het woord honger dwarrelen. Dus laat mij het woord honger in andere woorden proberen te vangen, als een grijze verdrietbloem die ik voorzichtig in een boek te drogen leg.
Misschien moet ik daarvoor naar die foto van die moeder kijken, die Palestijnse moeder met haar zoontje op haar arm, afgelopen week te zien op vrijwel elke nieuwssite ter wereld. Dat zoontje is een jaar of 2, die moeder een jaar of 30. Ze zien eruit alsof ze alleen elkaar nog hebben, zo goed houdt de moeder haar zoontje beet. Het zoontje houdt zijn moeder niet beet, daar is hij te moe voor. Hij heeft zijn hoofd in de holte van het sleutelbeen van zijn moeder gelegd, versuft hangt hij ertegenaan.
Hé lezer, niet wegkijken nu
Kom ik dichter bij de honger als ik zijn duidelijk zichtbare ruggenwervels beschrijf? Het jongetje heeft geen shirt aan, geen broek aan, zijn schouderbladen lijken op kippenbotjes onder een papieren servet. Zijn bilspleet als met een liniaal getrokken en daarnaast twee lege zakjes, geen vet, zijn vel verfrommeld waar hij op de arm van zijn moeder rust. Twee beentjes als afgebroken takken, het is onmogelijk dat hij daar nog op kan lopen. Kom ik dichter bij de honger als ik zijn ribben tel? Hé lezer, niet wegkijken nu, niet stoppen met lezen.
Want de honger zit niet alleen in het jongetje, het zit ook in zijn moeder. In haar ogen die wegkijken van de camera en tobberig staren in het niets. Wat hebben die ogen gezien? De hoofddoek van de vrouw voor haar bij de gaarkeuken, waar ze met tientallen andere moeders stond samengepakt? De marktkramen met de bijna lege stalletjes, de paar uien en aardappels die er nog lagen onbetaalbaar voor haar? De weg naar het voedseluitgiftepunt die ze niet op durfde te gaan omdat ze wist dat er daar mensen doodgeschoten worden, maar waar ze toch over getwijfeld heeft? De ogen van haar zoontje toen ze met lege handen terugkeerde?
Honger is niet van één druppel, één mens, niet van één moeder en kind alleen
En de honger is niet alleen van hen. Op het moment van schrijven lijden er in Gaza een half miljoen mensen honger, een op de vijf kinderen in Gaza is volgens de VN ondervoed. Dat worden er steeds meer zolang de Israëlische militairen, op weloverwogen bevel van hun meerderen, de vrachtwagens vol voedsel aan de grens blijven tegenhouden. En pijnlijk genoeg worden het er tegelijkertijd ook steeds een beetje, druppel na druppel, minder.
Honger is niet van één druppel, één mens, niet van één moeder en kind alleen. Maar net zoals je het zonlicht met een vergrootglas kunt bundelen, zo hoop ik dat deze foto van die moeder met haar zoontje een brandpunt creëert. Een brandpunt dat in iedereen die de foto bekijkt iets in vuur en vlam zet: het besef dat we deze middeleeuwse, barbaarse uithongering als wereld niet mogen laten voortduren.