Drie mannen delen een akelig dun richeltje. Morsig kloffie om het lijf, kwast in de knuist. Met klodders roze verven ze het randje van het woonflatje. De klus begon in 1989 en sindsdien is het trio geen steek verder geraakt.
„Dat schiet lekker op, jongens’’, roept mijn vader vanachter het stuur. Vaste prik met dezelfde frequentie als het bezoek aan het Noorder Dierenpark een stukje verderop (het abonnement moest er uit).
Het trage trio is een kunstwerk van beeldhouwer Willem Kerkhof. De roze strook was zijn knipoog naar een hotel verderop in Emmen in die opmerkelijke kleur.
De mannen op het plankje zagen het hotel verdwijnen. Net zoals de oude dierentuin uit hun zicht vertrok.
Er kwam een Adventure Zoo en een tunnel vol moderne kunst voor in de plaats. De horizon van de schilders werd een paar jaar geleden definitief beknot door de bouw van de grootste woontoren van Drenthe. Hun levenswerk verdween in de schaduw van de Hondsrugtoren. Vooruitgang noemden ze het in het grote dorp, met stadse fratsen.
Geen vader maakt nu nog het grapje over de roze schilders. Slechts de kraaien en de enkele Emmenaar met de blik omhoog weten nog van hun bestaan.
Het deert ze niet. Laat de wereld maar razen. Laat hen maar verven.
Laatst kleurde het plein onder het richeltje knaloranje. Er stopte een imposante bus. De passagiers waren belangrijk. Daarvoor hoefden de blauwbloedigen geen mantel of kroon te dragen. De bezoekers zwaaiden alle kanten uit. Ook naarwaar de mannen werkten. Daar in het luchtledige. Er viel die dag geen roze spatje op het oranjegedruis.
Als kind waren ze mijn maandelijks middelpunt van spot. Nu kijk ik jaloers omhoog tijdens mijn middagommetje. Het is alsof ze dwars door de wind wat fluisteren: kalm aan hè.
(De Finkeriaanse toevoeging ‘en rap een beetje’ kennen ze niet)
Het kunstwerk van Willem Kerkhof in Emmen. Foto: DvhN