Vermoeid plof ik neer in de trein. Ik verheug me op een rustig ritje naar huis, starend naar het Groninger platteland. Even geen herrie, geen drukte, geen chaos.
Alleen het geruststellende geroezemoes van zachte gesprekken en een gestaag doordenderende trein.
Plots rukt een stem mij uit mijn gedachteloze roes. Een stem die ik vagelijk herken. Een kennis? Een verre vriend? Ik kijk om me heen, maar zie geen bekenden. Dan weet ik het: ik hoor TikTok Tammo, de op sociale media bekende Groninger. Hij zit een paar stoelen voor me. Althans, daar zit de telefoon waar Tammo uitkomt. Luid en duidelijk door de hele wagon te horen. Zonder gêne kijkt iemand daar op vol volume zijn filmpjes.
Onhandig
Ik draai onhandig in mijn stoel om de veroorzaker van dit ongewenste vermaak in beeld te krijgen. Natuurlijk, een tiener. Slungelige jongen, jaar of zestien, blik omlaag. Hoe kan het ook anders, denk ik. De jeugd van tegenwoordig is alleen met zichzelf bezig, geeft niks om zijn medemens, stelt zijn asociale gedrag zelfs graag tentoon. Kijk mij eens, schijt aan alles.
Er iets van zeggen heeft geen zin. Dat hebben zijn ouders ongetwijfeld al talloze keren geprobeerd. Ze zijn niet meer te redden, die jongeren van tegenwoordig. Willens en wetens verpesten ze mijn heilige treinritje.
TikTok Tammo
Als mijn halte in beeld verschijnt, sta ik op. Ik kan het niet laten nog eens een geërgerde blik op de delinquent te werpen. Daar zit ‘ie, zich van geen kwaad bewust. Petje op, blik omlaag en... oordopjes in. Een stoeltje achter hem zit een vader schaapachtig voor zich uit te staren. Naast hem een jochie, jaar of acht. Zijn blik omlaag. In zijn handen een telefoon, het geluid op vol volume. TikTok Tammo schreeuwt me toe.
Misschien, denk ik als ik de zon tegemoet stap, is het toch niet de jeugd. Misschien zijn het de ouders.