Ze is al tijden niet in de binnenstad van Groningen geweest. De vrouw verbaast zich derhalve oprecht over de Grote Markt. Het plein is weken, maanden, nee zelfs jaren speelbal geweest van slopers en stratenleggers. En nog niet klaar! Toch werd de vernieuwde Grote Markt – de huiskamer van de stad – een paar weken terug met feestelijk vlagvertoon geopend. Begeleid door juichende reacties van mensen die erbij waren.
De vrouw stelt het met verbazing vast: weg zijn de kenmerkende grijze keien, weg is de windroos midden op het plein. Weg is Trijnko’s poffertjeskraam. Verdwenen zijn de marktkramen. Het was een rommeltje, vindt de ambtenarij. Het moest een aangename verblijfsruimte worden. De bezem moest erdoor. De bezem ging er door. En hoe.
Er is ruimte gemaakt. Wat heet! De Grote Markt straalt met de nieuwe bebouwing aan de oostwand de grandeur uit die we kennen van achter het IJzeren Gordijn. Toen dat nog gesloten was. Zo groot, zo leeg. Zoveel steen! Welgeteld 24 jonge bomen zijn als compensatiegroen gepoot.
Het plein is belegd met een rode klinker die kennelijk bij Hornbach of Bauhaus in de aanbieding was. Er is een fonteintje aangebracht. Stond waarschijnlijk in dezelfde folder van het bouwbedrijf. Een paar pisstraaltjes verfrissen de stenen omgeving. Nog net genoeg water zodat een dronken stapper er ’s nachts in kan verzuipen.
De windroos is verbannen naar de rand van het plein. Fietsers zoeken kriskras een weg door de leegte. Om halverwege het plein te stuiten op een bord: ‘Bedankt dat je bent afgestapt’.
De vrouw overziet het grootse niets van de Grote Markt. Het moest een verblijfsruimte worden, weet ze onderhand. Maar ze wil er snel weg. Toch zijn er nog genoeg mensen. Dat komt niet door het vernieuwde plein. De Grote Markt blijft immers het hart van de stad. Maar of het klopt?