Een patiënt meldt zich bij een collega van mij met een verzoek. Ze heeft besloten zelf een einde aan haar leven te maken en heeft daarvoor de geschikte middelen al in huis.
Met een erkend en bekwaam psycholoog wil ze nog graag enkele exitgesprekken, zoals zij dat noemt. Onder meer over de mogelijke effecten van haar zelfdoding op bepaalde mensen in haar omgeving en wat ze kan doen om die te verzachten.
Het antwoord van mijn collega is dat het voeren van zulke exitgesprekken niet tot zijn competentie en behandelingsrepertoire behoort. Verwijzen naar een collega wil hij niet doen zonder eerst zelf contact met diegene te leggen. Daarop belt hij mij.
Ze heeft ook al een exitdatum op het oog
Hij legt de situatie uit en vraagt of zij mij mag bellen. Er volgt een gesprek met de vrouw waarin ze duidelijk haar doodsverlangen verwoordt, ze heeft ook al een datum voor haar zelfdoding op het oog.
Ze vertrouwt erop, zegt ze, dat mocht het tot exitgesprekken met mij komen, ik niet zal proberen haar toch op de een of andere manier van haar suïcidale voornemen af te brengen. Mocht ze op een bepaald moment de indruk krijgen dat ik dat toch doe, dan stoppen wat haar betreft daarmee de gesprekken.
Ik leg uit haar verzoek een verwarrende en lastige opgave te vinden die ik niet zonder meer wil aangaan, maar vanwege de uitzonderlijkheid ervan ook niet al bij voorbaat wil afwijzen. En zeg haar toe erover in beraad te gaan met een klankgroep van collega’s die vertrouwd zijn met suïcideproblematiek.
Ik spreek de wens uit dat zij bij dat beraad aanwezig is en dat ik mede op basis van de uitkomsten/adviezen daaruit zal besluiten al dan niet op haar wens in te gaan. Zo is gebeurd, alleen zijn het geen ‘enkele’ maar enkele tientallen exitgesprekken geworden en heeft ze haar exitdatum verschillende malen verschoven.
‘Ik vraag je niet mij te vergeven dat ik je verlaat. Ik ben zolang mogelijk gebleven’
In die tijd heeft ze zich behalve via de gesprekken ook via tal van boeken en andere publicaties beziggehouden met denken over zelfdoding en daaraan zelf een essay, een passender woord kan ik er niet voor bedenken, toegevoegd onder titel De natuurlijkheid van zelfdoding. Daarin als opdracht aan haar vriendin: ‘Ik vraag je niet mij te vergeven dat ik je verlaat. Ik ben zolang mogelijk gebleven’.
Het essay omvat ruim 40 pagina’s waarvan een aantal naar mijn oordeel behoort tot de meest indrukwekkende uit de suïcide-ervaringsliteratuur. Ze zouden eigenlijk voor een ieder toegankelijk moeten zijn. Wat zou betekenen dat bepaalde ‘onaffe’ teksten alsnog in haar stijl moeten worden voltooid, waarvoor ze me per notariële akte toestemming heeft verleend.
Maar ik twijfel nog. Suïcide is geen onderwerp voor bange mensen. En hoe velen zullen zich toch laten afschrikken door wat haar laatste citaat zo eenvoudig en zo treffend uitdrukt: ‘Wat wij dood noemen, mijn vriend, is slechts de horizon waar voorbij we niet kunnen zien’. Wat zij wel heeft geprobeerd.