Niet slechts dat Italië verbluffend natuurschoon, een lekkerbekkenkeuken, verslavende wijnen en het meeste werelderfgoed bezit, het is tevens voor zover ik weet het enige land dat een dichter huldigt als Vader des Vaderlands (niet te verwarren met ons zotte instituut ‘Dichter des Vaderlands’).
Andere naties bezigen die titel steevast voor een vechtjas uit vervlogen dagen, maar voor Italianen is Dante Alighieri (1265-1321) onbetwist de Padre della Patria.
Met zijn , later genoemd, is hij de schepper van de Italiaanse taal, en vooral tijdens de eenwordingsstrijd in de 19de eeuw werd hij vereerd als de eerste die het land als een op zichzelf staand geheel beschouwde. Dat is historisch overigens niet juist; hij zag Italië als onderdeel van het Heilige Roomse Keizerrijk, zij het als deszelfs ‘lusthof’,
Deze maand is het 700 jaar geleden dat Dante in Ravenna de laatste adem uitblies, en het ganse schiereiland gedenkt dat al het hele jaar, met voordrachten, tentoonstellingen, biografieën en nieuwe uitgaven van die Goddelijke komedie, waaronder een fraaie zakeditie in twee in rood leer gebonden deeltjes. Ook het buitenland laat zich niet onbetuigd: de publiceert elke dag een artikel dat op enigerlei wijze met de dichter te maken heeft.
Te onzent wordt er tot nu toe meer aandacht besteed aan de 200ste sterfdag van Napoleon, maar onlangs verscheen bij Athenaeum/Polak & Van Gennep de Nederlandse vertaling van Dante door Alessandro Barbero, en dat boek is de beste levensbeschrijving die ik van hem ken. Het gaat niet uitputtend in op zijn werk, behalve wanneer dat nodig is om een veronderstelling (er zijn aanzienlijke leemtes in onze kennis) te staven, maar dat de auteur niet over één nacht ijs is gegaan, moge blijken uit de noten, die een derde van het aantal bladzijdes beslaan. (Voor een goede inleiding tot het oeuvre raad ik aan, van de Britse specialiste Prue Shaw.)
Het zal niet meevallen een andere dichter te bedenken die zolang na zijn dood nog springlevend is. Voortdurend verschijnen er nieuwe studies en vertalingen, en er zijn wereldwijd honderdduizenden die zich uit vrije wil in de verdiepen, ofschoon het leerdicht zeker geen lichte kost is: er wordt veel kennis van de middeleeuwse levensbeschouwing en geschiedenis vereist, en teneinde de betovering ervan ten volle te ondergaan, moet men het in de oorspronkelijke taal lezen.
Niettemin is mijn eigen ervaring dat die moeite meer dan beloond wordt. Jorge Luis Borges noemde het het mooiste boek ooit geschreven, en zo is het. Mijn omgeving lijdt al jaren onder mijn geestdrift, zodanig dat ik des dichters naam soms vermijd, en gewaag van ‘een oude Italiaan’, omdat iedereen anders afhaakt.
Kortelings vroeg me een verder achtenswaardig man verbaasd: „Was Dante een Italiáán?” Waar hij eerder onkundig bleek van Beethovens gehoorproblemen, was ik niet geschokt. Eruditie is niet alles. Daarentegen kreeg een andere vriend, die de geschiedenis der Leidse universiteit, , had besteld, van de boekhandel bericht dat was aangekomen. Ik sta kennelijk niet alleen.