Als ik een Nederlandse nationalist was dan zou ik woedend wezen. Want hoe moet Nederland ooit weer een denker van het kaliber Spinoza voortbrengen wanneer dit kabinet de grenzen van dit land steeds dichter maakt? Spinoza, een Sefardisch joodse Amsterdammer die in de Gouden Eeuw de grootste denker van ons land werd, zo groot dat elke derde middelbare school eeuwen later nog steeds naar hem vernoemd lijkt te zijn. Spinoza, die afstamde van Portugese vluchtelingen die via Spanje en Frankrijk op de vlucht voor vervolging helemaal naar het regenachtige Nederland reisden, daar een veilige plek vonden. Een land dat zei ‘voed hier je zoon maar op’ en dat die zoon toen de belangrijkste filosoof van Nederland werd.
Waar moet de nieuwe ossenworst vandaan komen
Als ik een Nederlandse nationalist was, dan zou ik woedend wezen. Want hoe krijgt Nederland zonder vluchtelingen ooit een opvolger voor die typisch Nederlandse oliebol? Waar moet de nieuwe ossenworst vandaan komen, de nieuwe Zeeuwse bolus, de hedendaagse boterkoek? Allemaal typisch Nederlandse lekkernijen die hier ooit werden gebracht door immigranten, asielzoekers. Zo ons nog wat saaie polderkleur op de wangen gaven. Wat blijft er zonder die inbreng over om trots op te wezen? Aan hutspot zonder peen en ui ontleent niemand eigendunk.
Als ik een Nederlandse nationalist was, dan zou ik woedend wezen. Dan zou ik begrijpen dat dit nieuwe asielpakket ons land van binnenuit sloopt. Eerst de duidelijk zichtbare ellende: de rijen voor de grenscontroles, het ophokken van te veel mensen in Ter Apel, de ontheemden op straat die zonder bed-bad-broodregeling niet weten waar naartoe te gaan. Maar daarna ook de minder zichtbare: het aan gruzelementen vallen van het zo lang gekoesterde beeld van een vrijdenkend en tolerant volkje. Om dat beeld vervangen te zien door een land, gevuld met een naar binnen gekeerde horde, een horde die met een naar beneden gewende kop door grijze straten gaat. Ik zou daar als Nederlandse nationalist niet trots op kunnen wezen. Ik zou mij leeg en verward voelen, met een holle maag en natte vlag op de Dam gaan staan.
Hen kan het niet schelen dat Nederland een modderfiguur slaat
De schuldigen aan dit holle gevoel zitten in Den Haag. Zij zijn niet bezig met dit land, zij zijn bezig met andere dingen: die blonde met macht, die drie anderen met het einde halen van de politieke dag. Hen kan het blijkbaar niet schelen dat Nederland een modderfiguur slaat op het Europese en internationale toneel door zich zo van de wereld af te keren. Hen laat het blijkbaar koud als Nederland straks niets meer is dan een rammelend Pickwickblikje met alleen een oude guldenstuiver erin, geenszins de schatkist vol vreemde munten die het ooit was. Zij vinden het blijkbaar prima om immigranten, de groep mensen die ons land in de afgelopen eeuwen groot heeft gemaakt, te weren. Ten faveure van de wens van een kortzichtige meute. Een meute die het niets kan schelen hoe het met dit land gaat, hoe het met dit land afloopt, zolang vandaag hun bier maar koud is, hun speklap gaar, hun televisie aan.
Als ik een Nederlandse nationalist was, dan zou ik woedend wezen. Maar ja, ik ben dat niet, er zijn blijkbaar überhaupt amper nationalisten in dit land. Xenofoben hebben we wel, stapels zelfs. Het zijn er zoveel, je kunt ons mooie land al bijna niet meer zien.