Het woord privatisering leerde ik begin jaren negentig op school. De NS zou dat jaar een verzelfstandigd bedrijf worden en hiermee zouden alle problemen worden opgelost. Zo legde de juf aan ons uit.
Het treinbedrijf zou de directe concurrentie aangaan met andere vervoersbedrijven. Door de marktwerking zouden de treinkaartjes laag blijven. ,,Zie het maar alsof je in een winkel uit vier verschillende merken chips kan kiezen, dan kies je de beste en de goedkoopste’’, legde de juf uit. Ik stak mijn hand op: ,,Met welke andere vervoersbedrijven zou de NS concurreren?’’ Daar had ze geen antwoord op. Het is niet zo dat je onderweg naar Groningen op het perron kan kiezen tussen bedrijf A en bedrijf B om op je bestemming te komen.
6 procent duurder
Komend jaar wordt het treinkaartje 6 procent duurder, ‘slechts’ de helft van de gevreesde stijging van 12 procent. Maar toch, een flinke klap voor de portemonnee van treinreizigers. Door ingrijpen van het kabinet kan de prijsstijging beperkt worden. „De privatisering van de NS is de moeder van alle kwaad”, zegt voormalig president-commissaris van de NS Jan Timmer bij de parlementaire enquête in 2015. Hoe premier Thatcher het aanpakte met de Britse spoorwegen werd destijds als voorbeeld genomen, daar werkte het allemaal prima.
Denk niet dat achter de schermen de top van de NS op een houtje moet bijten om het bedrijf in stand te houden. Aankomend jaar een klap voor onze portemonnee, maar niet voor de directie, zij verdienen samen ruim 2 miljoen per jaar. Topman Koolmees verdient in zijn eentje zo’n half miljoen per jaar.
Uithoeken van Nederland
Ik ben opgegroeid zonder auto, in mijn jeugd was het treinkaartje te duur voor ons. Met een moeder in de bijstand was het fietsen, fietsen, fietsen – onze actieradius bleef behoorlijk beperkt. Op 11-jarige leeftijd, niet veel later dan de privatisering van de NS, had ik een plan. Ik schreef de gemeente een brief of er een potje bestond voor treinkaartjes. Ik droomde ervan eens in de trein te zitten, samen met mijn moeder, als onderdeel van haar integratie. Zo zou zij op het perron alle steden leren uitspreken en zouden we alle uithoeken van Nederland kunnen ontdekken. Leren hoe mensen buiten onze woonplek Groningen leefden. Ik schreef de brief met alle passie en overredingskracht die ik in me had. Het werd gehonoreerd. Eens per maand mochten we twee retourtjes declareren bij de Sociale Dienst.
Altijd schuldig
In mijn volwassen leven heb ik pas vrij laat mijn rijbewijs gehaald. Tot dat moment eindeloos met de trein op tournee. Van Maastricht, naar Delfzijl, van Hengelo naar Vlissingen. Dat deed me denken aan mijn project met mama vroeger. Ik voel me altijd schuldig om de auto te pakken, al vroeg werd ons geleerd dat reizen met het OV beter voor het milieu is. Er werd ons niet geleerd dat we ondertussen ook de portemonnee van de hoge treinpiefen spekken.