Onlangs na afloop van een lezing, waarin ik de stelling had verdedigd dat veel mensen in relaties doen alsof ze elkaar kennen in plaats van moeite doen om elkaar te kennen, reageerde een vrouw met de opmerking dat je na ruim 20 jaar samenleven elkaars opvattingen en gevoelens onderhand wel kent en dat het onzin is dat je daar altijd maar met elkaar over moet praten.
Een standpunt dat vaak wordt verkondigd door mensen die in wezen bang zijn om met hun partner ‘overal’ over te praten. Toen ik de vrouw vroeg: ‘Zou u het aandurven om vanavond met uw man het onderwerp seks of dood aan te snijden?’ antwoordde ze heel eerlijk dat ze daar behoorlijk tegen op zou zien omdat ... ‘Ik niet gewend ben met hem over dat soort dingen te praten’.
Belangrijker nog was haar reactie op mijn vraag: ‘Weet u hoe uw man over dit soort dingen denkt, of hij daar vaak mee bezig is, of hij ’t daar moeilijk mee heeft?’ Haar antwoord: ‘Eerlijk gezegd weet ik het niet precies. Of eigenlijk, ik weet het gewoon niet.’ Daarmee toegevend dat hij voor haar op belangrijke gebieden in feite een ongekende was.
De Duitse filosoof Ludwig Feuerbach heeft eens gezegd dat een relatie bestaat bij gratie van het feit dat mensen elkaar iets mee te delen hebben, en dat zolang mensen elkaar iets hebben mee te delen hun relatie bestaat.
Ook binnen een relatie kun je eenzaam zijn
Je kunt dat ook omdraaien: op die gebieden waarop mensen elkaar niets mee(r)-te-delen hebben, bestaat hun relatie niet (meer). Juist in je relatie kun je dus eenzaam zijn, wat zo treffend wordt uitgedrukt met het Duitse woord Zweisamkeit.
Dit geldt ook voor de relatie met jezelf. Die bestaat, of niet, bij de gratie van het feit dat je in gesprek bent met jezelf. Dat je aan jezelf de vraag durft te stellen ‘Wat heb ik tot nu toe van mijn leven gemaakt?’ en ‘Wat hebben wij van onze relatie gemaakt?’
Veel mensen zeggen daarop: ‘Maar waarom zou je zo’n vraag aan elkaar stellen zolang het goed gaat?’ Dat is een rare reactie. Je vraagt toch ook niet: ‘Waarom zou een bedrijf de balans opmaken als het goed gaat?’ En je vraagt ook niet: ‘Waarom moet mijn kind een rapport krijgen als het goed gaat op school?’
De cruciale vraag: wat heb je bij te praten?
Als je een bepaald proces in de gaten wilt houden dan moet je regelmatig monitoren. De cruciale vraag is daarom: wat heb je met jezelf en met anderen bij te praten?
Maak een lijst van onderwerpen waarover je met jezelf of een belangrijke ander in gesprek zou willen/moeten gaan. Schrijf dan de namen op van personen die een rol spelen bij die onderwerpen. En maak een agenda voor met wie je wanneer als eerste in gesprek wilt gaan, vraag of hij/zij daarvoor open staat. Als dat (nog) niet het geval is, accepteer dat, ga daar niet over in discussie, zet geen druk.
Minstens zo belangrijk: zorg dat je in gesprek blijft met jezelf over de psychische boodschappen die je wilt doen. Lijkt dat toch nog te moeilijk, zoek dan met je psychische boodschappenlijstje onder je arm als eerste voor jezélf een persoonlijke gesprekspartner, bijvoorbeeld een therapeut of coach.
En denk aan Feuerbach dat het vooral in gesprek met jezelf is dat je bestaat.