Bij mijn huis in Leiden probeert een medewerker van de Wegenwacht mijn auto weer aan de praat te krijgen. Al doende vertelt hij over de ongein die jongeren volgens een aantal van zijn collega’s de avonden voorafgaande aan Leidens Ontzet hebben uitgehaald. Onder andere het omgooien van fietsen en het duwen van fietswielen onder auto’s.
Zijn collega’s hebben zich, zegt hij, er even tegenaan bemoeid maar dat leverde vooral meer grove scheldwoorden en dreigementen op. „Je vraagt je af”, zegt de Wegenwachtman, „of ouders thuis nog wel enig gezag hebben. En wie leert ze, die ouders bedoel ik, eigenlijk hun kinderen goed op te voeden?”
Het blijkt een onderwerp dat hem en collega’s al heel lang bezighoudt en een excuus om mij – herkend als psycholoog en pedagoog – zeker een half uur onder vuur te nemen.
„Ik heb mezelf ook ooit afgevraagd’’, geef ik toe, „hoe oud Adam en Eva waren toen ze geschapen werden. Afgaande op de Bijbel waren ze meteen ouders. Maar dat betekent dat ze nooit kind zijn geweest en zelf ook nooit opgevoed zijn . En dus ook nooit geleerd hebben hoe opvoeding in zijn werk gaat of kan gaan.”
Ging het daarom mis met Kaïn en Abel?
Als je erover nadenkt een merkwaardig ‘gat’ in de Bijbel. Want Adam en Eva kregen wel twee kinderen. Zou het daarom met die twee kinderen niet zo goed zijn afgelopen? Kaïn die Abel vermoordt? Blijkbaar hadden ze van hun ouders niet geleerd hoe onderlinge jaloezie zo goed mogelijk en zonder geweld is op te lossen.
Ik zeg niet dat wij opvoedkundigen, psychologen enzovoorts vandaag de dag het gat van Adam en Eva inmiddels hebben gedicht. Maar we zijn daar voor een stuk wel in gevorderd, zie onder andere het handboek De Grondwet van de Opvoeding. Gebaseerd op onderzoek onder duizenden inwoners van Den Haag en andere gemeenten.
Op basis daarvan is een Canon van de Opvoeding ontworpen waarmee ouders en andere opvoeders, zoals leerkrachten, jeugd- en buurt- en sportclubleiders, hun kennis en begrip van opvoeding en ontwikkeling kunnen scherpslijpen en uitbreiden.
Nuttig, want onderzoek met de Canon toont aan dat naarmate ouders meer weten en begrijpen van opvoeding en ontwikkeling hun kinderen en jongeren zich beter ontwikkelen en minder problemen en ongein veroorzaken.
Opvoeding is als een rietstengel
Wat dat dan precies is, een Canon? Het woord is verwant aan het Franse woord canne dat zoiets als stengel of buigzame lat betekent. Opvoeding hoort als een rietstengel te zijn. Flexibel, zich meebuigend, aanpassend aan de omstandigheden, elastisch en sterk. Met een stengel die stevig verankerd is in de aarde. En niet ontworteld raakt als er een keer een stevige windvlaag of storm opsteekt.
Vandaar de spreuk die leidend is in de opvoedingscanon: Ieder kind lijkt op alle andere kinderen, lijkt op sommige andere kinderen, lijkt op geen enkel ander kind.
Dus: ‘Voor opvoeding vallen algemene richtsnoeren te geven relevant voor alle kinderen’, maar ook: ‘specifieke richtsnoeren zijn relevant voor bepaalde groepen kinderen’, en: ‘unieke richtsnoeren voor een enkel kind, want ieder kind is ook een uniek wezen zoals er nooit eerder een was en nooit meer zal zijn’.
Mijn Wegenwachter sluit kernachtig af: „Eigenlijk zijn kinderen toch net als auto’s. Er valt altijd wel wat aan te sleutelen.”