Er is een persoon met wie ik de afgelopen 15 jaar intensief samenwerk. We zijn beste vrienden geworden. Ondertussen is hij 70-plus. Toen we elkaar leerden kennen stond hij in de bloei van zijn leven en carrière.
De gesprekken van de afgelopen jaren verschoven van het hebben van katers en plannen voor verre reizen naar onderwerpen als de beginnende kwaaltjes en de telefoon die stil blijft. Ooit stond hij in het middelpunt van de belangstelling, een regisseur bij wie iedereen in de buurt wilde zijn voor potentieel werk. Nu moet hij ruimte maken voor de jongere generatie. Nu moet hij gul zijn, plaatsmaken, andere invullingen vinden.
Vaak zeggen mensen dat als je op je sterfbed ligt, carrière, geld of eventuele roem bijzaak lijken. Het enige wat dan telt zijn de mensen die je om je heen hebt. Ik zit in een heel andere levensfase dan mijn vriend. Als ik via hem mag ervaren wat mij verderop nog te wachten staat, krab ik mezelf wel eens achter de oren. Heeft het zin om zo hard te werken, en voor wat? Het zal allemaal ook weer verdwijnen.
Nederigheid
Er komt een dag dat niemand je nog kent, of weet wat je gedaan hebt. Mensen om je heen vallen weg. Er komt een jongere generatie die het allemaal beter weet. En dat moet ze, zo gaat dat nou eenmaal, zo krijgen we vooruitgang. Wielen die toch liever zelf uitgevonden worden dan het aan te nemen van onze senioren. Ouder worden vraagt om nederigheid. Je ego onder controle houden.
Gisteravond ging ik naar de voorstelling Je mag ook niets meer zeggen van George & Eran Producties. Het ging over hoe we de afgelopen decennia grenzen hebben zien verschuiven, op het gebied van machtsverhoudingen, formuleringen van man/vrouw, gender. Over hoe taal ons wel of niet verder heeft gebracht. Er zijn woorden die een hele generatie in de mond heeft genomen, zoals ‘blank’, die je nu zou definiëren als racistisch. Het is correcter om ‘wit’ te zeggen.
Gunnen we de oudere generatie de tijd om mee te bewegen in taal? Het vocabulaire dat een groot deel van je leven zo vanzelfsprekend was, net zo vanzelfsprekend als dat je in het middelpunt van de maatschappij staat. Tot het niet meer zo is.
Pauzeknop indrukken
Soms probeer ik de keuzes die ik maak in perspectief te zien, met een blik naar later. Dingen waar ik me nu druk om maak, om dan even de pauzeknop in te drukken: doet dit er écht toe? Mijn vriend probeert me adviezen te geven, maar dan andersom: dat doet er echt níet toe. Maar uiteindelijk… Mijn tijd komt nog wel, die van de kwaaltjes en van de stilte. Ondertussen is mijn enige tijd het hier en nu.
Dat is het mooie aan het leven, we moeten ieder zelf door alle seizoenen heengaan. Niemand kan ons voor ouderdom behoeden, niemand kan ons onze bloeitijd ontnemen. We zullen alles ten volle moeten ondervinden, doormaken, doorleven.