Dat zou een bijzondere televisiedag worden, met Mark Rutte en zijn baasje Ben van Beurden van Shell op de verhoorstoel. Daar ging ik eens goed voor zitten. Tellen hoe vaak ze in de parlementaire enquête onder hun verantwoordelijkheid zouden uitglijden.
Het was niet vol te houden. Ik ben op den duur overgestapt op de Netflix-reeks over Jeffrey Dahmer, de seriemoordenaar met zijn zeventien stukgesneden en deels opgegeten slachtoffers. Hij bekende tenminste wél.
De Shellnota met zwart op wit op de strofe dat we de aardbevingen, jammer maar helaas, scheurtje hier, slachtoffertje daar, maar moesten accepteren, was al eerder in het nieuws geweest. Waar dat nou toch vandaan kwam, Van Beurden had werkelijk geen idee. Ja, wie verzint zoiets hè?
Het was haast lachwekkend hoe de man zich achter de NAM verschool, waarvan Shell voor de helft eigenaar is. Als aandeelhouder moet je afstand houden tot de dagelijkse praktijk, zei Van Beurden, je mag de leiding niet voor de voeten lopen. Nee, niet als het gaat om het aantal Nespressocups dat voor de volgende maand moet worden besteld, dat is waar. Wat een vertoning.
Dan Rutte, die bij alle schandalen onder zijn bewind steevast doorverwijst naar de ‘vakministers’. Ook nu. Hun beslissing. Als jongetje was de premier er op het schoolplein vast als de kippen bij om tegen de juf te zeggen: ‘Híj was het!’ Zo eentje. Als voorman van de JOVD, de VVD-ontkiemingsclub, won hij glansrijk alle debatwedstrijden die hij tegenkwam. Dan moet je standpunten verdedigen die niet de jouwe zijn. Zo wordt een mens kampioen omzwetsen.
Vooral deerniswekkend was het acteerspel bij zijn bewering dat het Groningse leed pas in 2018 bij hem binnenkwam. Ja, daarvoor voelde hij het ook wel, ‘in mijn hoofd’, maar toen, theaterde hij met zijn hand tegen de borst, ‘ook hierbinnen’. Zes jaar na Huizinge, na jaren van scheuren, van stutten, van onbewoonbaar geraakte huizen, van verdriet en van protest, zou de ziel van premier ineens zijn overvallen.
Gâteau de connard (ofwel lulkoek)
Gâteau de connard lijkt me een treffende (zij het geheel nieuwe) Franse uitdrukking voor dit type verzinsels (lulkoek dus). EenVandaag was met een camera afgereisd naar Groningen, naar Susan Top, die als secretaris van het Groninger Gasberaad de problemen van de gedupeerden wél serieus nam. Maar dan ook allemaal. Deze raakten haar zo diep dat ze, na al die tijd van wegkijken, afwimpelen en onwil, uitgeput en gedesillusioneerd moest opgeven. Op het moment dat Rutte zijn opmerking over ‘voelen’ in 2018 maakte, schoof ze naar voren op haar bankstel en zei langgerekt: „Serieus?”
Ze bedoelde daarmee niet: voelde hij dit toen pas? Maar: durft hij dit echt met droge ogen te beweren? Ze drukte zich dankzij haar hoofd ongetwijfeld beschaafder uit dan dat ze zich in haar hart voelde. De commissieleden hadden hier gerust wat minder parlementair en met een stevige portie venijn mogen terugkaatsen.
Zoals gezegd was ik wegens niet te harden tussendoor afgehaakt en overgeschakeld op de serie Dahmer. Die moet van de buis van Slachtofferhulp, want de serie zou Dahmers moorden (zeventien) en kannibalisme ‘romantiseren’. Oftewel verheerlijken. Dat wil je dan, als averechts effect, toch even zien. De Dahmer uit deze serie is vooral een creep en verre van ‘heerlijk’. Als je misdaden, oorlogen en ander geweld niet meer als fictie kunt brengen, blijft alleen zo’n parlementaire enquête over. En daarin gaan de daders vrijuit.