Minister-president Mark Rutte, de man die al twaalf jaar een constante factor is in het gaswinningsdossier, zei veel tijdens zijn verhoor met de parlementaire enquêtecommissie, maar verklaarde weinig.
Altijd één iemand tussen jou en het probleem hebben. Het kenmerkt het twaalfjarige premierschap van Mark Rutte. En toch zeker rond de gaswinning en aardbevingsproblematiek van Groningen.
Dat beeld kwam donderdag heel duidelijk naar voren tijdens het bijna vijf uur durende verhoor onder ede van premier Rutte. Een verhoor waarbij de premier aangaf dat het vertrouwen van de inwoners van Groningen in de overheid en de politiek is gedaald tot ,,min honderd”. Dat deze ramp in slow-motion, zoals hij het zelf al eens betitelde, zich al tien jaar voortsleept onder zijn verantwoordelijkheid, maakt Rutte niet aan het twijfelen. Van opstappen wil hij niet weten, omdat hij ,,vorig jaar weer een mandaat” heeft gekregen als leider van de VVD van de Nederlandse kiezers.
Bijna surreëel verhoor
Het verhoor was van tijd tot tijd bijna surreëel te noemen. Volgens de minister-president kwam toenmalig minister Henk Kamp, die de aardbevingsproblematiek tijdens Rutte-II in portefeuille had, ,,misschien wat zakelijk over”. Maar Rutte verzekerde alle toehoorders dat hij ,,weinig mensen kent met zoveel emotie als Henk Kamp”. Iets wat haaks staat op eerdere verklaringen onder ede van bijvoorbeeld Jelle van der Knoop (oud-voorzitter Groninger Bodem Beweging) en Eelco Eikenaar (oud-gedeputeerde).
Op een gegeven moment zei Rutte dat het nieuwe kabinet (onder zijn leiding) het subsidiedrama, waarbij duizenden Groningers in januari in de wachtrij stonden in de hoop op een geldbedrag, niet kon oplossen. Dat had het vorige kabinet (ook onder zijn leiding) moeten doen. Er waren vele waarschuwingen, probeerde commissielid Peter Kwint. ,,Ja. En toch ging het fout”, zei Rutte afgemeten.
Tijdens het verhoor bevestigde de minister-president zaken die zwart-op-wit in de notulen terug waren te vinden. Hij was daar bij en wist dan vaak ,,zeker dat het kabinet een besluit had genomen”, maar veel vaker kon Rutte zich zaken niet goed voor de geest halen. Of zoals hij veelvuldig zei: ,,Dat kan ik niet goed reconstrueren”.
De commissie verweet de premier op een gegeven moment ook dat hij zelfs de informatie uit de notulen niet helder had. Geïrriteerd zei commissielid Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) dat ze toch wel had verwacht dat Rutte bij de voorbereiding van ,,dit verhoor” die notulen had doorgenomen. Rutte bevestigde dat, om met een strak gezicht te zeggen – en niet voor het eerst – dat hij ,,alleen deze niet meer kan terughalen”.
‘Droom van de gaswinning veranderde in een nachtmerrie’
De publieke tribune en de perstribune zaten aan het begin van het verhoor bomvol, maar gaandeweg liepen steeds meer mensen weg. Het was dan ook een moeizaam verhoor. Rutte praatte veel, maar maakte weinig duidelijk.
Tijdens zijn verhoor onder ede verwees de premier met enige regelmaat naar vakministers als Henk Kamp (Economische Zaken) en zijn opvolger Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat). Rutte is dan wel de premier, maar bleef het vooral op hoofdlijnen volgen, was zijn verhaal. Hij zei nog wel dat ,,de droom van de gaswinning uiteindelijk veranderde in een nachtmerrie”.
De aardbevingsproblematiek kwam in volle omvang begin 2013 op zijn bureau terecht, verklaarde hij. Maar Rutte hoorde ,,pas in 2018” van de maatschappelijke onrust in Groningen over de torenhoge gaswinning in 2013. In dat jaar na de beving van Huizinge werd 53,8 miljard kuub Gronings gas gewonnen. Iets wat hij toentertijd wel had gehoord, maar de maatschappelijke impact – ondanks de grote onrust in Groningen – was bij hem niet binnengekomen. Pas toen Rutte erover las in een interview in Dagblad van het Noorden met toenmalig toezichthouder van Staatstoezicht op de Mijnen Jan de Jong kwam die hoge gaswinning na Huizinge ,,als een dreun in zijn gezicht” binnen.
‘Verdrietige Groningers’
Rutte bleef maar zeggen dat hij bij werkbezoeken ,,verschrikkelijke verhalen” tegenkwam en ontmoetingen had met ,,verdrietige Groningers” die ,,helemaal waren vastgelopen” door het Groningen-dossier. Hij hield de enquêtecommissie voor dat hij vijf jaar geleden, op 16 juni 2017, een verschrikkelijke dag had beleefd. Een dag met twee gezichten, want ’s ochtends was Rutte in Frankrijk op bezoek geweest bij zijn Franse ambtsgenoot president Emmanuel Macron. ’s Middags zag hij vanwege die aardbeving de ,,paniek in de ogen” van woedende inwoners van Groningen. Die wilden weten waar hun premier al die tijd was geweest en hoe het nu moet met de trage afwikkeling van de schade aan hun huizen.
Die schade- en versterkingsoperatie in Groningen is volgens de premier ,,vreselijk complex”, maar hij vergat erbij te vermelden dat dit deels kwam door het beleid van de kabinetten die hij al twaalf jaar voorzit. In plaats daarvan hield hij de boot juist ver van zich af. Hij zei een premier voor alle Nederlanders te willen zijn. Dus juist ook voor Groningen. Toen de premier na zijn verhoor de vraag kreeg hoe het ooit nog goed moet komen met het vertrouwen van de Groningers, antwoordde hij: ,,Door nu ons werk te doen.”