Soms zeggen ze dat je kring kleiner wordt naarmate je ouder wordt. Je beweegt je in de loop van je leven steeds meer richting een bubbel die je kent; de mensen, de codes, de taal.
De ongemakkelijkheid van je geen houding weten te geven, heb je na je studietijd achter je gelaten. Toch stond ik de afgelopen week in een voor mij compleet vreemde omgeving. Ik was uitgenodigd voor een netwerkreceptie tijdens de ambassadeursconferentie van 2025.
Bij de ingang van het Haagse stadhuis werd gevraagd naar de brief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken én mijn paspoort. Binnen klonk livemuziek, er was een open bar, er waren hapjes en heel veel mannen in pakken. Allemaal ambassadeurs.
Dat is lang geleden, dacht ik, dat ik houvast moest zoeken bij een statafeltje, of een muur, om mijn ongemak te maskeren. Ik kende niemand. In de loop van de avond sprak ik met de ambassadeur van Libië. Hij wist me te vertellen dat hij op een locatie met een hoog risico zit, zijn post wordt wegens de zwaarte maar maximaal twee jaar bekleed. Daarna wordt hij afgelost.
Zo sprak ik ook met een ambassadeur die Chicago op zijn naamkaartje had staan. En met een gepensioneerde ambassadeur. Deze man kende iedereen, al leek ook hij zich een houding te moeten geven, nu zijn leven vooral uit kleinere, dagelijkse beslommeringen bestond.
Op de valreep kwam ik de Nederlandse consulgeneraal in Vietnam tegen. ,,Jammer dat het staatsbezoek aan Vietnam was gecanceld,” zegt hij. ,,Ja,” zeg ik, ,,mijn koffers waren al gepakt om mee te gaan.”
Weinig interesse
Deze avond leerde ik dat diplomaten graag praten. En dat doen ze goed. Al was er weinig interesse voor de kunsten. Zodra ik me voorstelde zag ik dat er voor hen weinig te halen viel bij mij. Zij waren met belangrijkere dingen bezig, met het klimaat, veiligheid, migratie.
Zij vertelden me dat je als ambassadeur niet rijk wordt, maar dat het wel een rijk leven is. Elke paar jaar in een compleet ander land, ver weg van thuis, van de partner en de kinderen. Hun leven was compleet anders dan dat van iemand die op het toneel staat, zag je ze denken. En toch zag ik overeenkomsten.
We hebben geluk als we in het leven iets kunnen doen waar onze talenten liggen, en ondertussen ook nog iets kunnen betekenen voor de wereld. In mijn geval is dat verhalen vertellen. Soms over het klimaat, soms over migratie.
Eerder die week was ik bij een bijeenkomst, een voorstelling eigenlijk, met meer dan tachtig theatermakers in theater Bellevue, dat gebeurt zelden. Daar was ik in mijn bubbel. Mensen die ik ken, een taal die ik spreek. We mopperden over zzp-gedoe en schaarste aan werk.
Ik zag mijn helden van wie ik het vak van heb geleerd toen ik nog op de toneelschool zat. Hun lijven zijn inmiddels oud, maar de ervaring spatte er die avond van af. Ambassadeur of kunstenaar. We zijn niet rijk, maar we hebben wel een rijk leven.