Op 9 kilometer van de stad ligt Paviljoen Pool in Matsloot wat verscholen achter het riet.
Voor de rubriek Aan het Water bezoeken we in de zomer zes terrassen aan de waterkant. Deze week Paviljoen Pool aan het Leekstermeer in Matsloot.
Stad-Groningers fietsen op zonnige dagen graag naar Hammingh in Garnwerd. Of naar de Bloemert in Midlaren. Of naar een plek aan het Schildmeer of Paterswoldsemeer. Een hapje en drankje op het terras, even bij de bootjes kijken en weer terug. Wij gaan vandaag richting het Leekstermeer, bestemming Paviljoen Pool in Matsloot. Op 9 kilometer van de stad ligt het wat verscholen. Om het te bereiken moet je een doodlopende weg in. En bij aankomst denk je: waar ben ik beland? Niks van dat rommelige aantrekken, gewoon doorlopen of -fietsen.
Een goede vriend is mee. Hij kent het hier, want even verderop in de Matsloot – alles heet er Matsloot; de weg, het water, de streek – had hij ooit een woonboot liggen waarop hij met zijn vriendin korte tijd woonde. ,,We konden nog niet in ons nieuwe huis, en het oude moesten we uit. Mooie tijd’’, blikt hij terug, pretlichtjes in de ogen. Bij Pool kwamen ze niet veel. Het paviljoen hoorde vooral bij de camping ernaast. Je werd er weggekeken, die ervaring hadden veel Stadjers. Hartelijk welkom, zo voelt het nu.
Gevoelsmatig hoort paviljoen Pool bij de stad – aanschurkend tegen natuurgebied De Onlanden – en toch ligt het in Drenthe, zoals het hele Leekstermeer trouwens. Ook vanaf dat meer kun je het paviljoen nauwelijks zien. Tussen het verhoogde terras en het open water staat het riet hoog en breed. Je moet gaan staan om over het groen heen te kunnen kijken. Als we dat doen, zien we in de verte kleurige zeilen, ergens bij vakantiepark Cnossen, helemaal aan de andere kant van het meer.
Over die begroeiing krijgen ze bijna elke dag vragen bij Pool. Antwoord: het is beschermd gebied. Tengels af van de stengels. Een paar maanden per jaar, in de zomer, staat het riet zo hoog als nu. Naar eigen zeggen jeuken de vingers van eigenaar Ferdi Pool wel eens. Hij was het die samen met Kevin Stoit het paviljoen vijf jaar geleden nieuw leven inblies.
Tegenover me neemt vriend een slok van zijn sauvignon blanc en bromt, met een knikje naar de rietstengels, goedmoedig als was ie Maarten van Rossem: ,,Zoveel is er toch niet te zien. Dit is niet het mooiste stukje Leekstermeer hoor. Dat is verderop. Eigenlijk is het best een saai meer. Je hebt er geen spannende hoekjes of eilandjes. Ook geen strandje of zo.’’ Laat dat laatste nou juist een wens van eigenaar Pool zijn. Maar ja, beschermd gebied hè.
Een rijk gevuld bord sla met flinke plakken gerookte zalm.
Tot onze verrassing zit Pools terras aardig vol op deze doordeweekse dag. Oké, het is vakantietijd en lekker weer, maar we hadden niet gedacht dat deze plek toch zo bekend was. Veel Stadjers vermoeden we, maar vast ook vakantiegangers. Jong, oud, ertussenin zoals wij, een gemêleerd gezelschap; ontspannen wordt er gedronken, gekletst, gegeten. Een paar dollende jochies begeven zich op de steiger tussen het dichte riet, maar ze zijn al heel snel terug: ondoordringbaar.
De sfeer is heel relaxed, je bent gelijk even weg. Het is er ook aangenaam stil, terwijl de snelweg A7 maar op een halve kilometer ligt. Het verzorgde terras met deels glazen wanden is half overkapt. Er staan grote parasols en enkele fikse planten. Er is prettig veel hout gebruikt, evenals uitnodigend meubilair. Omdat we wat willen eten, nemen we plaats aan een tafeltje, maar je kunt ook kiezen voor een vrolijk oranje strandstoel of een loungebank om in weg te zakken.
Wij roezemoezen lekker met de rest mee. Hij aan de witte wijn, ik aan de verse jus. Het vriendelijke meisje van de bediening – ,,dit is mijn eerste jaar hier’’ - komt heel netjes vragen of we het al weten. O ja, de lunchkaart, natuurlijk, we kijken. Vriend is er al snel uit: de uitsmijter ham kaas. Ik kies de maaltijdsalade zalm. Wanneer zijn lunch komt, is vriend aangenaam verrast. ,,Drie eieren, dat is best veel.’’ Over de eieren ligt gesmolten kaas, de ham bedekt het donkere brood. Hij prikt de uitsmijter lekker weg. ,,Een eenvoudige, doch voedzame maaltijd.’’
Onder mijn neus staat een rijk gevuld bord sla met flinke plakken gerookte zalm, zongedroogde tomaten, avocado, een gepocheerd ei in het midden. Het smaakt me uitstekend; een blond biertje maakt het genoegen compleet. Ondertussen loopt het af en aan met gasten. Het vriendelijke meisje, geknipt voor het vak, maakt blozend van de warmte heel wat meters. En wij maar lui zitten. Wat een luxe, dat we hier zomaar wat kunnen lummelen. Maar kom, we moeten eens op huis aan. Eerst nog even kijken bij de bootjes. Niet die op het water, die zien we niet, maar langs de aanlegsteiger. Vriend wijst trots: ,,Kijk, zo’n sloepje heb ik nou ook.’’ De zijne ligt in het Hoornsemeer. Nog een meer waar Stadjers naartoe kunnen fietsen.