De Biotoop in Haren tijdens een open dag in 2024. Foto: Jaspar Moulijn
Volgens Andé van Holk is de onder druk staande Biotoop in Haren wel degelijk een bruisplek van creativiteit. Hij pleit er dan ook voor om het vooral te laten voortbestaan zoals het is.
Maandag 8 december werden in vleugel F van de Biotoop in Haren drie visies van de Gemeente Groningen gepresenteerd op de toekomst van de Biotoop en de Hortus te Haren. Die drie visies die één ding gemeen hadden: ze haalden alle drie de ziel uit de Biotoop. Alles waar de Biotoop voor staat: creativiteit, inclusiviteit, idealisme, duurzaam en kleinschalig ondernemen: er bleef niets van over.
Er zou meer reuring moeten komen. Maar er is meer dan genoeg te doen in de Biotoop: het is zoals de bewoners zelf zeggen een bruisplek van creativiteit. Er is de kas, de zelfpluktuin, een congres- en feestlocatie, open dagen en dan vergeet ik nog van alles.
Ook zou de locatie niet toegankelijk zijn. Omwonenden denken daar heel anders over: ze maken volop gebruik van de zelfpluktuin en genieten van de rust, tijdens een wandeling door het park rondom de Biotoop.
Nog meer autoverkeer?
Er moeten dure woningen bij en parkeergarages. Is nog meer autoverkeer de reuring die de gemeente voor ogen heeft? Stimuleren van autoverkeer dat is toch niet van deze tijd? Dat is archaïsch denken.
De Biotoop en de Hortus zijn nu plekken waar activiteiten, maar vooral ook rust hand in hand gaan: reuring en rust, daar gaat het om. Los daarvan zijn de tuinen van de Hortus natuurlijk prachtig. De Chinese tuin mag er zijn. Restaurant de Plantage op het terrein van de Hortus werkt met mensen met een beperking: hoe mooi en inclusief is dat?
Architect Aar Grasman, werkend voor het bureau van Rein Fledderus, ontwerpt het markante Biologisch Centrum. Een gebouw doordacht in zijn ontwerp en een krachtig voorbeeld van de ideeën van die tijd. Het gebouw past precies in wat in de afgelopen jaren in actueel is: de Post65 architectuur, dat wil zeggen architectuur van na ca. 1965.
Ademt de tijdgeest
Rond de Biotoop is onder architectuur een prachtig park aangelegd, een weldoordacht ontwerp dat de tijdgeest ademt. Het initiële ontwerp is van het Instituut voor Creatief Werk (I.C.W.). De tuinarchitect Peters van Grontmij is gevraagd om een tuin te ontwerpen dat het gedachtegoed van het I.C.W. meeneemt, maar tevens harmonie brengt tussen de tuin en de gebouwen.
In de Omgevingswet is één van de belangrijke nieuwe inzichten dat monumentale of beeldbepalende panden niet in hun isolement moeten worden gezien, maar als ensemble. Dus het gaat niet alleen om het voormalig Biologisch Centrum als gebouw, maar ook het park er omheen.
Een andere (nieuwe) pijler onder de Omgevingswet is burgerparticipatie. De Gemeente meent daar ruimschoots aan te hebben voldaan. Tijdens de presentatie van de plannen op 8 december bleek daar niets van. Een morrende zaal en een steeds knorriger ambtenaar van de gemeente, die duidelijk steeds meer geïrriteerd raakte en steeds snibbiger werd in zijn antwoorden. Waarschijnlijk geloofde hij wel dat bewoners en gebruikers van de Biotoop en omwonenden correct waren geconsulteerd. Ja, dan ben je teleurgesteld, als burgerparticipatie een holle frase blijkt.
Kostenneutraal
Gelukkig was er nog een vierde plan, van Carex, met de boodschap: laat de Biotoop voorlopig zoals die is. Interessant voor de Gemeente Groningen: het plan van Carex is kostenneutraal. De tientallen miljoenen die de Gemeente zou moeten uitgeven voor de transitie van de Biotoop worden daarmee uitgespaard.
Daarom hands off de Biotoop, zoals de Beatles al zongen: Let it be! Laat de ziel van de Biotoop verder tot bloei komen. Laat de Biotoop zijn eigen weg vinden, ook in de geest van de Omgevingswet.