Oekraïners liepen in september een dankbaarheidsmars in Den Haag Foto: ANP
Het verschil in opvang tussen Oekraïners en andere asielzoekers is onrechtvaardig. Deze discriminatie tussen bevolkingsgroepen is ontstaan vanuit een noodwet, omdat de Russische invasie iedereen overviel. Driekwart jaar later is het tijd om te zorgen voor een eerlijke behandeling voor iedereen.
Ze kunnen niets. De vijfhonderd volwassen asielzoekers in de TT-hal in Assen slijten hun dagen zittend, liggend, slapend. Soms, vertelt Khalid uit Jemen, hoor je ‘s nachts een man zijn hoofd tegen de muur bonken.
Khalid is hier nu een paar weken. Hij staat buiten op het desolate parkeerterrein rond de hal, zijn capuchon over zijn hoofd getrokken tegen de koude wind. Sinds hij begin juni asiel aanvroeg is hij van noodopvang naar noodopvang gesleept, van Ter Apel tot Goes.
Dit, zegt hij, is de slechtste plek die hij in Nederland heeft gezien.
De enige mogelijkheid om toch iets te doen, is je melden voor vrijwilligerswerk. Een van de baantjes is bij de opvang voor Oekraïners in Assen. Grasmaaien, klusjes doen. Maximale vergoeding: 14 euro per week.
De Oekraïners kunnen ondertussen gewoon aan het werk. In Nederlandse banen, voor Nederlandse salarissen.
Vernederend. Khalid kan er geen ander woord voor bedenken: ‘deeply humiliating’. ,,We zijn allemaal mensen die zijn gevlucht voor oorlog en geweld. Waarom worden zij ontvangen als koningen en wij als dienaars?”
Blauw-gele vlaggen vs spandoeken
Nederland discrimineert in de opvang van vluchtelingen mensen op basis van afkomst. De ontvangst van ontheemde Oekraïners is beter en succesvoller dan die van hun lotgenoten uit het Midden-Oosten, Azië en Afrika.
Oekraïense vluchtelingen worden met open armen onthaald. Alle gemeenten bieden opvang, burgers stellen hun huizen open. Oekraïners hoeven geen asiel aan te vragen, zitten niet gevangen in procedures en mogen gelijk in Nederland aan het werk. Het grootste deel van de Nederlandse bevolking leeft mee met het lot van de Oekraïners en laat dat weten door blauw-gele vlaggen uit te hangen.
Voor asielzoekers uit andere landen is al meer dan een jaar een ernstig gebrek aan opvang. Meer dan de helft van de gemeenten heeft al jaren geen asielzoekerscentrum, en ook de crisisnoodopvang kwam zelfs toen mensen buiten sliepen in Ter Apel maar mondjesmaat op gang. Wie asiel aanvraagt, mag zeker zes maanden niet werken - en ook daarna gelden nog allerlei beperkingen. Als een gemeente besluit om asielzoekers op te vangen, zijn er regelmatig protesten van omwonenden die met spandoeken laten weten dat deze mensen daar niet welkom zijn.
De Oekraïense vlag wordt gehesen in Wagenborgen, bij de nieuwe opvanglocatie, de Menterne. Foto: Archief|Jan Kanning
Noodwet vanuit goeie bedoelingen
Aan de basis van het grote verschil in behandeling staat de noodwet die de Nederlandse regering afkondigde nadat Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel en burgers in paniek hun land verlieten. Ook naar Nederland kwamen tienduizenden Oekraïners. De noodwet was nodig, zo stelde de regering, om die onverwachte stroom te kunnen opvangen.
Het is die noodwet die het lokale bestuur verplicht om opvang te organiseren. Daarnaast is er een Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de Europese Unie die bepaalt dat Oekraïners (voorlopig) geen asiel hoeven aan te vragen en wel het recht hebben om in Nederland onmiddellijk aan het werk te gaan zonder vergunning.
Aan die basis liggen goeie bedoelingen. Heel Europa was en is geschokt door de oorlog in Oekraïne, de behoefte om slachtoffers van de inval te hulp te schieten was groot, de vluchtelingenstroom kwam plotseling op gang. Nederland moest handelen.
Hoe pijnlijk het verschil in ontvangst tussen Oekraïners en andere asielzoekers is, werd al snel duidelijk. Terwijl duizenden bedden klaarstonden voor Oekraïners, groeide dit voorjaar het tekort aan opvangplaatsen voor ‘reguliere asielzoekers’. De staatssecretaris, de burgemeester van Westerwolde, de voorzitter van de Veiligheidsregio; allemaal deden ze indringend beroep op gemeenten om te hulp te schieten.
Te weinig burgemeesters gaven gehoor. Sterker nog, sommige weigerden zelfs om lege bedden bestemd voor Oekraïners ter beschikking te stellen aan mensen uit Syrië, Jemen, Turkije, Eritrea. Terwijl het tekort zo nijpend was dat sommigen van hen gedwongen buiten sliepen in Ter Apel, de overheid een nationale crisis uitriep en Artsen zonder Grenzen te hulp schoot.
Deze zomer sliepen honderden asielzoekers buiten in Ter Apel. Foto: ANP
Trek lessen uit integratie Oekraïners
Het belangrijkste argument waarmee de voorkeursbehandeling van Oekraïners wordt verdedigd, is dat het gaat om ‘opvang in eigen regio’. Zoals de Nederlandse regering vindt dat vluchtelingen uit Syrië in het Midden-Oosten moeten worden opgevangen, zo moet Europa klaarstaan voor Oekraïners.
Politiek is dat misschien een sterk argument, op menselijk niveau is het onrechtvaardig. De ene oorlogsvluchteling wordt door Nederlanders in huis opgenomen, leert razendsnel de cultuur kennen en pikt de taal mee, mag onmiddellijk gaan werken en wordt zelfstandig. De andere oorlogsvluchteling slaapt buiten of op een veldbed in de noodopvang en kan niets anders dan wachten op procedures die steeds langer duren en wordt een last voor de samenleving.
Laat de succesvolle integratie van Oekraïners een les zijn: migratie-onderzoekers stellen al jaren dat toegang tot de arbeidsmarkt en betrokkenheid van de samenleving immigranten helpt om snel te integreren. Rechtvaardige behandeling van asielzoekers, waar ze ook vandaan komen en wat hun verhaal ook is, is in ieders belang.
,,We mogen niets”, zegt Khalid in Assen. ,,We kunnen niets. Ze stoppen ons maanden weg, laten ons jaren wachten, en dan verwachten ze dat we daarna nette burgers worden? Dit vormt mensen.”
Over de grens met Polen
Naast Khalid zit Salah, ook uit Jemen. Hij vluchtte via Wit-Rusland, deed zeven pogingen om de grens met Polen over te steken, werd geschopt en geslagen door grenswachten, strompelde met gebroken ribben door de Poolse bossen terwijl hulpverleners van de Poolse regering niets meer voor hem mochten doen dan water en pijnstillers geven.
Dat was in april dit jaar, de tijd dat aan diezelfde Poolse grens de Oekraïners met bloemen en een overdaad aan hulppakketten werden onthaald.
Salah overleefde, hij wacht sinds zes maanden in de TT-hal in Assen. Werken in Nederland is zijn droom, maar voor 14 euro per week helpen in de opvang voor Oekraïners, dat weigert hij.