Ik ken van nabij geen enkele Palestijn. Wel Joden. Daarin zal ik wel niet de enige zijn. Joden hebben daarmee een voorsprong als er medeleven is vereist.
Palestijnen kunnen zich niet onderscheiden met bekers of medailles. Ze zullen nooit, zoals Israël, het Eurovisie Songfestival winnen. In sport worden ze belemmerd en klein gehouden. Palestijnen maken hooguit prijswinnende films en theaterstukken. Die gaan steevast over hun lot als volk zonder land.
Palestijnen kwamen altijd alleen in het nieuws door aanslagen op een olympisch dorp, door vliegtuigkapingen, door het bestoken van Israëlische doelen, of juist doordat Israël hen aanviel in hun kampen of steden, inmiddels megagevangenissen in bezet gebied.
Het antisemitisme kent een lange traditie
Wij zijn standaard voor de Joden. We hebben dan ook heel wat goed te maken. Niet alleen door de Tweede Wereldoorlog waarin we scheutig waren met het Jodenverraad. In sommige streng-christelijke kringen vinden ze het nog altijd ‘net goed’ wanneer Joden iets ergs overkomt. Eigen schuld. Dat is de goddelijke straf voor ‘hun’ moord op Jezus.
Het antisemitisme kent een lange traditie. Keizer Tiberius verbande alle Joden uit Rome. In de middeleeuwen werden Joden in Europa volgens de gangbare rechtspraak samen met honden ondersteboven opgehangen, onterend; honden waren in de Joodse traditie onreine dieren. De gehangen Jood kon de dood soms voorkomen door zich alsnog te bekeren tot het christendom.
Eind 16de eeuw voerden toneelschrijvers Christopher Marlowe en William Shakespeare met Barabas (The Jew of Malta) en Shylock (The Merchant of Venice) twee Joden op die typerend waren voor de omslag in het antisemitisme. Religieuze motieven werden gaandeweg ingeruild voor economische. Joden waren nu vooral profiteurs en sjacheraars en met dat als argument niet welkom in de Nederlandse gilden. Later dook in Ivanhoe (1820) van Sir Walter Scott de Jood Isaak op als gierig mannetje.
We zijn zestig jaar verder, maar geen zestig jaar in onze ontwikkeling
In mijn kindjeugd, net na 1960, werd de voddenboer die met een handkar door de stad trok om oude kleren op te halen ‘de voddejood’ genoemd. Brildragers heten ‘brillenjood’. Werd iemand benadeeld, dan was dit een ‘jodenstreek’. Dit dus niet lang na een oorlog waarvan de ellende het denken had moeten reinigen.
We zijn zestig jaar verder, maar geen zestig jaar in onze ontwikkeling, vrees ik. En neus eens wat rond in Oost-Europa. Haat. Alleen vinden we Palestijnen enger. Om hun fanatisme.
Wij willen dat conflicten oplosbaar zijn. In talkshows horen we dat het tijd is voor blijvende vrede. Welkom in Utopia. Op religieuze gronden – totdat een religie is weggekwijnd altijd een puntje van aandacht – claimen beide volken hetzelfde stukje aarde, allebei Jeruzalem als hoofdstad. Voor veel Joden is de Tempelberg de heiligste plek. De Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee zijn er de belangrijkste islamitische heiligdommen. Succes.
Elk begrip houdt op bij slachtpartijen
Dat de Joden na de oorlog hun staat Israël kregen, moest. Dat de Palestijnen, die toen met 700.000 uit huis werden gejaagd en geleidelijk allen zijn vastgezet, in telkens hogere woedegolven van zich afslaan, is ook niet onlogisch. Elk begrip houdt op bij slachtpartijen als die op het festival, in de kibboets, zoals die dreigt in Gaza. Hoe stopt dit zonder genocide?
Eén onderhandelaar had kunnen slagen: aartsvader Abraham/Ibrahim, de man aan de basis van jodendom, christendom én islam. Helaas werd hij slechts 175 jaar.