Scènefoto van de voorstelling ‘Blinde vlek’ van het in stad Groningen gevestigde gezelschap Het Houten Huis. Foto: Moon Saris
Als er een gezamenlijke vlag bestond, hadden ze hem uitgestoken, de vertegenwoordigers van de culturele sector in Drenthe, Friesland en Groningen.
Toegang tot cultuur, het jongste advies van de Raad voor Cultuur om het subsidiestelsel grondig te wijzigen is in Noord-Nederland met vreugde ontvangen.
Begrijpelijk, want als het advies wordt overgenomen, komt een einde aan een scheve verhouding tussen de Randstad en de regio als het gaat om de verdeling van rijksgeld voor kunst en cultuur. Het is een ommezwaai die past bij het huidige politieke klimaat.
Nadat eerder met de zege van de BoerBurgerBeweging in de provincie de belangen van de regio voorop werden gesteld, gebeurde dat eind vorig jaar ook nationaal. Een winstwaarschuwing is hier op zijn plaats. De PVV, winnaar van de Tweede Kamerverkiezingen is alleen voor kunst en cultuur als het in het verleden is ontstaan en geen verandering brengt.
Het neemt niet weg dat nu al het moment aanbreekt om te bedenken wat ‘de regio’ kan met de geldstroom die straks de IJssel passeert. Zo veronderstelt de cultuurraad leemtes in het cultuuraanbod. Maar welke zijn dat? Schaarste duidt niet per se op een gebrek of probleem.
Dan de vraag of extra subsidies ten goede moeten komen aan louter bestaande instellingen die geld tekort komen om hun wankele bedrijfsvoering draaiende te houden. Als het een betere betaling van personeel en contracten oplevert die de bestaanszekerheid van zzp’ers verbetert, kan het geen kwaad.
Tegelijkertijd doet zich al jaren het verschijnsel voor dat Haags cultuurgeld voor het Noorden in de stad Groningen belandt. Gezelschappen als NITE, Het Houten Huis en Club Guy & Roni gebruiken het om opvallend weinig in Oost-Groningen en Zuid-Drenthe te spelen. Dat ligt mede aan de plaatselijke theaters, die onvoldoende publiek weten te vinden voor deze gesubsidieerde instellingen. Met andere woorden, ook binnen de regio zelf is niet alles even gelijk verdeeld.
Het is te hopen dat op zijn minst het advies wordt overgenomen meer aandacht te schenken aan cultuureducatie, talentontwikkeling en de verbinding tussen amateurs en professionals. Wie een geheugen heeft, weet wat daarmee wordt bedoeld: het weer opbouwen van dat wat na het verdwijnen van de muziekscholen en kunstencentra op het platteland is afgebroken.