Noorderslag 2024: Het publiek van Froukje was dolenthousiast. Foto: Corné Sparidaens
Een breder cultuuraanbod en meer subsidie naar cultuurinstellingen buiten de Randstad. Daarvoor pleit de Raad voor Cultuur. De Noordelijke cultuurmakers en kunstbeslissers zijn hoopvol gestemd.
De Raad voor Cultuur doet in een nieuw advies voorstellen hoe de verdeling van cultuursubsidies vanaf 1 januari 2029 beter kan. Het adviesorgaan wil cultuur toegankelijker maken door meer te investeren in de regio.
Doordat het aanbod van cultuur en de subsidies voor instellingen en makers sterk verschilt per regio, heeft nu niet iedereen in Nederland evenveel toegang tot kunst en cultuur. Bovendien signaleert de Raad voor Cultuur dat ‘niet iedereen zich herkent in het huidige aanbod, of zich voldoende gerepresenteerd voelt door wat er aan cultuur gefinancierd wordt.’
‘De tijd is er rijp voor’
,,Fantastisch nieuws!’’ Hilde de Bruijn van kunstpodium Into Nature is enthousiast. ,,En de hoogste tijd natuurlijk. Tachtig procent van de subsidie voor podiumkunst ging naar de Randstad. De verhouding is echt zoek.’’
Into Nature ontving voor haar doorgaande programma met makers uit het Noorden landelijke steun van het Mondriaanfonds en projectsubsidie voor de internationale Biënnale. Het kunstpodium is momenteel druk doende structurele subsidie te verwerven voor een langere tijd en een substantiëler bedrag.
,,Meer steun voor de regio maakt dat de kans op toekenning van ons verzoek groter wordt. En daarmee het perspectief vergroot op een landelijk erkend podium voor kunst in Drenthe. Dit plan zou een duwtje in de goede richting kunnen zijn.’’
De tijd is er rijp voor, zegt ze. ,,Ik heb de indruk dat er ook politiek draagvlak is om het advies daadwerkelijk tot uitvoering te brengen.’’
Volgens de Raad voor Cultuur moet de ‘BIS’, de culturele basisinfrastructuur waarlangs het Rijk nu veel subsidies verdeelt, op de schop. Nu wordt de ongeveer 500 miljoen euro aan subsidies nog verdeeld via onder meer het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en zes Rijkscultuurfondsen, zoals het Fonds Podiumkusten, het Mondriaan Fonds en het Nederlands Filmfonds. Daarnaast hebben gemeenten en provincies hun eigen cultuurbeleid. De Raad van Cultuur pleit voor één Rijksfonds.
‘Eerlijke spreiding is erg nodig’
Eén fonds. Robine de Koff, die als directeur Kunstraad in Groningen gemeentes en provincie adviseert over wie er subsidie krijgt, somt de voordelen op: ,,Eerlijke spreiding van middelen over de regio’s -wat erg nodig is- minder administratieve last, de scheidslijnen tussen diverse disciplines opheffen en daarmee ruimte geven aan interdisciplinaire vormen. Ik zie het voor me als een provinciaal fonds, waardoor je hopelijk meer kunt inspelen op wat er regionaal speelt.’’
Het advies is net uit. ,,Begin februari zit ik met een aantal aanvragers van de BIS om de tafel om te kijken hoe zij hier tegenaan kijken.’’
‘De regio wordt nu niet of nauwelijks bediend’
Ook Harry Tupan, directeur van het Drents Museum, is een groot voorstander van het plan. ,,De regio -en in ons geval Drenthe- wordt niet of nauwelijks bediend. Het gemiddelde cultuurgeld per inwoner ligt zoveel hoger in de Randstad dan in bijvoorbeeld Noord-Nederland.’’
Dus een eerlijker verdeling is ‘absolute noodzaak’, stelt hij. ,,Je ziet al een verschuiving in zijn algemeenheid: de interesse voor wat ‘de provincie’ wordt genoemd neemt toe, ook door de groei van het toerisme en het feit dat hier nog huizen beschikbaar zijn.
Tupan: ,,Het is natuurlijk niet goed dat Drenthe bij mijn weten slechts één (regionale) BIS-instelling heeft. Ik ben er wel trots op dat dit het Drents Museum is.
Spreiding van subsidiegeld kan de verschraling buiten de Randstad tegengaan, zegt hij. ,,En ik hoop dat de middelen breed worden ingezet, ook voor (jonge) makers en minder voor de hand liggende culturele projecten.’’
Lonkend perspectief of oogverblindend vergezicht?
Cultuurgedeputeerde Tjeerd van Dekken van de provincie Groningen is blij met het feit dat er aandacht is voor een evenwichtiger verdeling van het subsidiegeld. ,,Het is een lonkend perspectief, als het maar geen oogverblindend vergezicht wordt. Het zal ook moeten leiden tot een landelijke verhoging van de subsidies. Dat is ronduit nodig.’’
De Raad van Cultuur bepleit in haar rapport ook een structurele investering van 200 miljoen extra, vanaf 2029. ,,Maar we leven nu in 2024’’, zegt Van Dekken. ,,Ik ben blij met elke cent extra voor de cultuur, maar dit advies moet nog politiek vertaald worden. Er komt een ander kabinet, en dan begint de wedstrijd weer opnieuw.
Professionals en amateurs
Verder moet volgens het advies cultuureducatie ‘steviger worden verankerd in en rond school’ en moet er een betere aansluiting komen tussen professionals en amateurs. En tenslotte moeten aanvraagprocedures beter worden afgestemd op de praktijk.
Cultuureducatie steviger verankeren, daar is Van Dekken een groot voorstander van. ,,Toegankelijkheid voor jonge mensen die van huis uit niet vanzelfsprekend met cultuur in aanraking komen, dat moet meer prioriteit krijgen. Dat, en een eerlijk inkomen voor de makers. De culturele sector verdient dit, het zijn zware tijden geweest.’’