Groningers kijken in de Petrus en Pauluskerk naar de presentatie van het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning. Foto: ANP|Jilmer Postma
Groningen heeft niets aan excuses van het kabinet. Er moet veel meer vaart worden gemaakt met het herstel van vele dorpen en wijken in het gaswinningsgebied die door de aardbevingen ontwricht zijn.
De ongelijke behandeling van mensen met schade en onveilige woningen is ongekend en ongehoord. Verstrikt geraakt in een wirwar van regelingen en procedures weten duizenden mensen nog steeds niet waar ze aan toe zijn. Onduidelijkheid en willekeur leiden tot scheve gezichten, teleurstelling, verbittering en wantrouwen tegen de overheid.
Het leed is nog niet geleden. De provincie blijft vanwege drukverschillen in de bodem door jarenlange gaswinning beven. Aan woningen, gebouwen en mensen wordt nog heel lang schade toegebracht. Om hiermee te kunnen dealen, is onophoudelijk schadeherstel en versterking van panden en vooral ook perspectief nodig. Wat schiet Groningen op met het 2000 pagina’s tellende rapport van de parlementaire enquête gaswinning?
Pittige ereschuld
Te hopen valt dat het Rijk inziet dat het een pittige ereschuld te vereffenen heeft. Door alle falen bij vooral de versterkingsoperatie is het herstel van vertrouwen verder weg dan ooit. Het Rijk dat de staatskas vulde met 363 miljard aan gasbaten, zal zich ver moeten strekken om Groningen in de benen te houden.
Een allesomvattend masterplan voor Groningen is nodig om nieuwe energie in de regio te stoppen en grote stappen te zetten richting brede welvaart. Door de gasellende zijn kwetsbare groepen in de samenleving nog meer in de versukkeling geraakt. Het gebied is met 11.880 onveilige adressen en 7289 huizen waarvan onduidelijk is of ze veilig zijn, op slot gezet. Door onzekerheid over behoud of sloop van de woning zijn investeringen in en rond het huis opgeschort. Onderzoeken tonen aan dat de wanhoop in dorpen en wijken waar de versterking amper op gang komt, is gegroeid.
Armlastige gemeenten
Groningen komt hopelijk met plannen die de provincie sociaal en economisch naar een hoger niveau tillen. Plannen die niet in een Haagse la mogen verdwijnen, maar uitvoering verdienen omdat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Denk aan de aanleg van de Lelylijn, de koppeling aan nieuwe woongebieden, verbetering en verduurzaming van de infrastructuur als de Nedersaksenlijn, energietransitie, behoud van monumenten, cultuur, onderwijs en niet in de laatste plaats armoedebestrijding. Nogal wat lokale overheden in Groningen staan in de top tien van meest armlastige gemeenten.
Vuur uit de sloffen lopen
Weg dus met de landelijke kosten-batenanalyses, die projecten in dunbevolkte regio’s doen sneuvelen. Simpelweg omdat een geïnvesteerde euro in de Randstad meer rendement zou opleveren. In een nieuwe kijk op de uitgebuite regio gaat het meer dan ooit om ontwikkelkansen. Het driemanschap van commissaris van de Koning René Paas, burgemeester Koen Schuiling (Groningen) en Johan Remkes, de voorzitter van het Nationaal Programma Groningen (NPG), mag zich voor het verzilveren van die kansen het vuur uit de sloffen lopen.
Door de aanhoudende gasellende zijn Groningers erg op de proef gesteld. Hun veerkracht is niet oneindig, zo blijkt uit de DVHN-serie ‘Ik wacht’, die treurig genoeg aan actualiteit niets heeft verloren. Wat vaak nog steeds ontbreekt, is perspectief na jarenlange onzekerheid over een veilig huis. Het leidt tot verpaupering van de woonomgeving en daaruit voortvloeiend fysieke en mentale afbraak van mensen.
Onveiligheid en psychisch leed
Het Rijk heeft willens en wetens Groningen opgezadeld met bevingen, schade, onveiligheid en psychisch leed. Zo veel en zo lang dat toekomstige schade en compensatie onmogelijk in geld om te zetten zijn. Als het Den Haag lukt om Groningers het gevoel te geven dat hun provincie geen wingewest meer is en de mensen hier er weer toe doen, kan het geschonden vertrouwen in de overheid weer enigszins worden hersteld.
Te lang blonk de overheid uit in het wantrouwen van haar eigen burgers. Met vuistdikke rapporten, ellenlange onderzoeken en stroperige schade- en versterkingsprocedures zijn veel gedupeerden het bos in gestuurd. Te veel Groningse bestuurders stonden erbij en keken ernaar. Te lang zijn ze onder de indruk geweest van opeenvolgende gasministers, die de hand op de knip hielden. Zij dansten naar de pijpen van de oliemaatschappijen Shell en ExxonMobil. Met pappen en nathouden en loze beloften zijn veel gedupeerden het moeras ingeduwd. De overheid stelde hen bloot aan een gejuridiseerd en bureaucratisch gassysteem waarin alles en iedereen verdwaalde.
Geen afkoopsom
Het debat over de parlementaire enquête in de Tweede Kamer is hét moment waarop het Rijk schadeherstel, versterking en compensatie van materiële en immateriële schade moet garanderen. Niet met een afkoopsom voor Groningen, dat collectief is vernederd en getergd. Maar met de bikkelharde toezegging en belofte dat het Masterplan Groningen in zijn geheel wordt uitgevoerd. Terugkijkend is Groningen afgescheept met nog geen procent van de gasbaten. De provincie werd jarenlang weggezet als een arme sloeberregio die vooral moest aankloppen bij Europese regiofondsen.
Er valt dus wat te eisen. Zonder omhaal van woorden, krachtig en in gewonemensentaal. Geen vage vergezichten, maar duidelijke voorstellen voor plannen. Dit alles vraagt om een krachtige lobby. Alles wat Groningen is trekt aan hetzelfde touw. Eensgezindheid is een voorwaarde.
Jongeren en hun toekomst
Dit kan voor de Groningse politiek het moment zijn om iets verder te denken dan de eigen gemeente en niet lijfsbehoud voorop te stellen na een bestuurstermijn van vier jaar. Gooi de luiken open. Intensiveer het contact met de bevolking en dan jongeren in het bijzonder. Hoe zien zij hun toekomst? Wat hebben ze nodig om te blijven? Wakker daarover discussies aan en inspireer ze aan de hand van vraagstukken, keuzes en dilemma’s die gaan over hun toekomst.
Hoe meer mensen in Stad en Ommeland meedenken over een mooier Groningen, hoe beter. Het zou mooi zijn als er een dag komt waarop mensen die jarenlang moeten vechten voor een veilige woning de overheid niet langer zien als hun vijand en die van de Groningers.