De natuur, in samenhang met tijd, is hartvochtig en kent geen mededogen. Foto: Unsplash
Hoe dor en kaal de tuin nu is, de wetenschap dat over een aantal weken het eerste frisse groen alweer boven de grond komt, biedt troost. Tot die tijd is het een kwestie van het verval lijdzaam ondergaan.
Een half jaar geleden liepen bomen ongeremd en onbevangen uit en waren ze volop bezig met herboren worden, jong groen. Nu, zes maanden later, is dat geschiedenis. Het eerder frisse, sappige loof is taai leer geworden. Door wind en tijd van de takken gerukt ligt het in natte plakkaten te schimmelen op het gazon. Het gazon dat alle levenslust verloren lijkt te hebben en slechts een vage herinnering is aan het biljartlaken dat het was eerder dit jaar.
De natuur, in samenhang met tijd, is hartvochtig en kent geen mededogen. De jonge god die ik ooit was is voltooid verleden tijd. Gewrichten beginnen bij al te enthousiaste bewegingen tegen te stribbelen, en de vouwen om mijn mond zijn niet langer door overmatig lachen te verantwoorden.
Tijdelijke verlichting
Lezen gaat nog steeds gemakkelijk, wel zijn mijn armen klaarblijkelijk gekrompen. Er is niets aan te doen. Ik kan het onvermijdelijke proberen uit te stellen door op een draf naar de bouwmarkt te rennen om siliconenkit voor mijn rimpels te kopen, maar het is allemaal maar tijdelijke verlichting.
De natuur ligt op de loer en heeft de klauwen al in mij, het gazon en de herfstbladeren geslagen. Je daarover opwinden heeft geen enkele zin en haalt ook niets uit. Het is alsof je de vloed probeert tegen te houden.
Alle pogingen de natuur de baas te zijn, zijn ijdele zelfoverschatting
De positivo’s onder ons weten er een luchtige draai aan te geven door het verval te omarmen. Dat gaat mij te ver. Liever kies ik voor een combinatie van accepteren en lijdzaam ondergaan. Samen met een flinke dosis afleiding van lichaam en geest zorgt dat voor een acceptabel niveau van berusting. Voor mij althans. Dat in de wetenschap dat alles in de natuur kapot moet en gaat, om uit de brokken, scherven en as weer iets nieuws te creëren.
IJdele zelfoverschatting
Je bent de natuur nooit de baas. Alle pogingen daartoe zijn ijdele zelfoverschatting en gedoemd roemloos te mislukken. Wegkijken helpt niet, negeren ook niet. De natuur dwingt je in haar soms atonale ritme mee te zingen. Harmonie en disharmonie gaan maar al te vaak gevaarlijk hand in hand.
Toch heb je als tuinier, ik wel althans, de neiging je teveel en te vanzelfsprekend te focussen op Brahma (de schepper) en Vishnu (de instandhouder) en te vergeten dat zij alleen maar kunnen scheppen en onderhouden bij de gratie van de onontkoombare Shiva (de vernietiger).
De wetenschap dat de natuur uit stof en as weer nieuw leven voortbrengt is niet alleen een schrale troost, het is ook een rotsvast fundament. Hoe kaal en dor de tuin ook is, over een paar weken staan de eerste krokussen en sneeuwklokjes weer dapper boven de grond en herrijst de natuur zegevierend uit de nu nog somber stemmende kliederboel van kleffe bladeren en omgevallen stengels. „Dat alles sterft en opnieuw wordt herboren, is het raadsel dat we nooit gaan verstaan”, zingt Willem Vermandere in het schitterende Alles gaat over Luister er maar eens na op YouTube, dat helpt.