De een heeft meer last van het overschakelen van winter- naar zomertijd dan de ander.
In de nacht van zaterdag op zondag schakelen we weer over van de winter- naar de zomertijd. De een heeft daar meer last van dan de ander, maar het is toch een aanslag op ons lichaam, zegt neuroloog en slaapexpert Inge Declercq. Zij roept op de zomertijd zo snel mogelijk af te schaffen. „Het is even slecht als elke dag fastfood eten.”
De neuroloog van het Universitair ziekenhuis in Antwerpen beantwoordt prangende vragen over de zomertijd.
In de nacht van zaterdag op zondag gaan we over naar zomertijd. We draaien de klok een uur verder dan onze standaardtijd, de wintertijd, en hebben een uur minder slaap. Wat doet dat met ons lichaam?
„Dat doet veel slechte dingen met ons lichaam. Het blijft bij velen ook niet beperkt tot één uur minder. Een week aanpassingstijd is niet abnormaal, wat maakt dat we gemiddeld per nacht veertig minuten slaap verliezen. Dat zorgt niet alleen voor een acuut slaaptekort, maar voor een ritmeverschuiving, een mini-jetlag zeg maar. En elke ritmeverschuiving is belastend.”
„Idealiter zijn onze sociale tijd – de uren waarop de maatschappij zich organiseert – de zonnetijd en ons bioritme netjes op elkaar afgelijnd. Dan functioneert de ’centrale klok’ in ons brein goed. Dat is een kern van een rijstkorrel groot, met 40.000 neuronen, die rechtstreeks input krijgt van lichtsignalen via je ogen. Door licht dat op ons inwerkt, wordt onder meer onze melatonineproductie geregeld, onze hormoonhuishouding en de werking van onze organen.”
„Daarom is dit zo belangrijk: ’s ochtends hebben we daglicht nodig, ’s avonds gedimd licht, en ’s nachts hoort het donker te zijn, zodat lichaam en brein op elk moment ’weten’ wat te doen. De nacht is een zuiveringsproces voor het brein. Toxische stoffen worden verwijderd en neuronen krijgen een ’update’.”
„We hebben hier te maken met een heel complex systeem, waar je beter niet zomaar op kunt ingrijpen. En dat doet de zomertijd juist wel: terwijl we nu genot hebben van het ochtendlicht, worden we vanaf zondagochtend weer wakker in het donker en is het ’s avonds te lang licht. De zomertijd verwijdert ons niet één, maar twee uur van de zonnetijd. Want zelfs in de wintertijd zijn we niet in sync met de zonnetijd, we zouden nog een uur vroeger moeten zitten. Zeker in deze periode van het jaar is dat lastig.”
„De zomertijd kunnen we gerust beschouwen als even toxisch als elke dag fastfood eten. Laten we die alvast afschaffen en minstens permanent naar wintertijd gaan, ook al is dat voor heel wat mensen contra-intuïtief. Als we permanent voor zomertijd kiezen, hebben we meer licht in de winter, zeggen ze. Dat klopt niet. De winter is sowieso een donker seizoen, en met de zomertijd zou je in januari zelfs pas daglicht krijgen om tien uur ’s ochtends.”
Is de ene mens gevoeliger voor zo’n ritmeverschuiving en minder slaap dan de andere?
„Dat is zeker zo. Extra gevoelig zijn oudere mensen, van wie de interne klok wat minder dynamisch is, en de adolescenten, die vanwege hun hormonale ontwikkeling later opstaan. Als er ’s avonds meer licht is, nog eens versterkt door hun smartphonegebruik, dan wordt het helemaal lastig om in slaap te vallen ’s avonds. Ja, zij zouden later naar school moeten kunnen gaan om meer slaap te hebben, dat is wetenschappelijk gefundeerd. Het zou absoluut een positief effect hebben op hun fysieke en mentale gezondheid.”
Wie zijn die mensen die genoeg hebben aan een paar uur slaap per nacht?
„Dat zijn vooral de mensen die dénken dat ze genoeg hebben aan een paar uur slaap per nacht. Want slechts 3 procent van de bevolking heeft door genetische factoren voldoende met vier tot zes uur slaap per nacht. Voor de meeste mensen geldt: slaap je minder dan zeven uur per nacht, dan betaal je vroeg of laat de prijs, sowieso. Ik heb zopas weer een prachtig voorbeeld in mijn praktijk gehad, iemand met een torenhoge werkdruk die door chronisch slaaptekort totaal gecrasht is. Jarenlang vier, vijf uur per nacht slapen, dat wreekt zich – daar wil ik nog eens voor waarschuwen.
Mensen dénken dat ze dat aankunnen en gaan maar door met sloten koffie of cafeïnehoudende drankjes. Maar sluipend werkt het overgewicht in de hand, hart- en vaatziekten, dementie. Bij toppolitici zie je dat trouwens vaak: Reagan kreeg alzheimer, Chirac ook, Churchill vasculaire dementie.”
„Ik hoor zulke mensen op consultatie vaak zeggen: ’ik denk dat ik narcolepsie heb’. Want ze vallen zomaar ergens in slaap. Nee, dat is het slaapinsufficiëntiesyndroom, het gevolg van een jarenlang opgebouwd slaaptekort. De enige remedie is bijslapen, soms maandenlang. Vroeger gaan slapen is voor die mensen meestal te lastig. Beter is om ’s ochtends de slaap te verlengen. Als je zes, zeven uur per nacht slaapt in de week, dan is slaap inhalen in het weekend meestal wel voldoende.”
Wat is ’slecht slapen’ eigenlijk? Dikwijls wakker worden? Te vroeg wakker worden? Niet kunnen inslapen?
„Alle drie kan, of een combinatie ervan. Slapeloosheid is een complex beestje, maar de maatstaf voor ’slecht slapen’ is vooral het functioneren overdag. Als je acht uur per nacht slaapt en je bent moe overdag, dan is het aangewezen om toch eens een slaaptest te laten doen. Piekeren, stress, dat heeft een enorme impact op onze slaap. Overdag genoeg daglicht opdoen, bewegen, gezond eten, leren ontspannen, daar begint het mee.”
Maar zelfs mensen met een gezonde levensstijl kunnen met een slaapprobleem kampen. Daar speelt mogelijk een genetische factor, of er is toch iets dat soms onbewust in hun hoofd maalt. We leven in een maatschappij waarin de lat hoog ligt, en dat merk je aan de slaap van mensen. Ieder heeft zijn verhaal, en dat maakt mijn baan ook zo boeiend.”
Als kind slecht slapen, is dat voorspellend voor later?
„Dat hangt van de reden af. Kinderen met add of adhd hebben vaker een gefragmenteerde slaap. En je hebt kinderen die moeite hebben met inslapen, gewoon omdat hun bioritme laat is. Het jammere is dat zij naar bed gaan al van jongs af gaan associëren met iets negatiefs, en dat kan later ook doorwerken. Slecht slapen bij kinderen moet je daarom toch serieus nemen. Op een consultatie kan al veel duidelijk worden.”
Tegenwoordig houden veel mensen hun slaap bij met applicaties op hun smartphone of digitale horloge. Ze meten en interpreteren zelf hun slaap. Daar komt steeds meer kritiek op.
„En terecht, want mensen die al een zekere stress hebben rond slapen, halen er zich nog meer angst mee op de hals. Het past allemaal in een tijdgeest waarin perfectie wordt nagestreefd. Zelfs onze slaap moet perfect zijn, en alles ’kan’ gemeten worden. Maar dat klopt niet. Geen enkele slaaptracker is op dit moment wetenschappelijk gevalideerd om je slaapkwaliteit te meten. De controle die je denkt te hebben, heb je niet. Gooi die apps de slaapkamer uit, laat het los.”
Steeds meer mensen lijken ook de weg te vinden naar de slaapkliniek.
„In elk slaapcentrum zijn de wachtlijsten lang. Dat heeft er ook mee te maken dat die centra heel laagdrempelig zijn, je kunt gewoon zelf een afspraak maken als je dat wilt. Ik raad aan om toch eerst op consultatie te gaan, zodat we gerichter kunnen werken. Zo’n slaaponderzoek is de gouden standaard en slaapcentra proberen het zo comfortabel mogelijk te maken. De toekomst zijn betrouwbare, draadloze slaaponderzoeken in een thuissetting, maar daar zijn we nog niet.”
Tot slot: is de inrichting van onze slaapkamer belangrijk voor een goede slaap?
„Dat je bed in een bepaalde richting moet staan, klopt niet. Maar een slaapkamer is wel het beste als deze zo rustig mogelijk is, zonder rommel en liefst ook zonder bureau. In een kinderkamer zou ik ook, als dat kan, het bureau op een aparte plek zetten. Nog belangrijker: je moet een slaapkamer goed donker kunnen maken, met rolluiken of gordijnen. En geloof in je eigen slaap, dan slaap je ook goed.”