Arbelos Wines maakt wijn van de druiven van zeventig boeren. Foto: Mediahuis
De decembermaand is voor de wijnverkopers veruit de belangrijkste periode. Bubbels rond oud en nieuw, wijnen in kerstpakketten, grote diners en eindejaarsborrels: vooral bij speciaalzaken genereert december soms wel 40 procent van de jaaromzet, en supermarkten doen daar nauwelijks voor onder. Wij maken een rondje langs grote volumes en kleine producenten.
Staat die fles daar in het supermarktschap. Mooi gekurkt, elegant label, fraaie naam. Kost misschien wel richting een tientje. Een fijne Stellenbosch of Colchagua Valley, misschien een Bordeaux of een Valpolicella. Prima voor de kerst als je niet naar de speciaalzaak wil gaan. Blijkt potdorie die fles afgetapt te zijn in Frankrijk (bij Grand Chais de France in de Elzas, ook bekend van de scheve flessen van J.P. Chenet), België (bij de bottelaars van Ahold/Delhaize in Kobbegem) of Duitsland. Aangevoerd in grote tankwagens of schepen in zogenoemde ISO- en Flexitanks. Bulkwijnen dus, en dat klinkt toch een stuk minder romantisch dan dat je een fles met dat kromme boertje of het kasteeltje op het etiket opentrekt.
Maar het is een feit: tussen 30 en 40 procent van de wereldproductie aan wijn wordt in bulk over de wereld gesleept. De bulkwijnen in de flexitanks – enorm grote plastic zakken die gevuld kunnen worden met wel 24.000 liter wijn – worden bij de bottelarijen in Europa in de fles gestopt. Afkomstig van grote wijnmakerijen en -handelaren uit Spanje, Italië, Chili, Australië of Zuid-Afrika, waar de wijnplas groter is dan de eigen consumptie. Wijn die vaak voor nog geen euro per liter wordt verscheept.
Arbelos Wines is een van de grootste bulkwijnproducenten in Zuid-Afrika. Foto: Mediahuis
World Bulk Wine Exhibition
Een groot deel van die bulkwijnen wordt verhandeld op de World Bulk Wine Exhibition die onlangs voor de zeventiende keer in de Amsterdamse RAI werd gehouden. Miljoenen liters gingen er virtueel van hand tot hand, wijnproducenten met honderden hectares machinaal geoogste druiven deden er goede zaken en er waren zelfs allerlei professionele en persproeverijen om de kwaliteit van de wijnen te beoordelen. Want bulkwijnen zijn allang niet meer alleen goedkope plonk, maar ook bijvoorbeeld Italiaanse kwaliteitscategorieën als IGP of DOC (Denominazione di Origine Controllata).
Geen wonder dat ook kleinere producenten hun gezicht bij deze beurs laten zien: de marges zijn ook voor hen wat groter dan wanneer ze een eigen bottellijn – en de daarbij behorende flessen, kurken, etiketten en dozen – moeten opzetten. Bovendien is bulktransport een stuk duurzamer: 24.000 liter in één tank is een stuk lichter, handzamer en goedkoper dan het equivalent van 32.000 gevulde glazen flessen.
Daarnaast betekent grotere volumes een betere bescherming van de wijn: gekoeld en in het donker, zonder kans op zuurstof, blijft een wijn langer goed. Niet voor niets rijpt een wijn in een magnumfles beter dan in een gewone fles. Niet dat we veel magnums in de winkel tegenkomen, maar toch.
Bag-in-box
Wat we wel tegenkomen: bag-in-box. De kartonnen pakken met plastic zak en kraantje die in 3 of 5 literverpakking gekocht kunnen worden. In Nederland wil de verkoop daarvan maar niet echt op gang komen, terwijl in de Franse supermarkten – je weet wel, uit dat land dat zich nogal op de borst klopt betreffende wijn – ze hoog opgestapeld liggen.
Nederlanders kijken daar wat misprijzend naar. Tuurlijk, ook dat zijn bulkwijnen maar de kwaliteit en de prijs kunnen prima zijn. Zo halen wij bij ons Franse wijnhuis in de Gaillac een bag-in-box van 5 liter waarvoor we – omgerekend – slechts 60 procent betalen van diezelfde roséwijn in de fles. Tel uit je winst.
Bovendien kun je de wijn veel langer en beter in de koelkast bewaren dan een gekurkte fles. Goed, de Nederlander wil vaak niet zo’n blok in zijn koelkastlade, en omdat bij ons de winkel vaak om de hoek is hoeven we niet zo veel op voorraad te hebben zoals de Fransen, die één keer per week naar de hypermarché gaan.
Huismerk of fantasienamen
Hoe weet je nu dat je bulkwijn drinkt? Als er een huismerk op de schappen staat, weet je zeker dat dat uit bulk komt. Vooral onder de 6 euro kom je fantasienamen tegen als Cabin Creek of Mountain Ridge Red en bij wijnen die worden aangeduid als Vinos de Espana of Wine of Chile zonder een sub-regio kun je er ook van uitgaan dat het om bulkwijn gaat.
Maar supermarkten werken met verschillende private labels. Zo kan de vermaarde Kaapse Pracht van de Aldi – de droë witte wyn van de Weskaap, voor 2,99 euro – in andere winkels onder andere namen verschijnen. Je kunt dus dezelfde wijn onder verschillende namen tegenkomen bij de verschillende supermarkten, maar andersom kan ook. Dat een wijn met één naam uit verschillende gebieden komt. Zo komt Los Pingüinos – te koop bij de Noord-Hollande keten Vomar – tegenwoordig uit Zuid-Afrika, terwijl hij drie jaar geleden nog van merlot uit Chili werd gemaakt. „We zorgen er voor dat het smaakprofiel hetzelfde blijft”, zegt Jochen Riga, wijninkoper namens Delta Wines. „Retailers kunnen switchen als de prijs of het volume hen niet aanstaat.” Boffen zij even dat de pinguïns in zowel Chili als Zuid-Afrika rondschuifelen.
Sprankelende wijn uit Oekraïne
Bulk kwam er vroeger ook uit Oekraïne. In de tijd dat het nog onderdeel was van de Sovjet-Unie, in de jaren tachtig, slurpten we tijdens een studiereis liters Sovjetskoye Shampanskoye, ‘champagne’ uit de Krim. Daar werd al sinds het begin van de twintigste eeuw zulke mooie sprankelende wijn gemaakt, dat er tijdens een competitie in Parijs zomaar een Oekraïense wijn als winnaar tevoorschijn kwam. Maar na de Russische Revolutie in 1917 verdween de verfijning uit de wijnen door de productiedwang van de Sovjetindustrie en werd vooral goedkope bulk geproduceerd.
Gelukkig is de particuliere wijnindustrie in Oekraïne sinds de onafhankelijkheid in 1991 weer opgebloeid en werd er flink geïnvesteerd in de modernisering van de wijnbouw. Dat de Russen de Krim in 2014 annexeerden was een klap – Krim-wijnen heten nu ‘Russische’ wijnen en die kunnen we hier wegens de economische boycot van dat land niet krijgen.
De oorlog die sinds 2022 in het oosten van Oekraïne woedt heeft ook zijn gevolgen: twee maanden geleden werd een ultra-nieuwe wijnfabriek door een Russische drone-aanval vernietigd. En de wijngaard van Svitlana Tsybak aan de kust van Mykolaiv ligt zo dicht bij het front dat de raketten zo ongeveer over de stokken vliegen.
Eigenaar van Beykush Winery Svitlana Tsybak. Foto: Mediahuis
Tsybak is, naast eigenaar van de Beykush Winery, ook voorzitter van de overkoepelende Wines of Ukraine. Vorige week gaf ze, in samenwerking met master of wine Cees van Casteren, een presentatie van het wijngebied met een proeverij van een keur aan wijnen. Waarbij we diep in de geschiedenis doken, want wijnbouw was er al duizenden jaren in deze streek, ver voordat de Fransen of Italianen hoog van de wijntoren bliezen.
Wijnregio Odessa
Oude rassen als saperavi en rkatsiteli (uit Georgië) of de inheemse telti kuruk – waarvan witte en mousserende wijnen worden gemaakt – worden afgewisseld door ‘moderne’ buitenlandse rassen als aligoté, chardonnay of cabernet sauvignon . Daarnaast zijn er kruisingen die in 1948 aan het Tairov-instituut in Odessa zijn ontwikkeld, zoals de witte sukholimansky bely en de rode odessky cherny. De witte levert een frisse, tikje florale wijn, de tweede biedt kracht en rijpingspotentie.
Druivenplukkers bij Beykush. Foto: Mediahuis
De meeste wijnen worden nu gemaakt rond Odessa in het zuidwesten. Deze wijnregio maakt de helft van alle Oekraïense wijnen. Daarnaast zijn er twee belangrijke centra in de oblast (provincie) Transkarpatië in het westen, en rond Cherson en Mykolaiv in het zuiden. Waarvan de laatste dus gevaarlijk dicht tegen het front liggen. Maar Tsybak en de haren laten zich niet intimideren door het oorlogsgeweld en leveren wijnen die in kwaliteit wedijveren met die uit de klassieke wijnlanden.
Beykush, Shabo, Chateau Chizay, het waren enkele van de wijnen die we proefden. Hoewel de export onder de huidige omstandigheden moeilijk is (per schip over de Zwarte Zee is gevaarlijk, per spoor naar Polen is duur en omslachtig) komt er mondjesmaat ook wat onze kant op. Bernard Nauta heeft met zijn importbedrijf Andere Wijnen gelukkig enkele op zijn kaart staan. Zo kunnen we ook met een Beykush Telti Kuruk proosten op een vreedzaam 2026.