Ons team van foodlovers test restaurants, eettentjes, foodtrucks en andere hotspots in het Noorden. Deze keer was Esther bij brasserie PUUR in Diever.
‘Tis an ill cook that cannot lick his own fingers.’
Als je begint met Shakespeare te citeren in een Noordelijke eetrubriek, dan moet je wel in Diever zijn.
In één keer goed. De jaarlijkse zomervoorstellingen van het Shakespearetheater zijn in volle gang en trekken duizenden mensen naar Diever, dus het leek ons een goed idee om te kijken of je hier ook een beetje lekker kunt eten. We zijn op deze mooie nazomerdag in augustus neergestreken op het terras van brasserie PUUR. Deze horecagelegenheid zit sinds ruim een jaar in het pand waar ook de toeristische informatie over deze bosrijke streek te vinden is.
Zit het hier leuk?
PUUR zit in een modern glazen pand, aan de rand van het dorp. Het Drents-Friese Wold is vlakbij, en die buitensfeer ademt deze plek ook. Op het terras zit je op robuuste houten banken aan robuustehouten tafels, behalve als je geluk hebt – zoals wij – en een van de paar buitentafeltjes met stoelen weet te bemachtigen. Anders heb je snel een houten kont.
.
Binnen zit je sowieso comfortabel. Bij de inrichting overheersen hout- en aardetinten, er is een grote open keuken en je kunt overal naar buiten kijken. Het is gezellig druk, met een wisselende mix van mensen: gezinnen, fietsers, kletsende vriendinnen, oudere wandelaars.
Wat staat er op de kaart?
Een heleboel, naast de gerechten en de drankjes vind je op de kaart ook een berg aanvullende informatie. Het is eerder een magazine dan een menu. De brasserie werkt zoveel mogelijk met producten uit de streek, en dat zullen we weten ook. Dus lees je over de wijnen van Wijngoed Havelte, het Oerbrood van Bakker van Vilsteren, het rundvlees van Zorg & Natuur uit Appelscha, de varkenshouderij in Darp, het ijs van IJssalon Smaak, en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Maar nu even naar de kern van de zaak: wat kun je hier eten?
Klassiekers voor de lunch en de borrel: broodjes, soep, quiche, tosti’s, borrelhapjes, een twaalf uurtje en als vreemde eend in de bijt ook twee poké bowls. Wie van zoet houdt: er zijn verschillende soorten cakes en gebak. Om zoveel mogelijk te proeven, hebben wij van tevoren de high tea gereserveerd.
En, goede keuze?
Dat kun je wel zeggen. Bij PUUR geven ze een eigen draai aan de high tea, hier geen klassieke scones met clotted cream en jam en fingersandwiches van plakkerig witbrood. Op tafel komt een etagère met twee royale houten planken, eentje met zoet, eentje met hartig.
Op de zoete plank vinden we huisgemaakte passievruchtkwarktaart, arretjescake, kaneelcake, appeltaart en een heel mooie dikke slagroom. De hartige plank bevat oerbrood met geitenkaas, honing en walnoten, een broodje beenham met honing-mosterdsaus (als we de vegetarische optie hadden gekozen hadden we guacamole gekregen) en een quiche met pompoen en paprika.
Alles wat we proeven, vinden we lekker. De arretjescake smelt op de tong, de kaneelcake is stevig maar niet té, de appeltaart is friszoet, de passievruchtkwarttaart stevig maar toch luchtig, de beenham mooi dun gesneden met een fijn rooksmaakje, de quiche is op z’n Frans: de vulling een tikkeltje nat, de korst mooi bros. Om in Shakespeare-termen te blijven: om je vingers bij af te likken.
Het is goed dat brasserie PUUR in Diever aan de rand van het bos zit, kun je de royale porties er mooi weer aflopen.
Ook de thee, van Puur Thee atelier in Zandhuizen, smaakt. We proeven de Geluks Thee, een kruidenthee met onder meer gember, sinaasappelschil en goudsbloem, en de Voetjes op de Bank Thee, een zwarte thee met assam, rozenbloesem en sinaasappelschil.
Als we iets van commentaar moeten hebben: het is wél veel. Ook de andere porties die we langs zien komen, zijn niet kinderachtig.
Hoe is de bediening?
Vlekkeloos. Iedereen is vriendelijk, alert en attent.
Komen we terug?
Jazeker, we zijn heel nieuwsgierig naar de borrelplank en de Havelter wijnen. Maar dan komen we in de namiddag na eerst een stevige boswandeling te hebben gemaakt. En daarna natuurlijk naar het theater.
Nu je daar toch weer over begint, dat Shakespeare-citaat. Waar is dat uit?
Uit zijn naar mijn smaak allermooiste toneelstuk. De zin valt tijdens de voorbereidingen voor het grote feest ten huize van de Capulets, waar Romeo en Julia elkaar voor het eerst zullen ontmoeten.