Elke ochtend stapt Harry Stomphorst op zijn spinningfiets om zijn conditie op peil te houden. Foto: Koos Bijlsma
Van de ene op de andere dag kwam op maandag 21 juli van dit jaar een einde aan het werkzame leven van wethouder Harry Stomphorst (bijna 67) uit Marum. ,,Ik zat in een verkeersoverleg op het gemeentehuis van Zuidhorn, toen ik ineens niet meer uit m’n woorden kwam.’’
Hij reed met z’n eigen auto zelf nog naar huis. De huisarts in De Wilp (‘m’n eigen huisarts was op vakantie’’) verwees hem onmiddellijk door naar de spoedafdeling van het Martiniziekenhuis in Groningen. Een MRT- en een CT-scan wezen direct al uit: de meest progressieve vorm van hersentumorontwikkeling.
Vier kinderen heeft het echtpaar. Die kwamen alle vier onmiddellijk naar het ziekenhuis. ,,We zijn een hecht gezin. Samen moesten we deze schok verwerken.’’ Dankzij een speciaal medicijn had Stomphorst de volgende dag zijn spraak weer terug.
Gelukkig werden geen uitzaaiingen aangetroffen. Maar de diagnose waarmee hij na drie dagen naar huis ging was heftig: ,,Bij patiënten met deze aandoening overlijdt 80 procent binnen anderhalf jaar.’’ Even positief als we hem als wethouder/raadslid altijd al kenden, zegt hij: ,,Ik ga horen bij de 20 procent die langer leeft.’’
‘Veel gehuild’
Vanaf het begin wist Stomphorst dat het klaar was met zijn carrière als bestuurder, zoals hij het zelf noemt. ,,Eigenlijk was dát nog het minst erge’’, voegt hij eraan toe. ,,Veel erger vond ik het verdriet dat ik m’n vrouw Ria, m’n kinderen en kleinkinderen aandeed. Ik had het gevoel dat ik ze in de steek liet.’’
Echtgenote Ria: ,,De eerste weken dat we onze kinderen en kleinkinderen weer zagen, huilden we veel met elkaar. Gelukkig kunnen we inmiddels ook weer lachen met elkaar.’’
Zwemmen en fietsen
Als wethouder behartigde Stomphorst sportzaken. Dat deel van zijn portefeuille was hem als sportman op het lijf geschreven. ,,Tot anderhalf jaar geleden deed ik nog aan voetbal en mountainbike.’’
Hij verkeert dan ook in een relatief goede conditie wat het herstel (voor zover mogelijk) ten goede komt. ,,Drie keer per week zwemmen Ria en ik in het overdekte bad in Drachten. Elke ochtend stap ik op m’n spinningfiets in huis, fiets ik regelmatig en maak lange wandelingen.’’
In augustus onderging hij een zware operatie in het UMCG. Daarbij werd z’n schedel gelicht om een deel van de twee tumoren weg te halen. Daarna volgde 30 bestralingen in combinatie met een chemokuur. Behalve vermoeidheidsverschijnselen zegt hij de behandelingen goed te hebben doorstaan.
‘Wakkeroperatie’
De operatie was bijzonder: ,,Het was een zogenoemde ‘wakkeroperatie’. Eerst werd ik onder narcose gebracht om vervolgens weer wakker te worden gemaakt. Tijdens de operatie van 2,5 uur moest ik allerlei tests ondergaan. De chirurg hield bij zijn handelingen rekening met de wijze waarop ik op die tests reageerde.’’ Met 28 hechtingen in zijn hoofd kon hij na twee dagen het UMCG weer verlaten.
Thuis is hij inmiddels aan een nieuwe chemo pillenkuur begonnen. Behalve werken aan zijn fitheid proberen Ria en hij ook zoveel mogelijk gezonde voeding (‘minder vlees’) tot zich te nemen. ,,Een gezonde leefwijze kan maken dat ik misschien maanden langer leef.’’
Veel moeite kost het hem naar eigen zeggen niet om zijn werk als bestuurder achter zich te laten. ,,Ik was nog niet klaar. Natuurlijk had graag ik een aantal zaken af willen maken. Ik kijk terug op een hartstikke leuk leven met Ria en onze vierkinderen en vijf kleinkinderen (een zesde is op komst).’’
Ook op zijn politieke loopbaan kijkt Stomphorst met genoegen terug. ,,De laatste drie jaar als wethouder heb ik ervaren als fantastisch. Hoewel het soms heus wel eens heeft geknald, vormden we samen een leuke ploeg.’’
Aan het einde van het interview kraakt hij nog één kritische noot. Dat is de wijze waarop ons land vormgeeft aan de opvang van Oekraïners. ,,Als Westerkwartier doen we alles wat we kunnen. Maar het gebrek aan privacy dat we kunnen bieden, is eigenlijk beschamend: in het gebouw van de voormalige Gomarus-school in Zuidhorn verblijven zes Oekraïners op één kamer. Dat zou anders moeten. Maar bij gebrek aan meer ruimte zou ik niet weten hoe.”