Dit is de noodopvang in Veendam, dinsdag wonen hier honderd asielzoekers in een autoshowroom

Maandag komt de eerste groep van ongeveer vijftig mensen aan. De tweede groep komt op dinsdag. De groep bestaat volgens het COA uit een mix van gezinnen en alleen reizende mannen.

Zij wonen het komende jaar in een vertimmerde showroom. Tot 2022 zat autodealer Wensink in het pand. Het bedrijf verkocht onder meer Ford en Mercedes. En dat is te zien.

Het gebouw heeft een hoog plafond en een gevel van glas. Die laatste is gedeeltelijk afgeplakt voor de privacy van de bewoners. COA-medewerkers hebben kantoortjes in de hokjes waar klanten onderhandelden over de prijs van hun nieuwe wagen.

De gemeenteraad van Veendam was verdeeld over de komst van de noodopvang. Op 25 maart stemden twaalf raadsleden voor en negen tégen de locatie. Tegenstemmers vonden de locatie ongeschikt voor de opvang van asielzoekers. Ook ondernemers op het industrieterrein waren tegen. Zij vrezen dat de waarde van hun panden daalt.

Toch werd voor de komst gestemd. ,,We laten vluchtelingen niet in de steek en tonen ’Ter Apel’ onze solidariteit”, zei PVDA-fractievoorzitter Rob Haije.

In de showroom zijn inmiddels 25 kamers van zo’n 25 vierkante meter gebouwd. In elk kamertje staan vier bedden, vier kluisjes en vier stoelen. De bewoners kunnen zelf koken. Buiten komt een speelplaatsje voor de kinderen en binnen zijn twee forse recreatieruimtes.

„En hier kunnen we een mooie activiteit van maken voor de bewoners”, zegt locatie-manager Ingeborg Wip. Ze wijst naar de gipswandjes. Die zijn nog niet behangen of gesausd. „Dat kunnen zij mooi doen.”

De opvang in Veendam is maximaal een jaar open. Daarna moeten de bewoners weer ergens anders heen. Daarmee ontlast Veendam het COA weliswaar, maar een structurele oplossing voor de huisvestingscrisis is het niet.

Half juni moet de Expohal in Assen, met plek voor 500 asielzoekers, leeg zijn en al weken slapen er teveel asielzoekers in Ter Apel. „Elke plek telt op dit moment”, zegt COA-woordvoerder Alet Bouwmeester.