'Buurtbemiddelaar' Herman van der Meij voor de opvang aan de Eemsgolaan. Foto: Jan Willem van Vliet
Boosheid en onrust overheersten toen Hoogkerk zich geconfronteerd zag met de komst van 300 asielzoekers. Nu de opvang er is, is de woede geweken. Wat is veranderd? Buurtbemiddelaar Herman van der Meij: „Mensen voelen zich onveilig en machteloos. Daar moet de gemeente iets mee.”
Herman van der Meij (69) wijst naar een metershoog hek tussen de opvanglocatie aan de Eemsgolaan en het voetbalveld van Kids United, een club voor kinderen met een beperking. „Kijk, dit hek is geplaatst na overleg met de gemeente”, zegt hij. „Er waren zorgen dat mensen van het azc zomaar het veld op konden lopen.”
Al wandelend door de wijk laat hij zien welke stappen zijn gezet om het draagvlak voor de opvang van asielzoekers in een kantoorpand te vergroten. „Iets verderop zit een kinderopvang. Ook daar waren zorgen over de veiligheid. Daar zijn duidelijke afspraken over gemaakt.”
Van der Meij, een gepensioneerd jurist, woont al 25 jaar in Hoogkerk – inmiddels op 500 meter van een noodopvanglocatie. De aankondiging op 29 mei 2024 kwam voor hem als een schok. „Mijn vrouw zei: ‘Gefeliciteerd met je verjaardag, en met de komst van 300 asielzoekers over vijf dagen.’ Zo’n ingrijpend besluit zó kort van tevoren aankondigen? Dat voelde als een overval.”
Herman van der Meij bij de voetbalclub van Kids United. Foto: Jan Willem van Vliet
‘Gefeliciteerd met de komst van 300 asielzoekers over vijf dagen.’
De wijkapp ontplofte. Diezelfde avond kwamen bewoners bij elkaar voor een spoedoverleg. „De onrust sloeg direct toe. En de woede was navenant”, vertelt Van der Meij. Om met de buurt in contact te blijven, richtte hij samen met andere bewoners de Facebookpagina ‘Buurtgroep azc Eemsgolaan’ op. Op het hoogtepunt telde de groep zo’n 900 leden.
Ook in woonwagenkamp De Kring was de onvrede groot. „Daar voelde men zich ernstig benadeeld”, zegt Van der Meij. „Sommige mensen wachten al meer dan twintig jaar op een extra standplaats, terwijl er ineens wél plek is voor driehonderd asielzoekers.”
Hij belde direct met de gemeente, waar hij zelf werkzaam is geweest. „Op vrijdagochtend kreeg ik te horen dat de wethouder pas woensdag tijd had, terwijl het azc maandag al open zou gaan. Daar nam ik natuurlijk geen genoegen mee. Maar na een paar telefoontjes kwam er ineens beweging.”
In dit kantoorpand wonen 300 asielzoekers, voornamelijk gezinnen. Foto: Jan Willem van Vliet
De jurist stuitte op jurisprudentie over een vergelijkbare situatie in Uden. Daar oordeelde de rechter dat de opvang alleen kon doorgaan als er een veiligheidsplan lag — met heldere afspraken over toezicht, maatregelen en de afhandeling van incidenten, afgestemd met politie én omwonenden. „Ik heb dat gekopieerd en naar de gemeente gestuurd”, zegt hij. „Met de boodschap: zó willen wij het ook. En uiteindelijk kregen we meer dan verwacht.”
Voorwaarden vanuit de buurt
De gemeente stelde de komst van de opvang uit en betrok de buurt actief bij de plannen. Er werd gesproken met vertegenwoordigers van omliggende bedrijven, bewoners van De Buitenhof en De Kring, en met de Wijkraad Hoogkerk.
Omwonenden stelden twee duidelijke voorwaarden: de opvang moest voornamelijk gericht zijn op gezinnen, en er moest een stevig veiligheidsplan komen. Een onafhankelijk bureau onderzocht de risico’s. Samen met bewoners en de wijkagent werd tijdens een rondgang door de wijk een veiligheidsscan uitgevoerd.
„Het veiligheidsplan moest echt onderdeel worden van de vergunning voor het azc”, aldus Van der Meij. „Alleen dan hebben wij als bewoners iets om op terug te vallen. Als er iets gebeurt, kunnen we naar dat plan verwijzen en dan heeft het ook gevolgen voor het azc. In het begin wilde de gemeente daar niets van weten, maar het is ons tóch gelukt.”
Terugkijkend zegt hij: „Het begon als een grote misstap, maar ik vind dat de gemeente het uiteindelijk goed heeft opgepakt. Ze hebben zich een betrouwbare partner getoond, juist doordat ze hun beloften nakwamen. Zoals het plaatsen van hekken, nog vóór de eerste bewoners arriveerden.”
Een rondslingerend fietsje van de kinderen van het azc. Foto: Jan Willem van Vliet
Van noodopvang naar permanente opvang?
Het kantoorpand aan de Eemsgolaan is sinds december 2024 een noodopvang voor een jaar, met de bedoeling er daarna een permanente locatie van te maken. Na zes maanden volgt nu een evaluatie, waarbij omwonenden via een enquête hun mening kunnen geven. Dit najaar beslist het college of het een azc voor negen jaar wordt.
‘Angst, onmacht, wantrouwen’
In minstens veertien Nederlandse gemeenten zijn recent plannen voor asielopvang geschrapt of uitgesteld na aanhoudende protesten. Terwijl de spanningen elders oplopen, laat Hoogkerk zien dat het ook anders kan. Al betekent dat niet dat alle zorgen in de wijk zijn verdwenen.
Van der Meij ziet vooral angst voor onveiligheid in zijn buurt. „Het gaat vaak om een gevoel”, zegt hij. „Als iemand zich genoodzaakt voelt een camera op te hangen vanwege een besluit van de overheid, is dat ingrijpend. Of dat gevoel terecht is, doet er eigenlijk niet toe. Wat zwaar weegt, is het idee van sommige mensen dat ze geen invloed hebben op wat er gebeurt, in combinatie met een diep wantrouwen richting de overheid. Dat moet je serieus nemen.”
Als iemand zich genoodzaakt voelt een camera op te hangen vanwege een besluit van de overheid, is dat ingrijpend.
Voorlopig geen nieuwe grote opvanglocaties
„We hebben het in het begin niet goed aangepakt”, erkent wethouder Manoeska Molema (GroenLinks). „De nood was hoog, waardoor er veel druk stond op een snelle opening. Maar we hebben geluisterd naar de zorgen van omwonenden. Wel was vanaf het begin duidelijk: de noodopvanglocatie aan de Eemsgolaan komt er, dat stond niet ter discussie.”
Of er ook in Groningen felle anti-azc-protesten te verwachten zijn? Molema ziet daar geen aanleiding toe. „We merken wel zorgen en weerstand, maar voorlopig komen hier geen grote nieuwe opvanglocaties. Er zijn nog zo’n 75 asielzoekers waarvoor we opvang moeten regelen. Als dat lukt, voldoen we aan de spreidingswet. Mocht er later toch een nieuwe locatie komen, dan starten we met een informatieavond waar omwonenden hun zorgen kunnen uiten.”
De wethouder is optimistisch over het draagvlak voor azc’s in Groningen. „Het is mooi om te zien hoe enorm betrokken Groningers zijn. We hopen vooral dat dat zo blijft.”
Het speelveld tegenover de opvanglocatie op kantorenpark Kranenburg. Foto: Jan Willem van Vliet
Wijkrestaurant voor azc-bewoners en buurtbewoners
„We zien vaak dat er in het begin weerstand is; onbekend maakt onbemind”, zegt locatiemanager Ilse Brouwer (COA) van de opvang aan de Eemsgolaan. „Het is natuurlijk ook nogal wat, ineens zo’n opvanglocatie in de buurt. Maar als omwonenden zich gehoord voelen en betrokken worden, verandert er vaak iets.”
Volgens Brouwer is het contact met de buurt inmiddels goed. „Er zijn 27 vrijwilligers uit de omgeving actief bij ons. Zij geven taallessen en begeleiden kinderactiviteiten. De bewoners van het azc worden ook uitgenodigd voor lokale evenementen, zoals het BuitenFestival. En er ligt een plan voor een wijkrestaurant, waarin buurtbewoners en azc-bewoners samen koken en eten. Dat initiatief kreeg veel steun en wordt verder uitgewerkt.”
„We kunnen incidenten nooit volledig voorkomen”, erkent ze, „maar we hebben korte lijnen met de buurt. Er is overleg, we zijn goed bereikbaar, en problemen pakken we samen aan.”
We hebben een linkse gemeente; je krijgt een azc hier niet weg.
Sinds de komst de opvang zijn er een aantal kleine incidenten geweest, vertelt Van der Meij. „Bijvoorbeeld kinderen die over een hek heen klommen. Maar daar wordt dan ook direct iets mee gedaan. Dat is belangrijk voor het draagvlak.”
Hij overwoog even om zich terug te trekken uit het overleg rondom het azc. „Het is wel erg druk geweest”, vertelt hij. Toch bleef hij lid van de omwonendencommissie, in elk geval totdat er duidelijkheid is over de vergunning voor een permanent azc.
Dat dat er komt, lijkt voor hem een uitgemaakte zaak. „Tegen mensen die hier geen azc willen, zeg ik: dus jij bent tegen? Dat gaat je niet lukken. We hebben een linkse gemeente; je krijgt het hier niet weg. Maar van overlast heb je wél last. En daar wil ik wat aan doen.”