Het getuigschrift van de Joodse kelner Jacob Cohen. Bron: Collectie Joods Museum.
In een kringloopwinkel van Mamamini in Groningen is het getuigschrift uit 1912 ontdekt van de Joodse kelner Jacob Cohen, die in concentratiekamp Auschwitz werd vermoord. De koper schonk het onlangs aan het Joods Museum in Amsterdam.
Het getuigschrift is een fraai staaltje art nouveau. Het ‘Bestuur van den Nederlandschen Hotelhoudersbond’ reikte het op 22 april 1912, acht dagen na het vergaan van de Titanic, uit aan Jacob Cohen. Dit vanwege ‘vijfjarige getrouwe en eerlijke plichtsbetrachting’. Cohen werkte als ‘kellner’ in Café-Restaurant Hollandais aan de Dagelijkse Groenmarkt in Den Haag.
Voor paar euro gekocht
Via onnavolgbare wegen belandde het getuigschrift op een plank in de kringloopwinkel Mamamini in het Noorderplantsoen. Daar ontdekte een verzamelaar het vorig jaar . „Ik kom vaak in de kringloopwinkel en vond dit echt een prachtig object.” De verzamelaar wil niet met zijn naam in de krant. „Niet iedereen hoeft te weten dat ik kunst verzamel.”
Hij kocht het getuigschrift voor enkele euro’s en nam het mee naar huis. „Op een gegeven moment vond ik dat de historische waarde van het document de esthetische oversteeg en heb ik contact gezocht met de conservator van het Joods Museum in Amsterdam. Daar wilden ze het getuigschrift graag in de collectie opnemen.”
‘Tastbare herinnering’
Conservator Lisa de Goffau nam het onlangs dankbaar in ontvangst. „We hebben een prachtige collectie rond Joodse bedrijven en ondernemerschap. Ons doel is onder meer om van ieder slachtoffer van de Holocaust iets tastbaars in de collectie op te nemen, iets dat aan het leven van de betrokkene herinnert voordat de Shoah begon. Dit is een prachtig geïllustreerd getuigschrift, gedrukt bij H.A. van Olphen in Haarlem.”
Het was nog even een puzzel om informatie over deze Joodse kelner te vinden. „Jacob Cohen is een veelvoorkomende naam. Ik vond eerst een Jacob Cohen die het qua leeftijd zou kunnen zijn, maar die altijd in Groningen heeft gewoond.” Uiteindelijk vond ze de juiste. „Jacob Cohen werd op 8 februari 1880 geboren in Dordrecht. Zijn ouders heetten Meijer Joseph Cohen en Rosetta Cohen-de Heer. Het gezin bestond uit tien kinderen. In 1905 trouwde Jacob met Esther Meijer.” Ook zij werd, net als haar echtgenoot, op 10 september in Auschwitz vermoord.
Dochter overleeft de oorlog
„Het echtpaar verhuisde op enig moment naar Scheveningen, waar het in ieder geval in 1942 woonde. In september 1942 werd Jacob Cohen in Westerbork gevangengezet. Vanuit daar werd hij op 7 september naar concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz gedeporteerd en bij aankomst vermoord op 10 september 1942.”
Het echtpaar had drie dochters. ,,Rozetta en Sophia zijn ook in Auschwitz omgebracht. Een derde dochter heeft de oorlog overleefd.” Vanwege privacyoverwegingen wordt de naam niet bekendgemaakt.
Het in Groningen opgedoken getuigschrift wordt voorlopig in het depot bewaard. „Het is nog onbekend wanneer het wordt tentoongesteld.”