Elke woensdag geeft Jelte Olthof, universitair docent Amerikanistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, commentaar op de politiek van de Amerikaanse president Trump. Vandaag aflevering 13.
„Trump voert een kruistocht tegen ‘radicaal-links’. Daaronder verstaat hij zo’n beetje iedereen die een mening heeft ter linkerzijde van zijn eigen standpunten. In zijn verkiezingscampagne sprong hij nog op de bres voor het ongebreidelde recht op vrijheid van meningsuiting, maar in de praktijk geldt die kennelijk alleen voor mensen die het met hem eens zijn.
Interessant is dat Republikeinen in het verleden vaker grote voorstanders waren van onbeperkte vrijheid van meningsuiting. Überhaupt is er in Amerika van oudsher veel respect voor het recht van andersdenkenden om hun mening te uiten. Maar in de tweede regeerperiode van Trump en vooral na de moord op Charlie Kirk wordt vanuit het Witte Huis en de Republikeinse Partij gehamerd op inperking van het recht op vrijheid van meningsuiting voor mensen met wie ze het niet eens zijn.
‘Zijn werkgever zette hem een dag later op straat’
De klopjacht op mensen met een andere mening dan Trump beperkt zich niet tot presentatoren van latenightshows als Stephen Colbert en Jimmy Kimmel, die inmiddels van zijn werkgever ABC mag terugkeren.
Zo stuitte ik via de ACLU (American Civil Liberties Union), die in Amerika opkomt voor het recht op vrijheid van meningsuiting, op een artikel over Tennessee. Een docent had meteen nadat Kirk was doodgeschoten een link op Facebook geplaatst naar diens bekende uitspraak dat ‘het recht op wapenbezit helaas gepaard gaat met onschuldige slachtoffers’. Voor zijn werkgever was dat aanleiding hem op straat te zetten.
‘Parallel met tijdperk McCarthy’
Dat staat niet los van de oproepen van zowel JD Vance als Donald Trump om kennissen en collega’s die kritiek hebben op het Trumpiaanse gedachtengoed erbij te lappen. Het is tekenend voor de huidige heksenjacht in de VS. In Amerika wordt al een parallel getrokken met het tijdperk van McCarthy, die in de jaren vijftig burgers ophitste om mensen aan te geven van wie ze dachten dat ze communistische sympathieën hadden.
Hopelijk roept een rechter dit soort praktijken een halt toe. In principe mag de Amerikaanse overheid een werknemer met een onwelgevallige mening niet zomaar op straat zetten. Maar de vrees is dat het van kwaad tot erger gaat. Als mensen de wensenvan Trump klakkeloos uitvoeren is dat een angstaanjagende ontwikkeling.”