Stappers voelen zich niet veilig in Stad. 'Mensen lijken echt op zoek naar ruzie'

„In het weekend hangt er een grimmige sfeer in de stad”, schrijft iemand in reactie op de oproep van stadsblog Sikkom om ervaringen te delen over het uitgaan in Groningen.„Mensen lijken echt op zoek naar ruzie.” Deze persoon is één van de 689 mensen die reageerden. En veel van hen geven vergelijkbare antwoorden. Van de 689 mensen geven 404 mensen aan dat ze zich niet veilig voelen in de stad. 284 mensen, zo’n 41 procent, voelen zich wel veilig.

Dat veel mensen zich onveilig voelen komt natuurlijk niet uit het niets. Er gaat volgens politiechef binnenstad Gerard de Jonge geen nacht voorbij zonder incident. Dat gaat van steek- en schietpartijen tot drugsdealers met messen op zak en stappers die vuistslagen en kopstoten krijgen, vertelde hij in een eerder interview.

„Ik woon zelf in de Peperstraat. Er gebeurt elke week weer wat en ik hoor elke avond wel wat geks”, schrijft iemand. „Gelukkig hebben wij een beveiliger voor de deur en voel ik me iets veiliger, maar er gebeurt de laatste tijd wel erg veel.”

Hoewel de meeste incidenten tijdens een stapnacht volgens De Jonge plaatsvinden in de eerste helft van de nacht, tot een uur of 3, neemt later in de nacht de heftigheid en ernst van de incidenten toe.

Het is iets waar mensen rekening mee houden als ze uitgaan. Sommigen geven aan dat ze door alle incidenten van de laatste tijd niet graag de stad in gaan. En doen ze dat wel, dan zijn ze extra alert op wat er om hen heen gebeurt. „Je moet altijd alert zijn op mensen met verkeerde intenties die onder invloed zijn.”

Ook mensen die aangeven dat ze zich wél veilig voelen, zeggen in veel gevallen dat dat zo is omdat ze rekening houden met eventuele opstootjes. Ze gaan eerder naar huis, vermijden bepaalde kroegen of delen van de Peper- en Poelestraat of voelen zich veilig omdat ze vinden dat portiers hun werk goed doen. Of ze hebben zelf geen last van ongure types of vervelende situaties, maar kunnen zich wel voorstellen dat anderen dat hebben.

Ook zeggen mensen dat ze in het weekend de stad niet meer ingaan. Doordeweeks is de sfeer beter. Datzelfde geldt ook voor bepaalde kroegen. Dus kiezen ze ervoor alleen daarheen te gaan en niet van de ene naar de andere bar te hoppen. Maar toch: iedereen moet op een bepaald punt de straat op om naar huis te gaan.

We vroegen ook wat stappers als mogelijke oplossingen voor (het gevoel van) onveiligheid zien. Politiechef De Jonge gaf bijvoorbeeld aan dat betrokkenen zouden moeten overwegen of een sluitingstijd een optie is. De gemeente Groningen was in de jaren 90 de eerste die de sluitingstijden helemaal vrijliet. Iedereen is daar aan gewend geraakt en de stappers van nu weten niet beter.

Er zitten dan ook voordelen aan. Eén daarvan is dat het uitgaanspubliek kroegen, cafés en clubs verspreid verlaat. Ook geeft het Groningen een goede reputatie als uitgaanstad. Het nadeel is dat het meeste geweld na 3 uur plaatsvindt. In andere steden, zoals Breda en Eindhoven, zijn ze juist fan van een sluitingstijd. In Eindhoven mag een zaak zo lang open blijven als gewenst, maar na 2.00 uur of 4.00 uur niemand meer naar binnen laten.

Maar weinig mensen in Groningen - in de horeca, bij de gemeente - zitten te wachten op sluitingstijden. De respondenten kregen ook deze optie voorgelegd. Bij de stappers zelf is het ook verreweg de minst populaire oplossing. Slechts 126 mensen stemden voor deze optie.

Het liefst zien mensen (474) graag meer agenten op straat. Dat is geen mogelijkheid, zei politiechef De Jonge eerder al. Er lopen elke uitgaansnacht tien agenten rond in de twee uitgaansstraten, terwijl de rest van de stad er drie krijgt. 434 mensen zien preventief fouilleren als een goede oplossing, 427 mensen willen meer camerabewaking, 376 willen een strenger deurbeleid, 252 zien graag betere trainingen voor horecapersoneel en 195 mensen willen dat bepaalde kroegen gesloten worden. Mensen konden overigens voor meer dan één optie kiezen bij deze vraag.