Het aantal officiële meldingen van seksuele en criminele uitbuiting in Groningen blijft ver achter bij wat hulpverleners wekelijks zien. Een aanzienlijk deel van de slachtoffers wordt bovendien in zorginstellingen geronseld. „Dat is zorgelijk.”
Gedwongen prostitutie, geld moeten witwassen of diefstal moeten plegen. Deze vormen van uitbuiting komen in de gemeente Groningen veel vaker voor dan uit de officiële registraties blijkt. Dat laat onderzoek van het Centrum Kinderhandel & Mensenhandel (CKM) zien, waarbij onderzoekers meer dan 200 mensen uit de jeugdzorg, sociaal maatschappelijke hulpverlening, het onderwijs en anderen hebben bevraagd. Het onderzoek is gedaan in opdracht van de gemeente Groningen.
Iets meer dan de helft van de hulpverleners heeft in de afgelopen twee jaar bij één of meerdere personen het vermoeden gehad dat diegene seksueel of crimineel werd uitgebuit. Het onderzoek laat zien dat de groep enkele honderden personen bedraagt. Maar het aantal officiële registraties bij het Zorg- en Veiligheidshuis Groningen bleef in 2022 beperkt tot 29 meldingen en 3 daadwerkelijk vastgestelde slachtoffers.
Te weinig hulpverleners pakken door
De meeste hulpverleners melden hun zorgen over uitbuiting niet. Hoewel 81 procent het wel bespreekt met bijvoorbeeld collega’s, pakt maar 17 procent daadwerkelijk door met een melding. „En 20 procent doet er eigenlijk helemaal niks mee”, zegt onderzoeker Sjoerd van Bemmel van het CKM. „Dat is zorgelijk. Een aantekening in het systeem van het vermoeden dat iemand gedwongen wordt, kan heel belangrijk zijn als iemand later met het strafrecht in aanraking komt.”
Er is volgens Van Bemmel onvoldoende kennis en bewustzijn bij professionals. Dat is niet uniek voor Groningen, zegt hij. Onderzoek laat zien dat het ook in steden als Leeuwarden, Enschede en Amsterdam zo is. „Hulpverleners weten niet goed waar ze terecht kunnen met hun zorgen.” Van Bemmel roept de gemeente Groningen daarom op dat beter inzichtelijk te maken en eventuele drempels weg te nemen.
In vele soorten en maten
Seksuele en criminele uitbuiting is er is vele soorten en maten. Bij seksuele uitbuiting gaat het volgens Van Bemmel vaak over loverboy-praktijken of gedwongen prostitutie. „Dat kan zichtbaar zijn in de raamprostitutie, maar in de praktijk is dat steeds vaker in hotelkamers of andere plekken waar je het niet ziet.” Bij criminele uitbuiting lopen de kwetsbare jongeren zelf alle risico’s, maar gaat de grote buit naar de opdrachtgever.
„In Den Haag was er een zaak met twee jongens van 11 jaar oud die een explosief op een deur moesten plakken”, vertel Van Bemmel. „Eén op de tien explosievenleggers is minderjarig. In de drugshandel brengen minderjarigen pakketjes van a naar b. Maar mij is ook een zaak bijgebleven waarbij een jongen een aantal gram cocaïne moest verhandelen, is bestolen door anderen die in het complot zaten en vervolgens kon hij jarenlang zijn schuld betalen. Het is een vooropgezette geraffineerde wijze van ronselen.”
Van Bemmel waakt er voor om deze jongeren als dader te zien terwijl ze in werkelijkheid vaak slachtoffer zijn. Ze worden ook steeds jonger, is zijn beeld. „Het is een maatschappelijk probleem met jongeren die gedesillusioneerd opgroeien in kwetsbare omstandigheden en wijken, waar criminelen op inspelen. Een deel van deze jongeren kan dat niet doorzien.”
Geronseld in zorginstelling
Zorgwekkend vindt Van Bemmel het feit dat meer dan de helft van de vermoedelijke slachtoffers in een zorginstelling is geronseld of daar woont. „Dit is een kwetsbare groep die niet voor niets in een zorginstelling woont: ze zitten daar voor hun veiligheid.” Hij geeft voorbeelden van drugsdealers van 14 jaar oud of meisjes die gedwongen worden tot prostitutie.
De kwetsbaarheid van deze (met name) jongeren maakt ze een makkelijke prooi voor kwaadwillenden. Ze zijn vaak licht verstandelijk beperkt, komen uit een instabiele thuissituatie en hebben eerder met geweld of psychische problemen te maken gehad. „Hun achtergrond maakt ze makkelijk over te halen”, zegt Van Bemmel. „Je moet er alles aan doen om jongeren de zorg en bescherming te bieden die ze nodig hebben. Juist op de plek waar ze voor hun eigen bescherming zitten omdat het niet goed met ze gaat. Dat maakt het zorgelijk dat dit meest genoemde plek is.”
Om welke zorginstellingen het precies gaat, wordt uit het onderzoek niet duidelijk. De vragenlijsten zijn allemaal anoniem ingevuld. Het CKM raadt de gemeente Groningen daarom aan verder onderzoek te doen naar de zorginstellingen.
‘Serieus mee aan het werk’
Een nieuw onderzoek gaat de gemeente niet doen, laat wethouder Manouska Molema (GroenLinks) weten. Wel gaat ze begin volgend jaar in gesprek met zorginstellingen om te zien welke maatregelen nodig zijn om kwetsbare mensen beter te beschermen tegen mensenhandelaren. „Zodat mensenhandelaren daar geen slachtoffers kunnen ronselen. Daar moeten wij mee aan de slag.”
„Het probleem is vele malen groter dan het aantal meldingen en daar schrik ik van”, zegt Molema. „Het aantal meldingen moet omhoog. Wij gaan met prioriteit de obstakels voor het doen van een melding wegnemen. Het is een groot maatschappelijk probleem waar we serieus mee aan het werk moeten in een brede aanpak van mensenhandel.”
Hulp
Word jij gedwongen om iets tegen je wil te doen, of heb je het vermoeden dat iemand die je kent hiervan slachtoffer is? Voor een luisterend oor, advies en hulp kun je anoniem terecht bij www.chatmetfier.nl.