Architect Koen van Velsen van het nieuwe Hoofdstation in Groningen is teleurgesteld dat de verbindingen tussen het station en de stad, zoals de zuidentree, nog (lang) niet klaar zijn. Foto: Jaspar Moulijn
Architect Koen van Velsen is blij dat Groningen ‘zijn’ Hoofdstation zondag eindelijk kan bewonderen en gebruiken. „Maar het is erg jammer dat de aansluiting met de stad nog ontbreekt.”
Voor Koen van Velsen, die komende week 73 jaar hoopt te worden, is de ingebruikname van het nieuwe Hoofdstation in Groningen een mooi verjaardagscadeautje. Maar hij loopt er zondag niet trots doorheen.
„Ik ben niet zo gauw trots. Laat dat maar over aan de mensen die het verdienen: de bouwers van Strukton, zeker die honderden mensen die sinds 10 mei dag en nacht bij toerbeurt keihard hebben gewerkt om dit in 64 dagen voor elkaar te boksen. Het ging haast te snel om te volgen”, zegt de architect uit Amsterdam.
Hij is blij dat de treinen rijden, maar waarschuwt voor te hoge verwachtingen: het station is nog niet klaar. „De treinen van Arriva en NS krijgen een nieuwe plek en het ondergrondse reizigersplein is klaar, inclusief opgangen en perrons. Maar de bouwers moeten nog een jaartje hard doorwerken. Tot dan is er weinig verpozing en zijn belangrijke verbindingen er nog niet.”
Onder hoogspanning
Van Velsen zou dinsdag de verlichting van het ondergrondse reizigersplein in Groningen bekijken (,,wat zal het daar op een warme dag lekker koel en druk zijn”), maar kreeg op het laatste moment een seintje dat hij thuis kon blijven. „Het was nog niet klaar, ik moest een dagje wachten. Geeft niet. Het toont wel aan dat de bouwers onder hoogspanning staan, zoals vaak voor het afronden van grote projecten.”
Koen van Velsen is architect van het nieuwe station van Groningen. Foto: Jaspar Moulijn
Dat iedereen het deels ondergrondse station eindelijk kan bekijken, stemt hem tevreden. „De meeste mensen hebben er tot dusver niks van kunnen zien, dus ik ben benieuwd naar de reacties. Beneden is het zo goed als klaar en langzaam begint het boven ook wat te worden. Vanaf het Emmaviaduct zie je straks het gras op de perronkappen uitgroeien tot weelderige tuinen.”
Zijn ontwerp bouwt voort op dat van station Breda (2016), waarvoor hij werd beloond met een zesjarige benoeming tot spoorbouwmeester. Het Hoofdstation van Groningen verandert ook in een OV-knooppunt waar treinreizigers, voetgangers, fietsers, taxi’s, auto’s (Kiss&Ride), bussen én ‘de stad’ bij elkaar komen.
Station als stadsdeel
„De kunst is om een station, vaak een eilandje op zich, om te vormen tot wezenlijk onderdeel van een (binnen)stad. En het openbaar vervoer zo te organiseren dat alle verkeersstromen elkaar niet in de weg zitten”, duidt Van Velsen zijn filosofie.
Hij is eraan verslaafd geraakt. „Als spoorbouwmeester ben ik geïnfecteerd door stations en stationsomgevingen, en daar kom ik moeilijk vanaf. Het is mooi werk om ingewikkelde puzzels op te lossen en knopen te ontrafelen.”
Op het Hoofdstation staan drie soorten perronkappen: historische, monumentale en nieuwe. Boven de NS-perrons staan deze nieuwe: de lichtste. Foto: Peter Wassing
Met de stad Groningen had Van Velsen tot dusver weinig, behalve zijn ontwerp voor het busknooppunt UMCG Noord (Bloemsingel). „Ik was hier als kind een of twee keer met mijn ouders, verder niet. Vóór de aanbesteding heb ik me natuurlijk wel uitgebreid laten informeren over de plannen met het stationsgebied. En ik heb veel rondgelopen.”
Dankzij hem krijgt Groningen een extra stationsplein, aan de ‘achterkant’ van het monumentale stationsgebouw uit 1896. Dat gebouw, van Van Velsens voorganger Isaac Gosschalk, blijft de centrale plek op het station. Het is de locatie waar het ondergrondse reizigersplein op uitkomt.
Dat gebouw krijgt mogelijk een tweede leven. NS heeft plannen om het te restaureren en meer functies te geven. „Aan de spoorkant maken wij alvast een nieuw stadsplein, dat bedoeld is als ontmoetingsplek voor iedereen in de stad. Dus niet alleen voor reizigers. Als het station goede verbindingen krijgt, komen veel mensen er vanzelf langs en wordt het een logische plek om af te spreken.”
Zitjes op plek oude sporen
„We planten bomen, maken terrassen, er komen nog meer historische perronkappen terug en we bouwen winkels met doorzichten op het plein én in het dat mooie oude gebouw. En openbare zitjes op de plek waar in juni nog treinen stonden. Maar zoals gezegd: er staan nu nog hekken en schuttingen.”
Koen van Velsen. Foto: Jaspar Moulijn
Qbuzz neemt het busstation ook pas volgend jaar in gebruik, als de bustunnel is afgebouwd. En de grote fietsenstalling onder het reizigersplein, op etage -2, ligt er voorlopig eveneens ongebruikt bij.
„Dat vind ik erg jammer, want die bijna zesduizend fietsenrekken kun je vanuit het reizigersplein zien, en je ziet de fietsers straks ook in- en uitrijden. Dat geeft reuring in het gebouw. En het is iedereen die met de trein aankomt meteen duidelijk dat Groningen een fietsstad is.”
Voor de ontsluiting moet Strukton nog een fietstunnel bouwen vanuit het Stadsbalkon, onder het historische gebouw en het nieuwe stationsplein door. „Ingenieurs zorgen ervoor dat dat veilig gebeurt, net als bij andere ingewikkelde projecten in de wereld. Dat moet doorgaan, want het hele ontwerp is op die fietsenkelder gebaseerd.”
‘Kan niet wachten op zuidplein’
Fietsers hebben pech dat de andere toegang tot de fietsenkelder, vanuit het zuiden, ook nog niet klaar is. Dat duurt duurt tot verdriet van Van Velsen mogelijk nog een paar jaar.
Informatieborden boven het brede ondergrondse reizigersplein, tevens openbare voetgangersverbinding tussen binnenstad en zuidelijke stadswijken. Foto: Peter Wassing
Daar komen fietsers, en voetgangers, straks het station in via een groen, verdiept plein in de nieuwe buurt tussen station en Rivierenbuurt. Het plein sluit naadloos aan op de brede, zuidelijke ingang van het reizigersplein. Voorlopig blijft de damwand staan en is er alleen een trap.
„Ik kan niet wachten tot het plein klaar is, want dat is een essentiële verbinding. Het was fijner geweest als het bij onze opdracht had gezeten, dan was het volgend jaar klaar geweest. Nu pakt de gemeente het plein op als wij weg zijn.”
Loyale aannemer
De wens om de voetgangerstunnel recht tegenover de historische stationshal te bouwen, was al bepaald voor de aanbesteding en daar kan Van Velsen het alleen maar mee eens zijn.
„Dat hadden we niet anders gewild. Door de symmetrie is die hal het logische stationshart, en de beste plek om op uit te komen met zo’n nieuwe as. Strukton heeft wel een huzarenstukje geleverd, door zo dicht bij zo’n monumentaal gebouw zo diep de grond in te gaan.”
Strukton heeft een huzarenstukje geleverd
De bouwers liepen een flinke scheur in de broek op door het project, in een financieel toch al zware periode voor Strukton. Door allerlei omstandigheden ontstond jaren vertraging. En toch is er daardoor niks aan de plannen veranderd, zegt Van Velsen.
„Als je eenmaal een contract hebt getekend, mag een aannemer niks meer wijzigen. Maar ik moet je zeggen dat ik in mijn hele leven niet eerder een aannemer heb gezien die zo loyaal naar de opdrachtgever bleef.”
Hoge verwachtingen
Van Velsen, die zelf niet altijd de trein pakt (,,alleen als ik gemakkelijk bij mijn bestemming kan komen”), verwacht dat bezoekers zich prettig voelen in het nieuwe station, zonder zich bewust te zijn van de reden. „Dat gevoel ontstaat door de ruimte, de eenvoud, de aansluiting op het oude gebouw, de warme, wat gelige kleur (in plaats van betongrijs, red), het metselwerk en de lichtinval.”
Architect Koen van Velsen, deze week in het nieuwe, ondergrondse deel van het Hoofdstation in Groningen dat door hem is ontworpen. Foto: Jaspar Moulijn
Is het Hoofdstation nu al een echt Van Velsen-station, of moeten we daarvoor nog een jaartje wachten?
„Het zou kunnen dat anderen dat zien, maar dat vind ik moeilijk om te zeggen. Op onderdelen hoort het ontwerp specifiek bij Groningen. Maar de eenvoud en duidelijkheid die ik op stations graag zie, met aan de andere kant een prettige verblijfsruimte, zit er wel in.”
Dat Groningen niet heeft gewacht op de komst van Lelylijn dan wel Nedersaksenlijn, kan Van Velsen wel waarderen. „Je kunt niet wachten tot je alles weet, want je weet nooit alles. Er komen altijd nieuwe omstandigheden en uitdagingen. Een station is geen eenmalig project, maar een ontwikkeling die nooit stopt. Er komen nieuwe eisen, andere manieren van reizen, nieuwe verbindingen en er worden steeds oplossingen bedacht. Als we hadden gewacht op de Lelylijn, waren we niet zo ver geweest. En ik vind het nu al veel te lang duren.”