Franse trekkers bij een protest op de A4 ten oosten van Parijs op maandag 29 januari met de tekst 'ons eind is straks jullie honger'. Foto: AFP
Boze boeren blokkeren overal in Europa wegen. Maandag stonden de straten in Frankrijk en België vol met trekkers. Eerder deze maand protesteerden boeren in Duitsland, Italië, Litouwen, Roemenië en Polen. Wat is er aan de hand? Vijf vragen.
Protesteren alle boeren om hetzelfde?
Niet helemaal. In België zijn agrariërs het niet eens over de stijgende kosten, zonder betere prijzen voor hun producten. Net als in Nederland is men niet blij met de aangescherpte stikstofregels. In Duitsland en Frankrijk zijn boeren boos over een geschrapt belastingvoordeel op diesel. In Frankrijk speelt bovendien chagrijn over toenemende import. Vrijhandelsakkoorden zien Franse boeren als oneerlijke concurrentie.
In Polen en andere Oost-Europese landen voelen boeren zich achtergesteld ten opzichte van hun collega’s in West-Europa. Ook is men niet blij met de import van goedkoop graan uit Oekraïne. Boeren uit Polen, Hongarije en Slowakije blokkeerden wekenlang de grens.
Tegelijkertijd rantsoeneert de Europese Unie de grote subsidietrog die na de Tweede Wereldoorlog moest zorgen voor voedselzekerheid. Tussen 2005 en 2020 nam het aantal boeren in Europa met vijf miljoen af, volgens Europese statistiekbureau Eurostat. Boeren voelen zich steeds meer onder druk gezet. Een blauwe koe met de gouden Europese Unie-sterren werd vorige week aan een strop aan een graafmachine door de straten van Brussel gereden.
Is er ook een gezamenlijke noemer voor alle protesterende boeren?
De gezamenlijke noemer in de protesten is een gevoel van onderwaardering, onderbetaling en bovenal te hoge regeldruk. „Natuurlijk waren er vroeger ook wel regels over de kwaliteit van melk of bestrijding over schadelijke planten. Maar recenter zijn er veel milieu-, klimaat- en dierwelzijnsregels bijgekomen”, verklaart Dirk Strijker, emeritus-hoogleraar plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Al die extra regels botsen met de boerenmentaliteit van ad hoc beslissingen nemen. Het is nú mooi weer, dus er moet nú gemaaid worden. Regelingen zijn rigide en komen soms slecht uit. Neem de recente wetgeving over aardappelrooien. Consumptiepiepers moesten voor 1 oktober uit de grond om stikstofuitspoeling te voorkomen met een ‘vanggewas’. Deden boeren dat niet, dan mag men komend jaar minder stikstof uitrijden. Strijker: „Maar het was rond die tijd hartstikke mooi weer, normaal laten boeren de gewassen dan groeien voor een hogere opbrengst.”
Dus boeren willen minder regels. Dan doen we dat toch?
We hebben groot klimaatprobleem en aantal milieuproblemen. Als je geen maatregelen neemt, loopt het uit de hand. Neem de mestregels in Nederland: bij sommige boeren valt uitspoeling mee, maar gemiddeld genomen moet er wel wat veranderen. Te vies oppervlaktewater brengt drinkwater in gevaar. „Een weg terug is er niet”, aldus hoogleraar Strijker. „Landbouw is te ingebed in onze maatschappij om zonder veel van de huidige regels te functioneren.”
Maken politieke partijen dankbaar gebruik van het boerensentiment?
Rechts-populistische partijen gebruiken de boeren als symbool van verzet tegen het overheidsingrijpen en alle (klimaat)regels. ,,Maar zelfs populisten kunnen alle regels die er zijn voor de boeren niet veranderen, al beloven ze dat wel”, denkt Strijker. Alternative für Deutschland of Front National van Marine le Pen willen laten merken dat ze aan de kant van de boeren staan, evenals PVV of BBB in Nederland, maar een langetermijnsoplossing hebben ze niet.
Dat de Franse premier boeren tegemoet is gekomen en toch de belastingverhoging op diesel schrapt, is tijdelijk, verwacht Strijker. „Het staat even in de ijskast, maar als je van fossiele brandstoffen af wil is het niet logisch om daar nog heel lang subsidies op te geven.”
Nederlandse boeren waren in 2019 de eerste met de boerenprotesten. Nu lijkt het hek van de dam in Europa. Wat is de oplossing?
Boeren hebben met hun trekker automatisch iets waarmee ze een machtsfactor zijn. Als je uit de boerenconflicten wil komen, zal je de agrariërs anders moeten behandelen, denkt Martijn van der Heide, bijzonder hoogleraar natuurinclusieve plattelandsontwikkeling bij de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is het met Strijker eens. Volgens hem zitten we door de laatste decennia aan landbouwbeleid met een hele efficiënte sector, iets wat tevens leidt tot vervuiling, vermesting, verdroging en verzuring. Als je daarvan af wil, moet je de hele sector transformeren. Dat kost tijd.
„Geef boeren die tijd, luister naar ze en neem het hele voedselsysteem mee. Boeren hebben nu het gevoel dat ze in hun eentje alle problemen moeten oplossen, terwijl ze maar een radertje zijn in een heel systeem.” Ook inkooporganisaties, supermarkten, de aanleverende industrie en consumenten kunnen veel meer doen.
,,Ik snap hun radeloosheid”, vervolgt Van der Heide. ,,Boeren betalen tienduizenden euro’s aan emissiearme staltechniek als uitweg uit de stikstofcrisis, en dan is het weer niet voldoende. Boeren moeten weten waar ze aan toe zijn; daarvoor heb je een betrouwbare overheid nodig. Ik heb geen goed woord over voor boeren die strobalen in de fik steken op de snelweg, maar dat zijn niet de boeren die ik spreek.”