De Groninger Staten roepen staatssecretaris Vijlbrief op het matje over het instellen en twee dagen later ook weer opheffen van een waakvlamscenario bij het Groninger gasveld. Foto: DvhN
De ‘kleine lettertjes’ hebben de provincie Groningen deze week overvallen bij het Haagse besluit om de gaskraan toch weer open te draaien. „En dat zou zomaar nog twee of drie keer kunnen gebeuren deze winter”, waarschuwt gedeputeerde Susan Top.
Staatssecretaris Hans Vijlbrief verraste maandag vriend en vijand met de mededeling dat twee van de elf gasputten in het Groningenveld toch weer open moesten vanwege de plotselinge winterkou.
De Groningers zijn overdonderd en woedend. Woensdag liet Vijlbrief al weer weten dat de gasputten inmiddels van de ‘waakvlam’-stand kunnen bij de nieuwe weersvoorspellingen, maar dat neemt de opgelaaide boosheid en argwaan niet meer weg in de provincie.
Den Haag kan niet onder waakvlam uit bij lage ‘gevoelstemperatuur’
Zelfs voor gasgedeputeerde Susan Top kwam Vijlbriefs waakvlambesluit maandag als een donderslag bij heldere hemel. Toen de kraan in oktober dichtging na zestig jaar gaswinning in Groningen, verzekerde de staatssecretaris nog dat die alleen bij dreigende gastekorten door langdurige extreme kou weer open kon. En nu was het bij het eerste nachtje vorst al zover.
Groningen is op het verkeerde been gezet, stelde Top woensdag in een spoeddebat dat de Groninger Staten aan de gang van zaken wijdden. De ‘zeer uitzonderlijke situatie’ waarover Vijlbrief steeds sprak, blijkt toch niet zo heel uniek, moest de Groninger gedeputeerde uitvinden via navraag in Den Haag.
Want het zogeheten Vaststellingsbesluit waarin de afbouw van de Groningse gaswinning is geregeld, gaat bij nader inzien niet uit van een langdurige periode van strenge vorst, maar van een zogeheten ‘gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur’. Daarbij telt niet alleen de thermometerstand, maar vooral de ‘gevoelstemperatuur’. Als die volgens het KNMI door een kille wind gedurende 40 uur gemiddeld onder de 6,5 graad onder nul zakt, treedt het waakvlamscenario al in werking.
Gasbesluit blijkt toch precies zo onduidelijk als Groningen vreesde
Daar heeft de staatssecretaris volgens Top eerder nooit over gerept, en ook de ambtenaren van zijn ministerie van economische zaken niet. Oók niet bij het kortgeding bij de Raad van State waarin de provincie kort voor kerst nul op rekest kreeg met een verzoek om het vaststellingsbesluit te schorsen. Dat Gasbesluit blijkt dus precies zo onduidelijk als de provincie daar heeft betoogd.
Zoals de regels nu op papier staan, móet de staatssecretaris het waakvlamscenario in werking zetten bij een etmaal van gemiddeld 6,5 graad vorst, blijkt nu. Hij kan het weer herroepen zodra de gevoelstemperatuur aantrekt. Maar ondertussen moet evengoed een minimale (onderhouds)hoeveelheid gas uit Groningen worden gewonnen zodat de productie direct kan worden opgevoerd als de kou doorzet en het er echt op aankomt.
„Eigenlijk zou je willen dat er een andere afweging gemaakt kan worden”, vindt Top. „Maar die ruimte heeft het ministerie in de wet niet voor zichzelf georganiseerd.” In haar ogen was maandag helemaal geen noodscenario nodig, want de kou houdt deze week maar kort aan en de gasopslagen zitten vrijwel vol. Een tekort is dan ook niet aan de orde en dus zou Den Haag de waakvlam-optie terzijde moeten kunnen schuiven.
Gedeputeerde legt addertje onder het gras alsnog voor bij Raad van State
De gedeputeerde wil daarover alsnog aanvullende afspraken maken in een gesprek met de staatssecretaris. Ook legt ze dit addertje onder het gras alsnog voor aan de Raad van State, waar de provincie na het teleurstellende kortgedingvonnis ook nog een bodemprocedure heeft lopen.
De provinciepolitiek blijft ondertussen woedend. Niet alleen over de gang van zaken, maar ook over de communicatie door Vijlbriefs ministerie. Dat seinde het provinciebestuur niet vooraf in over het waakvlambesluit, maar pas tegelijkertijd met de media en de Tweede Kamer. „Het is bizar dat wij hier uit de media over moesten vernemen”, aldus fractievoorzitter Dries Zwart van de Partij voor het Noorden, initiatiefnemer van het debat.
Dat willen de Staten zich niet nog eens laten gebeuren. Het ministerie van economische zaken moet eerder en beter communiceren over kwesties die betrekking hebben op de gaswinning. En daarover wil de provinciepolitiek ook snel rond de tafel met Vijlbrief zelf, staat in een motie die PvhN met steun van SP, CDA, BBB, Volt, Partij voor de Dieren, GroenLinks en PvdA. Alleen FvD, D66, ChristenUnie en de VVD steunen de motie niet, die laatste drie partijen zijn niet toevallig ook partners in het demissionaire kabinet.
D66-Statenlid steunt partijgenoot Vijlbrief en kaatst bal naar provincie
D66-woordvoerder Floor Buigel wekte irritatie bij haar collega-Statenleden toen ze in de bres sprong voor haar partijgenoot Vijlbrief en de bal terugkaatste naar de provincie. Gedeputeerde Top en en haar ambtenaren hadden beter moeten opletten en de Groningers erop moeten voorbereiden dat het Groningenveld weer op de waakvlamstand kon worden gezet. „Iedereen die het vaststellingsbesluit heeft kunnen doorlezen, kon weten dat dit mogelijk zou kunnen gebeuren.”
„Juridisch en technisch kan er van alles mogelijk zijn”, reageert een woedende SP-aanvoerster Agnes Bakker. „Maar ik hoop toch dat we hier met z’n allen uitspreken dat dit menselijk gezien een onmogelijk besluit is.” Ook CDA, PvdA en GroenLinks zijn hard in hun kritiek. De gang van zaken wakkert de argwaan opnieuw aan, ook over de beloofde ‘definitieve’ stop van de gaswinning vanaf oktober. „Hoe definitief is dat eigenlijk als de kraan na een nachtje vorst alweer op de waakvlam gaat?”, aldus Kristel Rutgers-Swartjes.
Top voelt zich niet aangesproken door de kritiek uit D66-hoek. Zij wijst erop dat Vijlbrief in zijn nieuwe brief ook zelf aangeeft dat hij ‘niet helder genoeg’ is geweest over de exacte voorwaarden voor het waakvlamscenario. De gemiddelde etmaaltemperatuur die daarbij nu bepalend blijkt, wordt berekend via een ingewikkelde formule.
Om dat zelf bij te houden, zou de provincie elke dag de benodigde weersomstandigheden moeten invoeren. „Ik vind dat best heel veel gevraagd.” Het is volgens Top in de eerste plaats aan het ministerie om daarover goed te communiceren. „Ik zou in ieder geval wensen dat wij daar beter in worden meegenomen.”