Foto ter illustratie. Onderzoek naar overlijden van een jongen in Drenthe loopt al jaren, zo blijkt nu. Er zijn vermoedens van kindermishandeling. Foto: ANP
Een baby met hersenletsel of botbreuken, vervuilde of angstige kinderen: kindermishandeling is aan de orde van de dag. Alleen al in Noord-Nederland onderzoeken politie en justitie jaarlijks 300 zaken. ,,Bewijs is moeilijk rond te krijgen omdat bijna niemand praat.”
‘Man uit Assen krijgt acht jaar cel voor doden zoontje’, kopte deze krant in december 2024. Een jaar eerder: ‘Vader (40) uit Hoogezand krijgt acht jaar cel voor doodslaan zoontje van zeven weken oud.’ Zaken als deze zorgen voor geschokte reacties alom. Welke vader (of moeder) doet zijn (of haar) eigen kind iets aan?
Het gebeurt helaas veel vaker dan we denken, zegt Harriët Scholte, specialist kindermishandeling bij de Politie Noord-Nederland. Landelijk zijn jaarlijks zo’n 120.000 kinderen slachtoffer van mishandeling. Tussen de veertig en vijftig overlijden aan het geweld, dat in 96 procent van de gevallen gepleegd wordt door de ouders.
In Noord-Nederland onderzoeken politie en justitie jaarlijks 300 zaken per jaar. Veel meer dan eerder het geval was, vermoedelijk omdat burgers sneller vermoedens van geweld en verwaarlozing melden. ,,1 op de 5 kinderen heeft met kindermishandeling te dealen”, weet Ingrid Kluiter, die bij het Openbaar Ministerie Noord-Nederland complexe kindermishandelingszaken behandelt. ,,Lang niet alle zaken komen voor de rechter omdat het moeilijk is bewijs rond te krijgen. Of omdat er meer baat is bij hulpverlening.”
Ongeluk of geweld?
Na een melding van een overleden of gewond kind, zijn volgens Kluiter vooral de eerste 48 uur cruciaal. Zo’n melding komt vaak van een arts uit het ziekenhuis via Veilig Thuis. ,,De eerste uren zijn goud waard voor ons onderzoek.” En pittig. ,,We halen ouders in sommige gevallen weg bij hun zwaargewonde kind om met de politie in gesprek te gaan of een verklaring af te leggen. Leg dat maar eens uit. Je wilt van hen zo snel mogelijk afzonderlijk hun eigen verhaal horen. Wat is er gebeurd? Is er sprake van een ongeluk of gaat het om geweld?’’
Hoe kom je aan bewijs? Veel slachtoffers kunnen nog niet praten. Kluiter: ,,Bij kinderen die dat wel kunnen kan sprake zijn van een loyaliteitsconflict. En we brengen ze liever niet in die positie.” Verdachten praten al helemaal niet graag. ,,Toegeven dat je eigen kind iets hebt aangedaan? Zeggen dat jij die beenbreuk of dat hersenletsel hebt veroorzaakt? Dat doe je niet, want je weet dat de kans groot is dat je alles kwijtraakt.”
Medisch bewijs - de bevindingen van artsen - en tactische sporen zijn daarom in een onderzoek van groot belang. Kluiter: We hebben dan een duidelijke tijdlijn nodig. Je kunt wel vaststellen dat het letsel is toegebracht, maar door wie? Wie was bij het kind toen het mis ging? Een van de ouders, opa en oma, of de oppas? Daarom zeggen wij: alsjeblieft práát. Wij doen aan waarheidsvinding. We willen weten wat er is gebeurd. De uitkomst kan ook zijn dat er sprake is van een ongeluk of dat er een medische oorzaak is voor het letsel.”
Publieksacademie voor de Rechtspraak
Dagblad van het Noorden, het Openbaar Ministerie Noord-Nederland, de Rechtbank Noord-Nederland en de Rijksuniversiteit Groningen organiseren op donderdag 20 november de Publieksacademie voor de Rechtspraak over kindermishandeling. Officier van justitie Ingrid Kluiter komt vertellen over haar werk en specialist kindermishandeling bij de politie Harriët Scholte wordt geïnterviewd.
De avond vindt plaats in de Lokinzaal van de Rechtenfaculteit in het Rölinggebouw (Oude Boteringestraat 18, Groningen)
Wanneer: donderdag 20 november van 19.30 tot 21.00 uur
Het onderzoek naar de dood van peuter Daan (2) uit Veendam is zo’n ingewikkelde zaak. Het kindje overleed begin vorig jaar in het ziekenhuis en had verdachte verwondingen, zoals bloedingen in het hoofd, vergelijkbaar met het shaken babysyndroom. Ook had hij een gebroken pols en blauwe plekken op zijn romp en hoofd, en letsel aan de ribben.
Het kindje was bij de vriend van de moeder en die sloeg alarm toen het onwel werd. Zowel de partner als de moeder zelf zijn verdachte. De vrouw werd begeleid door hulpverleners. De vader van het jochie en familieleden hadden hun zorgen geuit over de veiligheid van het kind. Het onderzoek loopt nog.
Veel jonge geweldsslachtoffers
Van alle kinderen onder de vijf jaar die belanden op de spoedeisende hulp is zo’n 41 procent slachtoffer van kindermishandeling, blijkt uit onderzoek. Kluiter en Scholte doen een dringend beroep op de omgeving om geweld tegen kinderen te melden. ,,Een harde klap, een blauwe plek, daar begint het vaak mee”, zegt Scholte. ,,Zie je een kind met een blauwe plek op zwemles of bij het sporten? Meld het, dan kunnen we ingrijpen. Ook omdat we zien dat dit vaak de opmars is naar ernstigere vormen van geweld.”
De omgeving vindt het lastig om melding te maken van vermoedens van zo’n beladen onderwerp als kindermishandeling. ,,Dat is begrijpelijk. Vraag ouders hoe het gaat, stap achter de voordeur. En bij een melding is het echt niet zo dat we dan met gierende sirenes uitrukken. Een onderzoek wordt zorgvuldig aangepakt met oog voor alle belangen, ook die van eventuele verdachten.”
Kindermishandeling heeft grote impact, vooral ook op de directe omgeving. ,,Het is natuurlijk heel ingewikkeld om te moeten bedenken dat je eigen partner jouw kindje wat heeft aangedaan’’, schetst Kluiter.
Nabestaanden gaan niet altijd mee in de redenering van het Openbaar Ministerie (OM) of de rechtbank. In het geval van de genoemde veroordeelde vader uit Assen blijven de partner en de familie geloven in zijn onschuld, terwijl de rechters klip en klaar stellen dat hij zijn kind heeft omgebracht.
Samenwerking hulpverleners
Politie en justitie werken bij een onderzoek nauw samen met hulpverlenende instanties als Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming. De politie Noord-Nederland heeft voor deze samenwerking speciaal een loket ingericht, de Frontoffice Kindermishandeling.
,,De enige in Nederland”, aldus Scholte. ,,Opgetuigd door een aantal vooruitstrevende collega’s na een paar heftige zaken waar te laat werd ingegrepen. Die zaken waren tussen wal en schip beland. Nu organisaties nauw samenwerken is het bijvoorbeeld direct duidelijk als op één adres meerdere meldingen zijn gedaan. Zo’n gezin blijft nu niet meer onder de radar. Daar gaan we interveniëren.”
Maar dan nog zijn er geen garanties. In september overleed baby Nova in Groningen. De ouders werden vanwege overmatig alcohol- en drugsgebruik intensief begeleid door tal van hulpverleners. Mogelijk is een van de ouders in benevelde toestand in bed op Nova gerold, waardoor ze stikte. Het onderzoek is afgerond. De ouders worden niet vervolgd wegens gebrek aan bewijs.
Ouders die zich misdragen naar hun kinderen worden lang niet altijd vervolgd, zeker niet bij minder ernstige kwesties. Als hulpverleners inschatten dat ze de opvoeding met begeleiding op de goede weg kunnen helpen, heeft dat de voorkeur.
Onmacht en wanhoop
De problemen doen zich voor in alle lagen van de bevolking, zien Kluiter en Scholte, niet alleen bij gezinnen onderaan de maatschappelijke ladder. ,,Kindermishandeling wordt vaak ingegeven door onmacht, wanhoop of onkunde. Maar ook al heeft een kind het moeilijk, moeilijke kinderen bestaan niet, geweld is onacceptabel. Als het niet gaat, moet je hulp zoeken.”
Helaas gaat het soms gruwelijk mis. Maar zoals geschetst is het rondkrijgen van bewijs lastig. Veel zaken worden daarom geseponeerd. „Heel frustrerend”, aldus de officier van justitie. ,,Niets kunnen doen terwijl je weet dat het niet goed zit.”
Of een rechter komt niet tot een veroordeling omdat twee ouders elkaar aanwijzen als de schuldige en niet voor honderd procent duidelijk is wie verantwoordelijk is. ,,Daarom is het van groot belang dat wij direct worden betrokken bij vermoedens van kindermishandeling.”