Secrataris Merel Jonkheid en voorzitter Coert Fossen van de Groninger Bodem Beweging. Foto: Corné Sparidaens
De gaskraan is weliswaar dicht, maar de Groninger Bodem Beweging wil na vijftien jaar nog altijd die luis in de pels zijn. Misschien wel meer dan ooit. „Er is te weinig veranderd sinds de parlementaire enquête.”
Op kantoor in het oude stationsgebouw van Loppersum liggen nog flyers van het vorige jubileum, in 2019. De tijd vliegt, blijkt maar weer. Dit najaar vierde de Groninger Bodem Beweging (GBB) haar vijftiende verjaardag. De vereniging kent een bestaan vol acties en talloze gesprekken met ministeries, provincies en gemeenten. Het zijn vijftien jarenvol hoogte- en dieptepunten, waar nog lang geen einde aan lijkt te komen.
„Hoeveel dieptepunten wil je hebben?”, zegt voorzitter Coert Fossen (62) cynisch. De Middelstummer is al bijna tien jaar actief lid van de club en sinds 2021 leidt hij het GBB-bestuur. „Ik wilde wat doen”, zegt hij. Hij begon als vrijwilliger voor de ledentelefoon, waar hij vragen beantwoordde van gedupeerde Groningers. Later werden het ook fysieke vragenuurtjes. „Mijn drijfveer was: wat is dit voor raars, dat de NAM maar gas kan winnen en winst kan maken terwijl wij de dupe zijn?”
Zelf had hij niet eens zoveel last van alle gasellende. Natuurlijk, de aardbeving van Huizinge voelden ze in Middelstum goed. Maar het was vooral de worsteling van anderen die hem over de streep trok om lid te worden van de GBB.
Luis in de pels
De Groninger Bodem Beweging was vanaf het begin een luis in de pels. Lokaal, regionaal en landelijk. Leden gingen door de jaren heen onvermoeibaar met bussen vol naar Den Haag, als de Tweede Kamer weer eens over de gaswinning sprak. Beelden van de mede door hen georganiseerde fakkeltochten in de binnenstad van Groningen gingen heel het land door. En dan zijn er nog de talloze kleinere acties, om de beleidsbepalers te wijzen op wat er fout gaat en hoe het wel moet.
De GBB demonstreerde door de jaren heen met regelmaat tegen de gaswinning, zoals hier op het Concordiaplein in Middelstum in 2014. Foto: Geert Job Sevink
Al die ervaringen hakken er in. Dat bleek wel toen oud-voorzitter, en een van de oprichters, Jelle van der Knoop tijdens de parlementaire enquête over de gaswinning emotioneel vroeg wat de rol van de Tweede Kamer was in het geheel. „Je kunt ministers van alles verwijten”, zei hij toen. „Maar de Tweede Kamer hoort de minister te controleren. Als wat gebeurt niet werkt, dan moet je daar als Kamer iets aan doen. Je mag van een Tweede Kamer verwachten dat ze naast de burger gaat staan.”
‘Héél pessimistisch geworden’
Het is niet gek dat iemand van de Groninger Bodem Beweging, of een Groninger in het algemeen, door de jaren heen cynischerwordt. Merel Jonkheid (33) herkent dat. „Ik ben héél pessimistisch geworden”, zegt ze. „En soms ook heel moedeloos.”
Jonkheid, uit Houwerzijl, kwam pas in 2020 bij de GBB. „Ik had eerder wel interesse in maatschappelijke kwesties, maar niet specifiek de gasproblematiek. Ik zag al snel hoe heftig het was.”
Ze is door de bodembeweging als woordvoerder naar voren geschoven en zat sindsdien meermaals aan tafel bij landelijke talkshows en andere praatprogramma’s om het Groningse geluid over te brengen.
‘Te weinig veranderd sinds parlementaire enquête’
Je zou verwachten dat de parlementaire enquête naar de gaswinning verandering teweeg zou brengen. „Ik had daar echt mijn hoop op gevestigd...”, verzucht ze. In de praktijk is dat niet het geval. „Ik denk dat 90 procent van de mensen in dit dossier goede intenties heeft en wel wil, maar we zitten zover in het moeras dat we er niet meer uitkomen. De enquête was het moment waarop ik dacht: het kan helemaal anders, simpel en goed. Maar het lukt niet.”
De fakkeloptocht tegen gaswinning in Groningen is mede georganiseerd door de GBB. Foto: DVHN
Fossen herkent dat gevoel. Hoewel de uitkomsten van de parlementaire enquête glashelder waren en de kabinetsreactie volgens de voorzitter aanvankelijk ook goed was, stokt het bij de interpretatie en uitwerking. Jonkheid breekt in: „Vijftig nieuwe maatregelen! Hoe kom je er bij? Het is allemaal al zo ingewikkeld en dan ga je nog weer allemaal nieuwe dingen bedenken.”
En elke verandering leidt volgens Fossen tot nieuwe verschillen. „Ook als het goedbedoelde maatregelen zijn.”
„Er is te weinig ten goede veranderd sinds de parlementaire enquête”, zegt Jonkheid. Ze neemt als voorbeeld de gaswinning bij Warffum, die met een gedoogconstructie toch door mag gaan. Het leveringszekerheid-argument ligt ineens weer op tafel. „Dezelfde mechanismes werken door, ondanks de snoeiharde conclusies van de enquêtecommissie.”
Succes heeft vele vaders
Een positieve noot: in die vijftien jaar heeft de Groninger Bodem Beweging absoluut een en ander voor elkaar gekregen. De Raad van State dwong de NAM steeds iets minder gas te winnen, de aanvankelijk belangrijkste eis (NAM uit het schadeproces) is uitgekomen, de strafzaak tegen de NAM bleek doorslaggevend, er kwam een parlementaire enquête en de gaskraan is dicht. Succes heeft vele vaders, maar de GBB is er in deze gevallen zeker een van.
Het allermooiste moment noemt Fossen het bekendmaken van de conclusies van de enquêtecommissie, door Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks). Hij schiet meteen vol als hij erover begint. „Het maakt me emotioneel, omdat het een moment was waarop ik dacht: verdomme... zie je wel, we krijgen gelijk.”
Coert Fossen (rechts met muts) houdt het spandoek vast tijdens de fakkeltocht tegen de gaswinning. Foto: Geert Job Sevink
Hij herpakt zich. „Toen het kabinet bekend maakte te stoppen met de gaswinning, hebben we ons ook al eens afgevraagd: zijn we niet bijna klaar?”, zegt Fossen. Het antwoord is even kort als simpel: nee. „Er valt nog veel winst te behalen. Wij willen die luis in de pels blijven voor de instanties die werken aan schadeherstel en versterking, maar ook de communicatie in het algemeen. Die laat te wensen over.”
Meer invloed, maar blijft beperkt
De rol van de GBB is door de jaren heen alleen maar groter geworden, zegt Jonkheid. De club betrokken Groningers moest altijdknokken voor een plekje aan tafel. Nu zitten ze daar. „Maar de punten die we inbrengen, zien we niet vaak terug in daadwerkelijk beleid”, nuanceert Jonkheid. „Het lijkt onwrikbaar aan de overkant. Dat maakt onze invloed meer, maar nog steeds beperkt”, zegt Fossen.
Waarom dan toch door blijven gaan? Het kost uren en uren aan tijd en levert vooral vaak ergernis op. Maar het alternatief levert helemaal niets op, zegt Fossen. „Als je de deur dichtgooit, weet je dat je helemaal geen invloed meer hebt.”
„Het is voor veel mensen nu goed geregeld, maar voor de groep die het zwaarst gedupeerd is, is de situatie soms uitzichtloos”, verzucht Jonkheid. „Die schieten er steeds bij in. Met generieke maatregelen krijgt een grote groep een smak geld, tot in het noorden van Assen. Maar het gaat om die uitzichtloze groep.”
De situatie zoals hij nog altijd is, maakt dat de Groningen Bodem Beweging ook na vijftien jaar nog altijd niet is uitgestreden. Jonkheid: „We zijn nodig omdat het doorgaat als vanouds. Dan is er iemand nodig die blijft wijzen op wat beter kan.”
Fossen: „We blijven trekken en sleuren aan overheden om ze scherp te houden. Ik ga me er niet bij neerleggen, die vechtlust heb ik nog wel.”