,,We zijn een van de weinige dorpen in de omgeving waar geen dorpshuis is", vertelt Frank Wilbrink uit Oosterwijtwerd. Foto: Anjo de Haan
Waardevermindering van je huis, spanning in de straat om verschillende versterkingsbeoordelingen of buiten je wil om naar een wisselwoning moeten: binnen Nij Begun krijgt de leefbaarheid van dorpen in het aardbevingsgebied veel aandacht.
In Eemdelta stemde de gemeenteraad in oktober in met het opzetten van een speciaal fonds. Via dat leefbaarheidsfonds kunnen dorpen en wijken binnenkort geld aanvragen voor projecten die zij belangrijk vinden. Wat zou voorbij kunnen komen? Drie verenigingen voor dorpsbelangen aan het woord.
Voortbestaan van tennisbaan
Door de jaren heen is het aantal voorzieningen in Holwierde flink afgenomen, vertelt Sebastiaan Lenting (47). „Winkeltjes zijn verdwenen, verenigingen zijn uitgedund.” Neem de tennisvereniging. Die hield enkele jaren geleden op te bestaan, nadat het ledenaantal almaar terugliep.
De tennisbaan is er nog wel, maar het onderhoud daarvan is lastig rond te krijgen, zegt Lenting. Terwijl er nog inwoners zijn die dankbaar gebruik maken van de sportvoorziening. Zij maken zich zorgen dat de baan verdwijnt.
Het is lastig om het onderhoud van de tennisbaan in Holwierde rond te krijgen. Foto: Anjo de Haan
„Bij het hek hangt nu een QR-code”, vertelt Lenting. Die kunnen mensen scannen om te laten weten dat ze de baan hebben bezocht. „Daarmee hebben wij een signaal naar de gemeente: kijk, hij wordt gebruikt.” Budget om de tennisbaan beter te onderhouden – bijvoorbeeld uit een leefbaarheidsfonds – zou goed van pas komen, zegt de vertegenwoordiger van dorpsbelangen.
Zo zijn er meer projecten die mogelijk de revue zullen passeren in Holwierde. Enkele jaren geleden verdween de buurtsuper. Ook de woningmarkt kent uitdagingen. „Holwierde is geen krimpdorp. We merken juist dat een hoop jongeren die hier zijn opgegroeid na hun studie weer hier willen wonen.” Maar er komen te weinig huizen vrij om de jeugd weer te verwelkomen, ziet Lenting, terwijl die groep juist veel kan doen voor de leefbaarheid.
Opfrisbeurt voor haventje
Bierum is een „hartstikke mooi dorpje”, zegt Kevin Bos (29). Klein maar actief, zo typeert hij de plaats van zo’n 670 inwoners. De laatste week van de zomervakantie is er een jaarlijkse feestweek. En onlangs is de kroeg in het dorp weer opengegaan, nadat die een aantal keer wisselde van eigenaar. „Meestal zie je dingen verdwijnen, maar nu kwam er juist iets terug.”
Het haventje van Bierum kan wel een opknapbeurt gebruiken, vertelt Kevin Bos. Foto: Anjo de Haan
Toch zijn er best projecten waarvoor geld uit het leefbaarheidsfonds goed van pas zou komen. Bos noemt een voorbeeld. „Als je het dorp inrijdt kom je langs het haventje. Dat ligt er wat desolaat bij, een van de steigers is ingestort.” Terwijl het haventje juist een geliefde plek in het dorp is, zegt Bos. „Er wordt gevist, mensen hebben er bootjes liggen en veel fietsers stoppen even om te genieten van het uitzicht op de dijk en de landerijen.”
Het opknappen van het haventje zou best eens één van de projecten zijn waar in Bierum steun voor is, denkt Bos. „Er is een werkgroep mee bezig. Ook vanuit andere potjes bij gemeente en provincie is budget vrijgemaakt.”
Het kapotte steigertje in het haventje van Bierum. Foto: Anjo de Haan
Net als in Holwierde zijn door de jaren heen voorzieningen verdwenen uit Bierum: zo moest het dorp afscheid nemen van de basisschool en het verzorgingstehuis. Maar het dorp heeft nog genoeg te bieden, vindt Bos: hij groeide op in Bierum en besloot er als volwassene weer te gaan wonen. Ook in zijn dorp willen veel jonge mensen maar al te lief wonen, ziet hij. Des te belangrijker om te blijven investeren in de leefbaarheid.
Dorp zonder dorpshuis
Jarenlang konden de ongeveer 150 inwoners van Oosterwijtwerd een zaaltje in restaurant Veldzicht gebruiken voor bijeenkomsten en activiteiten, vertelt Frank Wilbrink (63). „Maar dat is een jaar of tien geleden afgelopen.” Inmiddels is het oude restaurant gesloten en het pand dichtgetimmerd in afwachting van een versterkingstraject.
„We zijn een van de weinige dorpen in de omgeving waar geen dorpshuis is”, zegt Wilbrink. Terwijl de behoefte zeker bestaat. „Ik hoor vaak de wens voor een soort dorpshuiskamer.” Het hoeft geen heel gebouw te zijn, benadrukt hij, gewoon een plek om makkelijk en kosteloos bij elkaar te komen.
In het oude Paviljoen Veldzicht kon het dorp vroeger een zaaltje gebruiken voor activiteiten. Foto: Anjo de Haan
Ook voor de opslag van spullen die het dorp heeft voor evenementen, zoals partytenten en stoelen, zou een ruimte goed van pas komen.
Het is wel belangrijk om na te denken over de verplichtingen die zo’n ruimte met zich meebrengt, vindt Wilbrink, want om een dorpshuiskamer te onderhouden en bemannen zijn vrijwilligers nodig. Oosterwijtwerd vergrijst, zegt hij, en dat is daarom best een opgave. Het verenigingsleven in het dorp is al flink geslonken: de klaverjas-, schutters- en ijsvereniging: ze hielden allemaal op te bestaan. „Dus we moeten goed nadenken over hoe je projecten uitkiest die je ook draaiend kan houden.”
Waar komt het geld vandaan?
Het leefbaarheidsfonds is de manier waarop de gemeente Eemsdelta invulling geeft aan maatregel veertien van Nij Begun. Vanuit het overheidsprogramma, dat Groningen en Noord-Drenthe moet compenseren voor de negatieve gevolgen van de gaswinning, komt een smak geld vrij voor de leefbaarheid. In Eemsdelta gaat het om 92 miljoen euro.
De helft van die 92 miljoen is bedoeld voor dorpen en wijken. Inwoners mogen in de nabije toekomst projecten aandragen waar ze het geld voor willen gebruiken. Dat kan alle kanten op gaan, van het opknappen van een pleintje tot het oprichten van een coöperatie voor groene energie of het verbeteren van voorzieningen voor oudere inwoners.
Elk dorp en wijk wordt gevraagd om een ‘dorpsvisie’ op te stellen. Dat is geen nieuw concept, veel plaatsen hebben al eerder een dorpsvisie geschreven. Het is een document waarin inwoners op een rij zetten wat ze belangrijk vinden in hun woonplaats.
Van de andere helft van het geld gaat 40 procent naar projecten die het dorps- of wijkniveau overstijgen: de aanleg van een fietspad tussen twee plaatsen, bijvoorbeeld. De laatste 10 procent is gereserveerd voor organisatiekosten.
De komende maanden treft de gemeente nog voorbereidingen, daarna krijgen inwoners meer informatie over hoe hun dorp of wijk aanspraak kan doen op budget uit het leefbaarheidsfonds. Ook andere aardbevingsgemeenten krijgen geld: zij besluiten zelf hoe ze invulling willen geven aan maatregel veertien.