Het groeiend woud van windmolens kost veel vogellevens in de Eemshaven. Een proef moet uitwijzen of de sterfte is terug te dringen door de wieken deels zwart te verven. Foto: Archief Jan Zeeman
Vermindert de vogelsterfte in windparken als bij elke turbine één wiek zwart wordt geverfd? Dat wordt de komende drie jaar onderzocht in de Eemshaven.
Energieconcern RWE en de provincie Groningen hebben in september samen een landelijk proefproject opgestart om dit idee uit Noorwegen uit te proberen. Zes andere provincies en producenten van windenergie werken mee aan het onderzoek.
Vogelsterfte is groot probleem rond windparken
Vogelsterfte is een groot probleem rond windparken. En misschien nog wel het meest in de Eemshaven, aan de rand van het het waddengebied. Honderdduizenden trekvogels passeren in het voor- en najaar door het havengebied, van Noord-Europa naar het zuiden en terug. Ook talloze waddenvogels trekken via de Eemshaven heen en weer binnen het kustgebied.
Landelijk sterven jaarlijks gemiddeld 20 vogels per windmolen door een botsing met de wieken, ofwel ‘rotorbladen’. In de Eemshaven ligt het gemiddelde volgens een recente telling fors hoger: op 30 dieren. Dat cijfer loopt echter op naarmate windmolens dichter op het wad staan.
Ondanks maatregelen tot vijf keer meer ongelukken in Eemshaven dan landelijk
Bij de turbines direct achter de waddendijk kon de vogelsterfte in het recente verleden nog pieken tot 350 of zelfs 400 dieren per molen. Een reeks maatregelen heeft dat inmiddels teruggedrongen, maar in de directe kuststrook ligt het gemiddelde nog altijd op ruim 100 vogels.
Inventarisatie leert dat 95 vogelsoorten ten prooi vallen aan de malende wieken. Maar vooral meeuwen steken er bovenuit, weet ecoloog Erik Klop van onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga dat het project leidt. ,,Die soort is niet zo zenuwachtig als veel andere en maakt bovendien vaak ruzie. Dat leidt vaker tot botsingen.’’
Vissende en vechtende meeuwen botsen meest op windmolenwieken
Fatale ongelukken ontstaan vooral bij de vis-’retoursystemen’ voor vissen die meekomen met het koelwater voor de energiecentrales in het Eemshavengebied. Recente aanpassingen hebben dat iets verbeterd, maar tot voor kort botsten ‘vissende’ en vechtende meeuwen bij deze uitlaat massaal op windmolens, met fatale gevolgen.
Een veldexperiment in Noorwegen heeft uitgewezen dat zwarte windmolenwieken de sterfte tot 70 procent kunnen terugdringen. Met alleen witte wieken zien naderende vogels de ronddraaiende rotorbladen als één wazige ‘schijf’; één zwarte wiek zou dat patroon doorbreken.
Ecologen tellen slachtoffers rond veertien windmolens, ene helft zwart, andere niet
Provinciaal ecoloog Allix Brenninkmeijer verwacht dat de winst in Groningen niet hoger dan 50 procent zal zijn vanwege de verschillen in landschap en vogelpopulatie en omdat hier meer trekvogels in de nacht passeren op rotorhoogte.
Het onderzoek richt zich op veertien windturbines. In het eerste jaar wordt daar wekelijks gemeten hoe hoog de vogelsterfte is. Daarna wordt bij zeven van de veertien één wiek zwart geschilderd. Vervolgens wordt twee jaar lang vergeleken hoe de sterfte zich ontwikkelt met en zonder die maatregel.
De onderzoekers kijken niet alleen naar het effect van zwarte wieken op de vogelsterfte, maar ook naar landschappelijke effecten en mogelijke veiligheidsrisico’s voor de luchtvaart. Het rijk heeft voor het project in de Eemshaven speciaal dispensatie gegeven.
Ook zichtbaarheid voor luchtvaart en impact op landschap gemeten
Formeel mogen windmolenwieken nu nog alleen grijs of wit zijn. Bij de proef wordt onderzocht of de zichtbaarheid van zwarte wieken even goed is. Ook moet een enquête onder omwonenden uitwijzen of zij anders aankijken tegen windturbines als die een afwijkende kleur hebben. Die laatste twee onderdelen van het onderzoek bekostigen de energieproducenten (200.000 euro), het ecologisch veldonderzoek komt voor rekening van de provincies (6 ton).