Jeugdbescherming Noord staat onder druk Foto: Kees van de Veen met Infographics DvhN
Bij kinderen uit Drenthe en Groningen die thuis niet veilig zijn, komt in twee van de drie gevallen te laat een jeugdbeschermer langs. Dat blijkt uit opgevraagde cijfers van Jeugdbescherming Noord.
De belangrijke organisatie deed niet genoeg om aan onder meer deze kwaliteitsnorm te voldoen. Jeugdbescherming Noord verloor daarom haar certificaat en kreeg een tijdelijke tot en met augustus. Het ingetrokken certificaat was geldig tot 15 juli 2026. Zonder een certificaat mag de organisatie haar werk niet uitvoeren.
Het risico bestaat dat ruim duizend jongeren en gezinnen uit Drenthe en Groningen de bescherming en hulp verliezen als JB Noord geen orde op zaken stelt. Er is sprake van een uiterst ,,zorgelijke situatie”.
JB Noord biedt jeugdbescherming en jeugdreclassering in Drenthe en Groningen. De organisatie is verantwoordelijk voor het uitvoeren van door de rechter opgelegde maatregelen ter bescherming van kwetsbare kinderen.
Wanneer een kind onder toezicht wordt gesteld, is het de afspraak dat het binnen vijf dagen iemand te zien krijgt van jeugdbescherming. Maar dat lukt slechts in een op de drie gevallen. In bijna de helft van de zaken lukt het zelfs niet binnen tien dagen. Het zorgt volgens JB Noord ook voor vertraging bij het maken van een plan van aanpak. Slechts 5 procent is binnen de afgesproken zes weken klaar.
De cijfers.
Het gebeurt niet vaak dat zo’n zware maatregel als het intrekken van het certificaat wordt opgelegd, stelt de baas van het Keurmerkinstituut (KMI) in Zoetermeer. Het KMI controleert de kwaliteit van de jeugdbescherming en ziet erop toe dat de afspraken worden nageleefd.
Intrekken certificaat komt bijna nooit voor
De verbazing was dan ook groot toen verantwoordelijk wethouder Manouska Molema (GroenLinks) van de gemeente Groningen afgelopen week in de gemeenteraad aangaf dat niet alleen JB Noord, maar iedere regio in Nederland met tijdelijke certificaten zit.
De suggestie van de wethouder van Groningen dat zo’n overbruggingscertificaat meer regel dan uitzondering is, klopt volgens KMI-bestuurder Willem van Weperen gewoon niet. Hij benadrukt dat het KMI op dit moment alleen bij Jeugdbescherming Noord een stevige controlerende vinger aan de pols houdt.
Uit cijfers van het Keurmerkinstituut blijkt dat het sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 slechts vier keer eerder voorkwam dat een certificaat al dan niet tijdelijk werd ingetrokken.
Twee jaar geleden gebeurde dat voor het laatst bij Jeugdbescherming Rotterdam in 2023, dat eveneens een tijdelijk certificaat kreeg. In 2017 en 2020 kregen Jeugdbescherming Overijssel en de William Schrikker Stichting ook een overbruggingscertificaat. In 2021 verloor Briedis Jeugdbeschermers uit Zeeland haar certificaat definitief.
Wethouder Groningen te stellig geweest
Een woordvoerder van de gemeente Groningen zegt achteraf dat Molema het niet zo bedoeld heeft. ‘Ik kan me voorstellen dat de bewering van wethouder Molema wat stellig overkwam’, meldt ze in een schriftelijke reactie. Volgens haar bedoelde Molema dat de meeste regio’s, net zoals in Drenthe en Groningen, knelpunten ervaren waardoor er wachttijden zijn.
Het is volgens de gemeentewoordvoerder wel zo dat er de afgelopen jaren vaker overbruggingscertificaten aan andere organisaties zijn afgegeven. De wethouder bedoelde volgens de verklaring niet dat ‘dit op dit moment ook zo is, maar dat het vaker is voorgekomen’.
Raadslid Yaneth Menger van de Stadpartij 100% voor Groningen is niet verbaasd. De bagatelliserende houding van wethouder Molema in dit dossier stoort haar enorm. ,,Ze zegt te vaak dat het wel meevalt en dat ze ermee bezig is.”
Menger weet dat ook de zorginstellingen waar JB Noord van afhankelijk is hoge wachttijden hebben. Gezinnen in de problemen krijgen dan niet op tijd de juiste zorg en ondersteuning. Ze vraagt zich dan ook af hoe de wethouder ervoor gaat zorgen dat de problemen bij JB Noord – waar zo’n 250 mensen werken – deze zomer zijn opgelost. Afgelopen week zijn ook andere gemeenteraden, zoals Emmen en Stadskanaal, geïnformeerd over de zorgelijke situatie bij JB Noord.
Complexe vechtscheidingen
Interimbestuurder Gert Cazemier van JB Noord zegt net als de wethouder dat de problemen niet uniek zijn voor zijn organisatie. Hij erkent wel dat de problemen al langer bestaan en dat ze ook niet snel zullen zijn opgelost. Volgens Cazemier krijgen jeugdbeschermers namelijk steeds meer ingewikkelde gevallen op hun bordje. ,,Bij een complexe vechtscheiding is het vaak onmogelijk om binnen vijf dagen om de tafel te gaan, omdat ouders elkaar niet willen zien.”
De bestuurder noemt de landelijke normen – die overigens door de jeugdzorgsector zelf zijn opgesteld – achterhaald. Toch zet hij met zijn organisatie alles op alles om voor september aan die normen te voldoen. Voor de zomer komt het KMI weer langs bij JB Noord om de vorderingen te beoordelen. In september bepaalt het instituut of JB Noord door kan als gecertificeerde instelling. Cazemier verwacht daarna weer volledig gecertificeerd te zijn.
Hij stelt dat zijn organisatie wel uit een ,,heel onrustige periode” is gekomen. Dat kwam volgens hem omdat er vlak voor zijn aantreden in september 2024 veel leidinggevenden vertrokken en dit voor onrust op de werkvloer zorgde. Cazemier vertelt dat het ,,een tijdje heeft gestormd”. Dat komt volgens hem ook naar voren uit tevredenheidsonderzoeken onder medewerkers. De rust is volgens Cazemier wel weer grotendeels teruggekeerd.
De Jeugdwet bepaalt dat een rechtspersoon die in aanmerking wil komen voor het uitvoeren van de jeugdbescherming of jeugdreclassering, gecertificeerd moet zijn. Dat betekent dat de instelling aan een normenkader moet voldoen. De bekostiging van jeugdreclassering loopt via de gemeenten. Het Keurmerkinstituut controleert of jeugdbeschermingsorganisaties voldoen aan het zogeheten normenkader en kunnen certificaten intrekken, maar ook overbruggingscertificaten afgeven.
Grote druk op KMI
Het Keurmerkinstituut ervaart grote politieke en maatschappelijk druk om certificaten af te geven als instellingen niet aan de normen voldoen. Ze weegt daarnaast personeelstekorten en wachtlijsten al mee in haar oordeel, maar het is niet duidelijk hoe.
Dat schreef de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in een kritisch rapport over het KMI uit 2023. Het was volgens de inspectie het gevolg van de structurele crisis in de jeugdbescherming, waardoor kinderen al te lang moeten wachten op bescherming en passende hulp. Het KMI ontkent overigens dat het personeelstekorten en wachtlijsten zou meewegen.
De huidige interim-bestuurder Willem van Weperen zegt daarnaast dat tot op heden altijd bezwaar werd aangetekend tegen het tijdelijk of definitief intrekken van certificaten. Tot nu toe zijn die bezwaren altijd afgewezen. Een dergelijk bezwaar heeft hij nog niet binnen van JB Noord, maar de termijn om bezwaar te maken loopt nog tot 28 januari.