De Hervormingsagenda moet de knelpunten in de jeugdzorg aanpakken. Illustratie: Job van der Molen
Lange wachttijden, veel papierwerk en steeds meer kosten voor de jeugdzorg. De Hervormingsagenda moet deze knelpunten oplossen én een hoop geld besparen. Wat zijn precies de knelpunten in de jeugdzorg? ,,De bezuiniging is een gevaar voor het zorgaanbod.”
Actie is hard nodig bij de jeugdzorg, daar is iedereen het wel over eens. Na een lange periode van overleg tussen jongeren, aanbieders en (lokale) overheden is afgelopen zomer de Hervormingsagenda vastgesteld. Dat is een pakket met afspraken om de jeugdzorg te verbeteren. De inzet is het aanpakken van knelpunten en jeugdzorg ‘financieel houdbaar maken’. Dat laatste betekent een forse bezuiniging in een systeem dat al vastloopt.
Demissionair staatssecretaris Van Ooijen keerde zich afgelopen maandag tegen het eigen kabinetsbeleid en noemde de bezuiniging ‘onverantwoord’. Hij wil voorkomen dat de bezuiniging leidt tot het schrappen van zorg. Als de bezuinigingen van 511 miljoen euro niet doorgaan, moet het huidige kabinet dit bedrag ergens ander vandaan halen.
Naast de bezuiniging staan er ook een hoop doelen in de Hervormingsagenda. Onder andere: kortere wachtlijsten, meer hulp aan huis en minder administratie. Achter deze doelen schuilen de problemen waarmee de jeugdzorg op dit moment kampt. ,,In het plan staan een hoop mooie doelen, maar weinig concrete afspraken. Niemand is tegen wereldvrede’’, zegt Ina Huesken. Ze is bestuurder van Elker, een zorgaanbieder van hoogspecialistische jeugdhulp en onderwijs in het Noorden.
Ze vervolgt: ,,Knelpunten? Ik spreek liever van uitdagingen. Met knelpunten sta je aan de verkeerde kant van de streep. Bij uitdagingen heb je het tegelijkertijd over oplossingen, dat zorgt voor actie en oplossingen.” Dit zijn zes knelpunten, of in de woorden van Huesken uitdagingen.
1. Meer kinderen bij jeugdzorg
Het aantal kinderen dat gebruikmaakt van de jeugdzorg is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ongeveer 1 op de 7 kinderen maakt gebruik van jeugdzorg. Rond de eeuwwisseling was de verhouding nog 1 op 27.
Dat is te verklaren aan de hand van onze veranderde samenleving, stelt Rutger Hageraats. Hij is bestuurder van het Nederlands Jeugdinstituut, een kenniscentrum over opvoeden. ,,De samenleving is steedsindividualistischer, meer perfectionistisch en prestatiegerichter geworden. De verwachtingen voor kinderen en ouders zijn steeds hoger”, zegt Hageraats. ,,Onzekerheid over opvoeden maakt dat ouders sneller naar professionals gaan voor hulp.”
Huesken: ,,It takes a village to raise a child. Een cliché, maar wel een kloppende. Voorheen hielp een buurvrouw of een voetbaltrainer sneller bij de opvoeding.” Voorheen waren er meer jeugdhonken op de hoek van de straat en hielp een buurvrouw of een voetbaltrainer sneller bij de opvoeding. Nu kloppen ouders en jongeren sneller aan bij hulpinstanties.
De toename zorgt voor een dilemma: horen al deze jongeren bij de jeugdzorg? ,,Neem het voorbeeld van een druk kind, soms lijkt het dat we in de samenleving minder kunnen verdragen. Dan krijgt een druk kind al vrij sneleen label en dan begint de behandeling. Is dat wat we onze jeugd toewensen?”, vraagt Hageraats zich af.
De verwachting van de samenleving ten aanzien van de jeugdhulp is niet realistisch, stellen de Drentse wethouders Jeroen Huizing (gemeente Coevorden) en Dewy Leal (gemeente Emmen). ,,Iedereen heeft wel eens een slechte dag, iedereen is soms heel erg verdrietig. Dat hoort bij het leven en de inzet van jeugdhulp voorkomt dat niet. Als samenleving denken we dat de toekomst maakbaar is: als je maar goed genoeg je best doet, is alles mogelijk. Niet realistisch natuurlijk, maar wel reden voor een steeds toenemend beroep op jeugdhulp.”
2. Wachttijd van 20 weken
Steeds meer kinderen betekent een grotere kans op langer moeten wachten.
Wethouder Manouska Molema, die namens alle Groningse gemeenten spreekt als portefeuillehouder van de jeugdhulpregio, stelt dat de lange wachttijd een van de grootste knelpunten is van de afgelopen jaren. Zo duurt het in Groningen en Assen zo’n 20 weken voor de eerste afspraak bij dejeugd-ggz. De tijd begint pas te lopen na een aanmelding en verwijzing, feitelijk duurt het dus nog langer.
Molema: ,,Dat begint al bij een verwijzing van de huisarts naar de ggz, vervolgens is het wachten op een intake en een behandelplan. Daar kan soms wel een jaar overheen gaan. Geld is hier niet het probleem, de vraag is dusdanig hoog dat wachtlijsten ontstaan. Daarbovenop komt de krappe arbeidsmarkt.”
Manouska Molema, wethouder van de gemeente Groningen en portefeuillehouder van de jeugdhulpregio Groningen. Foto: Jan Willem van Vliet
3. Veel voor kleine problemen, weinig voor grote problemen
Wanneer een jongere een opeenstapeling van problemen heeft, is de behandeling nog lastiger, stelt Molema. Bijvoorbeeld iemand met een licht verstandelijk beperking én verslaving. Voor een verslavingskliniek is hij te beperkt en heeft hij begeleiding nodig die daar niet is, en voor een dagbesteding is hij te verslaafd. De zorgaanbieders blijven naar elkaar wijzen. Daar tegenover staan de eenvoudigere zorgaanvragen die een wijkteam snel oppakt.
,,We zien een versnippering. Zorgaanbieders kunnen slechts een deel van het probleem behandelen. De zorg moet juist rondom de cliënt worden georganiseerd, in plaats van andersom”, zegt Molema. ‘
Huesken: ,,En over bergen aan administratie en ingewikkelde regelgeving gesproken: als een jongere in bijvoorbeeld een wooninstelling 18 jaar en daarmee wettelijk volwassen wordt, moeten er stapels papieren worden ingevuld om te voorkomen dat diegene op straat komt te staan zonder dak en zonder hulp. Dat levert ook grote onzekerheid bij de jongere en de hulpverlener op.’’
Kortom, kleine problemen worden sneller behandeld dan grotere, opeengestapelde problemen.
4. Complexiteit
Alsof het nog niet genoeg knelpunten zijn, blijkt ook de zorgvragen van jongeren steeds complexer te worden. Volgens de Drentse wethouders Huizing en Leal heeft niet alleen de jongere zelf ingewikkelde of meerdere problemen, maar komt dat ook door hun omgeving. Zoals thuis en school. Daar kan het onveilig zijn (bijvoorbeeld huiselijk geweld), of sprake zijn van armoede, vechtscheidingen of schooluitval.
,,De problemen zijn verweven in de samenleving, bijvoorbeeld social media en eetproblemen. Of prestatiedruk. Aan de zorgmedewerkers de lastige taak om de verschillende problemen te ontrafelen en aan te pakken”, zegt Huesken. ,,In de jeugdzorg zien we soms enorm suïcidale kinderen, maar ook jongeren die eigenlijk al in het criminele circuit zitten”, vervolgt ze.
,,Omdat er zo veel verschillende soorten problemen zijn, is er maatwerk nodig. Dat vergt een goede samenwerking tussen verwijzers, opdrachtgevers, gezinnen en de andere aanbieders. En dat is er in Groningen gelukkig al”, zegt Huesken.
De complexiteit is terug te zien in de kosten, zegt Molema. ,,Het bedrag dat gedeclareerd wordt, stijgt enorm.” In 2018 kostte jeugdzorg in de provincie Groningen 153,5 miljoen euro, in 2022 was dat bedrag opgelopen tot ruim 200 miljoen. Molema: ,,Dat laat zien dat de complexiteit toeneemt. Een kind heeft meer zorg nodig van verschillende instanties.”
5. Groter personeelstekort
Wat de wachttijden ook niet helpt, is het personeelstekort waarmee zorgaanbieders kampen. Het aantal mensen in dienst kan niet meegroeien met de toenemende vraag in de jeugdzorg. Een blik op de vacaturebank maakt duidelijk dat het gaat om alle verschillende vormen van jeugdzorg, van een hulpverlener aan huis tot een woonbegeleider.
Een hoge werkdruk, veel administratie en vergrijzing zorgen voor een leegloop. De mensen zijn niet geschikt voor vacatures door een gebrek aan werkervaring. Of de juiste registratie ontbreekt, stelt een onderzoek van TNO.
Bij Elker valt het tekort nu nog mee, stelt Huesken. ,,In de toekomst wordt dat een ander verhaal. In de toekomst zijn er minder werkende mensen in Groningen door vergrijzing en een bevolkingskrimp. We moeten goed nadenken over een oplossing, bijvoorbeeld door meer consulten digitaal te doen. Op de traditionele manier doorgaan kan in ieder geval niet.”
Ina Huesken, bestuurder van Elker. Foto: Geert Job Sevink
6. Stijgende kosten én bezuiniging van 511 miljoen?
Een hele hoop zaken neemt toe: het aantal jongeren in de hulpverlening, de complexiteit van problemen en de regeltjes, wachtlijsten én de zorgkosten. Maar het geld in het potje voor de jeugdzorg neemt niet toe. Het tegenovergestelde: voor 2025 staat een forse bezuiniging van 511 miljoen euro gepland in de Hervormingsagenda.
Zonder die bezuiniging ziet het financiële plaatje van veel zorgaanbieders er al niet rooskleurig uit. Volgens Jeugdzorg Nederland maakte 40 procent van de jeugdzorginstellingen verlies in het jaar 2022. Volgens zorgaanbieders zijn de tarieven, het geld dat ze voor een behandeling ontvangen, niet hoog genoeg. Gemeenten, verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van de tarieven, stellen dat ze hun uitgaven voor jeugdhulp moeten betalen zonder voldoende compensatie van het Rijk.
In een brief naar de Tweede Kamer schrijven organisaties: ‘Als cruciaal aanbod wegvalt door het ontbreken van financiering staan kinderen nog langer op wachtlijsten en wordt het nog moeilijk om überhaupt passende zorg te vinden’. Op de vraag of alle zorg voortgezet kan worden bij zo’n bezuiniging antwoord Molema stellig nee. Ze schudt haar hoofd: ,,Dat is niet te doen, de bezuiniging is een gevaar voor het zorgaanbod.”
Wat is jeugdzorg?
Zoals het woord zelf al omschrijft, het gaat om de zorg van de jeugd tot 18 jaar. Dat is heel breed, het gaat om de volgende vijf categorieën: opvoedhulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering, geestelijke gezondheidszorg, en de zorg voor jongeren met een licht verstandelijke beperking.
Jeugdzorg valt onder de Jeugdwet, daarmee zijn de gemeenten financieel verantwoordelijk voor deze zorg. Dat is zo sinds 2015, toen het Rijk de zorg van jongeren overdroeg aan de gemeenten. Insteek was dat de zorg verbeterde als het dichter bij de mensen georganiseerd was.
In de daaropvolgende jaren liepen de kosten voor gemeenten enorm op, tegelijkertijd bleven de wachtlijsten groeien. De Hervormingsagenda moet de knelpunten oplossen.