Illustratief beeld uit een opvanghuis voor vrouwen en kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld. Foto: Kees van de Veen ARCHIEF
Ruim duizend jongeren en gezinnen raken hun jeugdzorg kwijt als Jeugdbescherming Noord haar zaken niet binnen negen maanden op orde heeft. De organisatie is op de vingers getikt door het instituut dat de kwaliteit van de jeugdbescherming controleert.
Een jeugdbeschermingsorganisatie heeft als taak kinderen te beschermen die in een onveilige situatie zitten of waarbij hun gezondheid of ontwikkeling wordt bedreigd. Een kinderrechter kan besluiten dat een jongere onder toezicht wordt gesteld of uit huis wordt geplaatst. Een gezinsvoogd van bijvoorbeeld Jeugdbescherming Noord (JBN) bemoeit zich dan met de opvoeding van het kind.
Maar het rommelt bij JBN. In september uitten de gemeenten in Groningen en Drenthe, die verantwoordelijk zijn voor jeugdzorg, al hun zorgen over de situatie. JBN legt niet snel genoeg het eerste contact en scoort onvoldoende op het tijdig toewijzen van een vaste jeugdbeschermer, het op tijd vaststellen van een plan van aanpak en het borgen van risico-inschattingen.
Tijdelijke certificering
De organisatie liet de afgelopen maanden onvoldoende progressie zien, waardoor het Keurmerkinstituut half december besloot JBN een overbruggingscertificaat te geven voor negen maanden. In die tijd moet Jeugdbescherming Noord laten zien dat zij het werk op tijd en kwalitatief goed uit kan voeren.
Lukt dat niet, dan kan het einde verhaal zijn voor Jeugdbescherming Noord. Dan moeten ruim 1000 jongeren en gezinnen in Groningen en Drenthe over naar een andere wél gecertificeerde instelling voor hun jeugdzorg. In Noord-Nederland zijn dat het Leger des Heils en de William Schrikker Stichting. Los van dat dit schadelijk zou zijn voor de betrokken jongeren en gezinnen, hebben die andere organisaties in Noord-Nederland onvoldoende personeel om het werk over te nemen.
Ziekte en personeelsverloop
Als verklaring voor de problemen geeft interim-bestuurder Gert Cazemier een hoog ziekteverzuim en personeelsverloop. In een brief aan gemeenteraden zegt hij de komende zes tot negen maanden hard te werken aan verbetering. ‘Het tijdig en kwalitatief ondersteunen van kwetsbare jeugdigen en gezinnen staat daarbij voorop’, schrijft hij. Cazemier geeft ook aan dat het Keurmerkinstituut het voldoende aannemelijk vindt dat er verbetering mogelijk is en er niet fundamenteel iets fout zit.
Dat gegeven geeft ook de Groningse zorgwethouder Manouska Molema (GroenLinks) hoop. Noord-Nederland is bovendien niet uniek in de jeugdzorgproblematiek, zegt zij. „De arbeidsmarkt is enorm krap. Er hoeft maar iets te gebeuren of de wachttijden lopen op.”
Topprioriteit
De gemeenten zitten er wat betreft JBN bovenop, zegt Molema. „Het is voor ons topprioriteit en wij grijpen in als dat nodig is.” Zo is ze zelf afgelopen week een dag meegelopen met JBN om te zien hoe het ervoor staat. „Ik zie dat er goede mensen zitten die zorgen dat de meest complexe gevallen bij de meest ervaren medewerkers terechtkomen. We willen niet dat de zorg voor kinderen in kwetsbare omstandigheden onder druk staat en dat is door de wachttijden nu wel zo.”
Molema verwacht niet dat JBN uiteindelijk omvalt. „In het ergste geval kan een tijdelijke certificering nog met drie maanden verlengd worden, maar ik had niet de indruk dat ik meeliep in een hele onrustige organisatie.”