Jill Landkroon en Cruimeltje. Ze is gek op ratten en heeft in haar huis Ter Apel een opvangplek voor (half) wilde ratten. Slim gevoelsdieren die een betere behandeling verdienen dan ze krijgen, vindt ze. Foto: Boudewijn Benting
De wilde rat. Veel mensen schrikken zich het apezuur als ze er één zien. Niet Jill Landkroon van stichting Rattenpootjes in Ter Apel. Zij heeft haar woning omgebouwd tot toevluchtsoord voor het knaagdier. ,,Ze zijn slim en worden onterecht als ongedierte weggezet.’’
Wie bij Jill Landkroon (38) over de drempel stapt, kan het niet ontgaan. Tegen vrijwel elke muur van haar kleine huis in Ter Apel staat een manshoge aluminiumkooi. In stoffen ‘hangmatjes’ in de kooien slapen ratten. Door hun gewicht worden de hangmatjes een soort bol zakje. Daarin liggen ze knus op elkaar, broertjes en zusjes, soms hele families.
Aan de muur hangt een foto van een nestje, ergens anders een plaat van de bekende Disneyrat Ratatouille. Zelfs haar kookwekker is in de vorm van een ratje. Landkroon zelf heeft tatoeages van het dier en een kettinkje van een rat.
,,Ik heb er nu 82 en ze hebben allemaal hun eigen persoonlijkheid’’, zegt Landkroon. Het zijn de bekende bruine en zwarte rat, maar sinds kort heeft ze ook een grote Gambiahamsterrat, die is zo’n anderhalve kilo. ,,Mensen nemen die omdat ze een bijzonder huisdier willen. Maar dit soort rat is geen tam huisdier en leeft ‘s nachts.’’ Ze is blij dat het dier straks op de lijst van verboden huisdieren staat.
Het huis staat vol met met kooien voor ratten. De kooien en alle spullen daarin worden met regelmaat verschoond. Foto: Boudewijn Benting
‘Ze verdienen een fatsoenlijke behandeling’
Bijna alle 82 wilde ratten waren kwetsbaar, of zelfs in levensgevaar toen Landkroon met ze in contact kwam. Bijvoorbeeld omdat ze als jonkie geen moeder bleken te hebben. ,,Mensen bellen mij of ik ze kan ophalen.’’ Dat doet Landkroon dan. ,,Maar ik vang geen gezonde wilde ratten op om ze daarna hier op te sluiten.’’
Of het nu uit Amsterdam of Limburg is: dat maakt niet uit. Iedere (half) wilde rat kan onder haar dak een veilig thuis vinden en worden gevoed. Als het nodig is krijgen de beesten medicatie en worden ze gecastreerd. ,,Vorig jaar betaalde ik 11.000 euro aan dierenartskosten.’’
Waarom? Omdat de rat onterecht in een verdomhoekje wordt geplaatst, zegt Landkroon. ,,Het zijn heel slimme, intelligente en vindingrijke dieren.’’ De manier waarop ze communiceren, een ander aanvoelen: het zijn gevoelsdieren. Ze verdienen een fatsoenlijke behandeling, vindt ze. Daar breekt ze graag een lans voor.
Haar liefde voor het dier begon toen ze ongeveer dertien was en stiekem een rat kocht. Mocht eigenlijk niet van haar moeder, want die was er bang voor. Maar het gezin hield veel van dieren, ving vaak iets zieks, zwaks of misselijks op. Zo vreemd is het dus ook niet dat Landkroon elf jaar geleden met vriendinnen het asiel ‘Rattenpootjes’ begon voor aanvankelijk tamme ratten.
Later stapte ze over op (half) wilde ratten (bijvoorbeeld als een tamme rat gedekt wordt door een wilde rat). Die konden nergens terecht. ,,Dit is de enige opvang in Nederland voor wilde ratten.’’ Komen ze binnen, dan gaan ze ook niet meer weg. ,,Dit zijn geen huisdieren en als je ze uitzet, gaan ze misschien toch naar mensen toe. Daar zitten de meesten niet op te wachten.’’
Gedrag van mensen veroorzaakt overlast
Het dier wordt al eeuwen gevreesd en bestreden. Mensen zien ze als ‘plaagdier’ dat veel ziektes met zich meedraagt. ,,Ja, als je heel veel ratten bij elkaar hebt, dan wordt het vies’’, erkent ze. ,,Maar wanneer krijg je heel veel ratten? Als je er zelf een bende van maakt.’’ Wie een normaal huishouden heeft, zijn afval netjes wegzet en geen kilo’s vogelvoer rondstrooit in de tuin, krijgt geen rattenplaag, zegt Landkroon. ,,Het is het gedrag van mensen dat overlast veroorzaakt.’’
In de kooien hangen de ratten ‘s middags lui in hun matjes. Het zijn schemer- en nachtdieren, overdag willen ze het liefst slapen. Op de salontafel staat een kooitje voor jonge zwarte ratjes, ze lokt ze met moeite uit hun nestje. Een bruine rat, Cruimeltje, houdt wel van aandacht. Hij werd door Landkroon met de fles gevoed toen die nog jong was.
Een rat wordt uit zijn schuilnestje gelokt. Foto: Boudewijn Benting
Dus de dieren om haar heen kunnen ook in het riool hebben gezeten? ,,Dat is een beetje een mythe. Ze komen er wel, maar de meeste graven holen in bijvoorbeeld slootwallen.’’
Voor de foto probeert ze er een paar te lokken door met een bakje gebakken bananen te rammelen. Dat doet ze iedere ochtend als ze om 5.00 uur de dieren gaat voeden. Dan wil ze ze allemaal zien en tellen, om te zien hoe het met ze gaat. Maar met een vreemd publiek in de ruimte (de journalist en fotograaf), zijn de dieren wat argwanend. Uiteindelijk werkt het lokken en steekt een dapper exemplaar zijn snuffelende neusje naar buiten en kijkt met kraaloogjes gefixeerd naar het eten om het daarna voorzichtig te pakken. Achter hem bungelt zijn lange, dikke staart.
Mensen hoeven niet bang te zijn dat de ratten hen zomaar aanvallen, zegt Landkroon. ,,Ratten zijn vlucht- en prooidieren. Die zijn hartstikke bang voor mensen.’’ Ja, ze is weleens gebeten. Regelmatig zelfs, maar dat komt vooral omdat de rat in paniek bij haar binnen wordt gebracht.
Ze is niet bang dat ze er ziek van wordt, ze vangt inmiddels al jaren wilde ratten op en ze is nog steeds gezond. Vroeger dacht men dat ratten de pest verspreidden. ,,Maar dat waren vlooien op ratten. En die zaten ook op mensen.’’
Geheel ziektevrij zijn ze niet, weet ze. ,,Ratten kunnen de ziekte van Weil overbrengen.’’ Dat kan leiden tot een nier- of leverontsteking. Zonder behandeling kun je eraan sterven. ,,Maar dat wordt vooral via de urine verspreid, de kans dat je het krijgt op de manier waarop ik ze houd, is klein.’’ Je krijgt het eerder als je in een sloot zwemt en een paar happen water slikt, zegt ze. ,,Ik was mijn handen wel altijd, zeker met jonge ratten. Maar dat is vooral omdat ik hen niet ziek wil maken.’’
Lekker luieren in de hangmat. Foto: Boudewijn Benting
Veel poetsen, boenen en de hoge drukspuit aanslingeren
Sowieso is Landkroon veel aan het poetsen en boenen. De stoffen mandjes waarin de ratten liggen worden met regelmaat gewassen en verschoond. Gemiddeld draait ze twee wasjes per dag. De kooien zet ze een keer per week buiten en maakt ze schoon met de hogedrukspuit. Ze zijn op haar wens gemaakt, met grote deuren, want dat is gemakkelijk als ze haar armen in de kooi moet steken. ,,Deze kooien zijn knaagproof. In bijvoorbeeld plastic zouden ze kunnen knagen.’’
Ze vindt het wrang dat egeltjes of eekhoorns als schattig worden gezien en de rat als plaagdier. Terwijl egels en eekhoorns ook ziekten meedragen. ,,Het is leuk als je twee egeltjes in de tuin hebt, maar als het ratten zijn dan moeten die bestreden worden. Van een paar ratten in je tuin heb je echt geen last.”
De mens voert al eeuwen oorlog tegen de rat. Met klemmen of gif wordt het dier bestreden. Er zijn er nog steeds gigantisch veel in Nederland en de rest van de wereld. ,,Dat gif, ze gaan er vaak niet dood van. Maar als ze dan worden gepakt door een uil of vos, die eet dat gif dan indirect weer op.’’
Landkroon is heus geen voorstander van straten vol ratten. ,,Maar hoe we nu met de rat omgaan, het werkt niet. In een plaats als Amsterdam kun je ze op straat zien. We moeten met z’n allen veel meer doen aan preventie: niet zoveel eten voor ze laten rondslingeren. De mens en rat kunnen dan prima naast elkaar leven.’’
Rattenexpert: 'kans maakt ernst'
,,Ratten zijn zeker heel intelligent, in die zin kan ik mij in deze mevrouw verplaatsen’’, zegt Bastiaan Meerburg. Hij was directeur bij het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen en deed onderzoek naar knaagdieren als ratten en muizen. In beginsel heeft Landkroon gelijk, als je voor een schone omgeving met weinig schuilplekken zorgt, zal je geen plaag krijgen, erkent hij.
,,De realiteit is echter dat ik wel heel schoon kan zijn, maar als mijn buurman er een bende van maakt, ik er ook last van heb.’’ In Nederland zijn steeds meer mensen gaan wonen, bovendien is de mentaliteit veranderd. ,,Vroeger leerde je op de huishoudschool dat je alles proper moest houden. Dat je schillen aan de schillenboer moest geven en oud brood in de vuilnisbak moest en niet op straat. Tegenwoordig worden tuinen soms minder goed onderhouden. En in ondergrondse containers past soms niet genoeg, waardoor mensen hun afval ernaast zetten.’’
Als je één rat tegenkomt, zul je er niet zo snel ziek van worden, zegt Meerburg. Maar hoe meer ratten er zijn, hoe groter de kans. ,,En kans maakt ernst. Het is bekend dat behoorlijk wat ratten leptospirosen hebben, die de ziekte van Weil kan veroorzaken. En ze kunnen ook andere virussen en bacteriën overbrengen. Aan de universiteit van Eindhoven is iemand ziek geworden van hepatitis E. Dat was te herleiden naar een rat. Aan de andere kant is er een tempel in India waar de rat wordt aanbeden, de priester daar zegt ook nooit ziek te zijn.’’
Onderaan de streep kunnen alle huisdieren ziektes met zich meebrengen, benadrukt hij. ,,Dat is niet voorbehouden aan de rat.’’ Die zoekt wel eerder vieze plekjes op, zegt hij waardoor hij ook eerder iets kan oplopen. ,,Maar ik ben het er wel mee eens, waarom dood maken als je kunt voorkomen dat ze in grote hoeveelheden worden geboren.’’