Het Noorden was decennialang een rood bolwerk. Bij de laatste verkiezingen is dat verkruimeld. Bijna overal haalde de PVV van Geert Wilders de meeste stemmen. ANP
Decennialang was het Noorden een rood bolwerk. Bij de laatste verkiezingen is dat verkruimeld. Bijna overal haalde de PVV de meeste stemmen. ,,De politiek was drukker bezig met zichzelf dan met de problemen van de mensen in het land’’, zegt politiek historicus René Cuperus.
De PVV trok in Pekela bij de Tweede Kamerverkiezingen liefst 42 procent van de stemmen, meer dan waar ook in het Noorden. In omliggende gemeenten werd de partij van Wilders eveneens verreweg de grootste. ,,Oost-Groningen is in politiek opzicht altijd een radicaal gebied geweest’’, verklaart René Cuperus (63).
Tegen de gevestigde orde
In 2017 stond de SP bovenaan, bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 FvD en bij die van 2023 BBB. Deze stemmen zijn te vergelijken met de communistische stem van vroeger. ,,Het zijn proteststemmen, gericht tegen de gevestigde orde.’’
Het heeft alles te maken met de armoede en achterstanden in Oost-Groningen. Mensen zijn er minder hoog opgeleid, vaker werkloos en arbeidsongeschikt. De levensverwachting is er 7 jaar korter dan gemiddeld in Nederland. Het verdwijnen van de strokartonindustrie heeft er volgens Cuperus dezelfde funeste gevolgen gehad als de teloorgang van de kolenmijnen in Limburg. ,,Oost-Groningen ging altijd linksaf naar de PvdA, de CPN en de SP, maar is nu aan de andere kant van het politieke hoefijzer bij de PVV terechtgekomen.’’
Er heerst volgens René Cuperus een diepe kloof tussen hoogopgeleiden en de rest van de bevolking. Foto: Peter Hilz
Voor de onderzoeker is het Noorden geen onbekend terrein. Toen hij in de jaren tachtig aan de Rijksuniversiteit Groningen geschiedenis en antropologie studeerde, voetbalde hij in zijn vrije tijd bij GSVV The Knickerbockers. Menig zaterdag buffelde hij op de plaatselijke voetbalvelden, van Leens tot Veendam, van Kloosterburen tot Winschoten. ,,Dat waren altijd mooie confrontaties tussen studenten en plattelandsjongens’’, herinnert hij zich.
‘Lang was de PvdA hier de bovenliggende partij’
Cuperus, die onder meer als strategisch adviseur is verbonden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, schreef samen met electoraal geograaf Josse de Voogd de veelgeprezen Atlas van afgehaakt Nederland (2021). Een regionale verkenning van Nederland aan de hand van stemgedrag. Hoe postzegelklein ons land ook is, de cultuurhistorische en sociaaleconomische verschillen tussen dorpen, steden en landstreken zorgen overal voor een specifieke politieke inkleuring die volop in beweging is.
Dat bleek een maand geleden weer eens bij de Tweede Kamerverkiezingen. De PVV was in een flink deel van het land de grote winnaar. Ook in het Noorden, behalve in de gemeenten Groningen en Tynaarlo waar GroenLinks-PvdA de meeste stemmen trok.
Nog niet zo lang geleden was de PvdA bijna overal in het Noorden de bovenliggende partij. De electorale verhoudingen bleven decennialang vrij constant. Cuperus: ,,De ontzuiling en daarmee gepaard gaande politieke omwenteling in Nederland voltrok zich in de drie noordelijke provincies veel langzamer dan elders. Als men al ontevreden was met de PvdA, dan bleef men bij verkiezingen eerder thuis, dan dat men op een andere partij stemde.’’
‘De kiezers zijn op drift geraakt’
Maar nu lijken ook de sociaaldemocratische stemmers in het Noorden onthecht van hun oude zuil. Anders gezegd: de kiezers zijn op drift geraakt. Hoewel dat bij eerdere verkiezingen ook al steeds meer zichtbaar werd. Bovendien worden ook de gemeentelijke verkiezingen hier al jarenlang niet meer gedomineerd door links, maar – meer dan in veel andere regio’s – door lokale partijen.
Toch is er in het Noorden, behalve in Oost-Groningen en Emmen, gemiddeld minder op de PVV gestemd dan in Brabant en Limburg. Dat scheelt wel 10 procentpunt. Het heeft er volgens Cuperus mee te maken dat de SP en PVV zijn opgericht in het zuiden en een katholieke partijcultuur hebben. Het waren partijen met een zachte g. Het heeft lang geduurd voordat die in het Noorden voet aan de grond kregen. ,,Noorderlingen kijken van nature een beetje de kat uit de boom. Ze zijn iets nuchterder dan de mensen in het zuiden, waar de stemmers bij elke verkiezing al jarenlang switchen als een gek. In het Noorden gaat het vertrouwen dat te voet kwam met een veel trager paard.’’
‘GroenLinks-PvdA heeft een elitair imago’
Dat noordelijke kiezers nu wel vrij massaal overstag zijn gegaan, wijt hij deels aan de opstelling van de PvdA, die door het samengaan met GroenLinks in de ogen van veel Nederlanders een elitair-grootstedelijk imago heeft gekregen. Kiezersonderzoek heeft afgelopen week laten zien dat er nog nooit zo’n klein deel van de arbeidersklasse op GroenLinks-PvdA en SP heeft gestemd. Het samen optrekken van de PvdA met GroenLinks leeft vooral in Amsterdam en de rest van de Randstad.
De partij heeft geen rekening gehouden met het Noorden, waar de PvdA vooral bij de oudere generatie nog een volkspartij is. Cuperus vindt het ‘ronduit schokkend’ dat GroenLinks-PvdA tijdens de verkiezingen de grootste winnaar was in Bloemendaal en de grootste verliezer in Pekela. ,,Door die samenwerking met GroenLinks heeft de PvdA het rode Noorden opgegeven. Heel tragisch.’’
Zelfs op het behoudende Drentse zand is er in niet geringe mate op de NSC, BBB en PVV gestemd. ,,Voor velen was het een middelvinger naar het politieke establishment. Dat heeft alles te maken met de slechte afhandeling van de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen. De politiek was drukker bezig met zichzelf dan met de problemen van de mensen in het land.’’
‘Migratie speelt een centrale rol’
Het wantrouwen wordt ook gevoed door de culturele kloof tussen bestuurlijk Nederland en een flink deel van de bevolking. Eerst hadden we een ‘zuilendemocratie’, daarna een ‘volkspartijendemocratie’, en nu een ‘diplomademocratie’, waarin de politiek wordt gedomineerd door hoogopgeleiden uit de Randstad. ,,Die economisch- en cultureel-liberale elite bepaalt de normen in Nederland en heeft weinig oog gehad voor anderen dan zichzelf.’’
Migratie speelt daarbij een centrale rol. Het is volgens hem voor veel mensen hét symbool van het overheidsfalen. ,,Er is totaal geen grip op migratie. Het is alsof het ons allemaal overkomt. Het lukt ons zelfs niet om de overlastgevende raddraaiers in Ter Apel naar hun herkomstlanden terug te sturen. Dat is een brevet van onvermogen van politiek Den Haag.’’
Het gaat volgens Cuperus nog dieper. Veel van het onbehagen gaat niet over de huidige situatie – op veel vlakken gaat het best goed in Nederland – maar er bestaat grote onzekerheid over de toekomst. Die angst is oneerlijk verdeeld. Hoogopgeleide, welvarende Nederlanders zijn helemaal niet zo bang voor de toekomst, hooguit voor de klimaatverandering. Maar anderen vrezen in deze tijd van globalisering en onbegrensde migratie voor het voortbestaan van hun banen, dorpen en tradities. Ze zijn onder meer bang dat hun kinderen geen huizen meer kunnen krijgen.
‘De twee bubbels leven nogal langs elkaar heen’
Zelf heeft hij onderzoek gedaan in Dokkum, traditioneel een CDA-gemeente. Ook daar kwam de PVV als grootste partij uit de bus. Dat heeft volgens hem niet zozeer met bestaansonzekerheid of armoede te maken, maar heeft cultureel-psychologische oorzaken. Veel inwoners voelen zich tekortgedaan, niet vertegenwoordigd of gerespecteerd. Den Haag vaardigt regels uit die hun tradities onder druk zetten, waar zij juist houvast aan ontlenen. ,,Het is een optelsom van onbehagen en wantrouwen. De achterliggende vraag is: blijft Nederland nog wel Nederland?’’
Uit de Atlas van afgehaakt Nederland komt naar voren dat er een diepe kloof is in Nederland. Niet tussen stad en platteland, zoals vaak wordt geopperd, maar vooral tussen hoogopgeleiden en de rest van de bevolking. ,,Het is natuurlijk niet helemaal zwart-wit, maar die twee bubbels leven in Nederland nogal langs elkaar heen. Hun wereldbeeld en levensstijl zijn totaal verschillend.’’
Cuperus betreurt het sterk dat het politieke midden heeft ‘verzaakt’. De gevestigde partijen hebben de maatschappelijke problemen wel benoemd, maar in de ogen van veel mensen hebben ze niet geleverd. ,,De verkiezingsuitslag is een alarmsignaal dat het flink anders moet in Den Haag. Vooral ten gunste van de regio’s en de minder hoog opgeleiden. Sowieso moet de migratie worden begrensd, anders neem je de zorgen van de kiezers niet serieus. De band tussen bestuurlijk Nederland en de bevolking moet hersteld worden. We zullen zien of dat lukt. Uiteindelijk heb ik daar wel geloof in.’’