De Melkweg boven de Waddenzee, een van de nog donkere plekken in Nederland. Foto: RUG
Maar liefst 200 tot 400 miljard sterren bevinden zich in de Melkweg. Toch is het sterrenstelsel op veel plekken niet meer te zien. Groningse deskundigen pleiten voor wetten en regels om de duisternis te beschermen.
Wie ‘s nachts in de stad Groningen naar de hemel tuurt, kan de Melkweg niet bewonderen. Dat komt door lichtvervuiling: er is zoveel licht om je heen, dat de donkere hemel en de sterren onzichtbaar zijn. „En dan is het in het Noorden van Nederland nog relatief donker omdat er niet zoveel mensen wonen”, zegt sterrenkundige Reynier Peletier van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
De RUG is dit jaar gastheer voor een grote Europese conferentie over lichtvervuiling. Van 14 tot en met 16 maart komen zo’n honderd sterrenkundigen, biologen, beheerders van Nationale Parken en andere deskundigen uit Europa samen in Familiehotel Paterswolde.
Reden voor zo’n conferentie is dat de lichtvervuiling in Nederland elk jaar met een paar procent toeneemt. Op de wereldkaart van lichtvervuiling springt ons dichtbevolkte land er als een soort kerstboom uit. Dat komt door de vele lantaarnpalen, reclameborden en huizen. „Licht is door de jaren heen steeds goedkoper en steeds feller geworden”, legt Peletier uit. „Denk aan de vervanging van de gloeilamp door de LED-lamp.”
Mensen én dieren hebben last van lichtvervuiling
Al dat licht heeft grote invloed op de biodiversiteit en onze gezondheid, weet bioloog Koosje Lamers. Zij noemt 4 verschillende gevolgen. „Het dagritme van dieren kan door lichtvervuiling worden aangetast: zangvogels zingen bijvoorbeeld nóg vroeger in de ochtend wanneer er veel kunstlicht is. Ook mensen kunnen last hebben van kunstlicht. Door te veel licht ’s avonds en ’s nachts raakt onze biologische klok in de war, waardoor we minder goed slapen.”
Kunstlicht beïnvloedt jaarritmes. „Bomen behouden in de herfst langer hun blad onder sterke lampen en dat kan leiden tot vorstschade. Vogels gaan eerder broeden in de lente in territoria met veel lichtvervuiling en dat kan ook té vroeg zijn.”
Voor nachtdieren is de duisternis heel belangrijk. Vleermuizen en muizen zijn juist ‘s nachts actief omdat ze dan veiliger zijn voor roofdieren. „Zij vermijden expres kunstlicht. Door veel lichtvervuiling krimpt hun potentiële leefgebied.” Sommige diersoorten krimpen zelfs in aantallen door al het kunstlicht. „Glimwormen maken licht met hun achterlijf om de andere sekse aan te trekken en te paren. Maar door lichtvervuiling kunnen ze elkaar niet meer zien en vinden, en verloopt de voortplanting niet meer goed. Zij worden door lichtvervuiling bedreigd.”
Bij sommige dieren, waaronder nachtvlinders en vogels, zorgt lichtvervuiling voor ‘fatale aantrekking’. Lamers: „Je ziet nachtvlinders wel eens rondcirkelen bij heldere lampen. Hierdoor kunnen ze uitgeput raken of vallen ze makkelijk ten prooi aan roofdieren.” Net als bij de glimwormen gaan de nachtvlinderaantallen achteruit. Voor vogels is teveel kunstlicht ook gevaarlijk. „Veel vogels trekken ’s nachts. Zij kunnen worden aangetrokken door helder licht zoals dat van grote steden, havens en boorplatformen. Ze raken hierdoor uitgeput en ze lopen het risico dat ze tegen gebouwen opbotsen.”
Lichtvervuiling in België, Nederland, Luxemburg, Noord-Duitsland en Engeland. Foto: RUG
Mensen moeten bedachtzamer omgaan met licht
Peletier denkt dat wetten en regels kunnen helpen in de strijd tegen het licht. „Op dit moment hebben we die vrij weinig in Nederland en op de regels die er zijn wordt niet gehandhaafd. In Duitsland gold bijvoorbeeld een tijd een regel dat lichtgevende reclameborden na 21.00 uur uit moeten”, zegt hij. „Maar die is weer afgeschaft.”
Lamers denkt dat het belangrijk is dat mensen bedachtzamer omgaan met licht. Denk aan het niet constant verlichten van je tuin of het instellen van timers zodat lampen uiteindelijk uitgaan. Zonder zo’n felle lamp in de tuin, komt er misschien wel een leuk egeltje wonen. „Het mooiste is natuurlijk als al het onnodige licht wordt uitgedaan. Als lampen wel ergens nodig zijn, dan kan je spelen met hoe helder deze lampen moeten zijn. Vaak is minder fel licht sowieso prettiger voor ons oog. Het mooie van lichtvervuiling aanpakken, is dat het ons veel goeds kan brengen. We besparen energie, krijgen er betere slaap voor terug, een gezondere natuur en een prachtige sterrenhemel boven ons hoofd.”
Projecten om lichtvervuiling tegen te gaan
Peletier, Lamers en hun collega’s doen hun best om in elk geval hier in het Noorden donkere plekken te behouden. Zo zijn er bij het Lauwersmeer en op Terschelling twee Dark Sky parken ingericht. Locaties waar het donker móét blijven. Er zijn meetnetwerken opgezet en meetmethodes ontwikkelt. Peletier: „Daarmee kunnen we bij de autoriteiten aantonen dat er sprake is van een probleem.”
De sterrenkundigen van de RUG zijn ook betrokken bij het project Darker Sky, waarbij wordt gewerkt aan minder lichtvervuiling in kleinere haven in Europa. Voor Nederland zijn is dat de haven van Lauwersoog en het toekomstige Holwerd aan Zee. Peletier: „Als je in het donker langs de Eemshaven rijdt, dan is het een grote kermis. Met het project Darker Sky willen we laten zien dat havens best iets kunnen doen om lichtvervuiling te verminderen.”