Met een ontbijtje in de hand in alle vroegte vanuit Stadskanaal op weg naar de bus richting Ter Apel. Foto: ANP/Vincent Jannink
Ontheemde asielzoekers kunnen in de crisisopvang voor asielzoekers in Stadskanaal een bed en een dak boven het hoofd vinden. Wij namen een kijkje op kerstavond en zagen ondanks de sombere omstandigheden dankbaarheid.
De paarse laarsjes schuifelen voorzichtig over de natte plaat. Het meisje, ouder dan 8 jaar is ze niet, kijkt met grote ogen rond. Waar is ze nou weer beland? Een vrouw met een dreumes in haar armen maant haar door te lopen. Ze zijn er. Niemand zegt iets. Het is guur buiten en het waait hard.
De eerste lichting van de avond
De groep vluchtelingen is gebracht met bus 115 vanuit het bomvolle aanmeldcentrum in Ter Apel. Een dik half uur geleden is de crisisopvang in Stadskanaal op de hoogte gebracht dat de eerste bus met asielzoekers eraan komt. Jonge kinderen, gezinnen en mannen. Zo’n 35 asielzoekers. Het zal de eerste lichting van de avond en nacht zijn.
Voordat iedereen mag uitstappen gaan de aanwezige beveiligers de bus in. Vriendelijk wordt in het Arabisch uitgelegd waar de mensen zijn en wat straks de bedoeling is. Er is een warme douche voor wie dat wil. Een bed om te slapen en warm eten. Wat schuchter verlaten de vluchtelingen in groepjes de bus. Eerst de gezinnen met kinderen.
Het is kerstavond, kwart over negen ‘s avonds.
Bus 115 arriveert
Kleren enige tastbare bezit
De vaders en moeders lopen met de kinderen dicht tegen zich aan voorzichtig en wat onwennig het terrein aan de Manegelaan in Stadskanaal op. Sommigen hebben een rolkoffer bij zich, een enkeling een boodschappentas, maar vaak zijn de kleren die ze aan hebben het enige tastbare bezit. Een jongetje met zwarte bril knikt vriendelijk naar de grote man die ze verzoekt om door te lopen. Daar krijgen ze een tasje met wat eten en drinken. Sommige mensen hebben al dagen niks gehad. Twee volwassen mannen knikken dankbaar. Een voorzichtige glimlach toont zich.
Jeroen van Broekhoven uit Stadskanaal aanschouwt het tafereel van een afstandje. Hij zegt niks. Maar dat hoeft ook niet, want bij iedereen die op zijn plek zou staan, zou de rillingen over het lijf lopen. Wat je ook van het asielbeleid vindt, wie deze ontheemde kinderen en mensen hier op deze natte gure kerstavond het terrein op ziet lopen, laat dat niet onberoerd. „Het gaat om mensen hè”, zegt Van Broekhoven dan.
De ondernemer werd begin deze maand door de gemeente Stadskanaal gebeld of hij misschien kon helpen om een crisisopvang in sneltreinvaart uit de grond te stampen. Om asielzoekers uit Ter Apel, die daar geen bed meer kunnen krijgen, te laten slapen. Na tien minuten overleg met zijn vrouw begon hij te regelen. Zes dagen later was het geregeld en stonden er drie grote tenten, even buiten het centrum van Stadskanaal.
Vluchtelingen arriveren op kerstavond in de crisisnoodopvang van Stadskanaal.
Kerstboom in de eetzaal waar de vluchtelingen een warme maaltijd kunnen krijgen
Van Broekhoven wil ver blijven van discussies over woningnood, politieke voorkeuren, overlast in Ter Apel of de spreidingswet. En eigenlijk wil hij niet op de voorgrond. Het draait immers niet om hem. Maar hij is wel van het goede fatsoen. En in een fatsoenlijk land, horen mensen niet ongewild op straat te slapen. ,,Je kunt ze niet aan hun lot overlaten. Zo simpel is het.”
Maar tegelijkertijd: zoals het nu gaat, dat is ook onhoudbaar.
Kinderen zonder schoenen
Als hij dan nu op deze kerstavond weer bus 115 ziet leeglopen met gezinnen met kinderen, dan wordt hij toch emotioneel, vertelt hij. ,,Niet alleen de kinderen. Het zijn mensen.” De afgelopen weken zag hij kinderen die zonder schoenen het terrein kwamen oplopen. „Ik heb het COA gebeld en gezegd: ‘Of ik het zelf moet betalen of jullie doen het, maar ik haal nu schoeisel voor die kinderen’.”
Of die 40-jarige vrouw die zo moe was van het vele reizen - het constant op de vlucht zijn - dat ze letterlijk door haar benen zakte toen ze op het terrein kwam. Met haar 70-jarige vader bezorgd naast haar.
De verwarmde tenten - het is niet meer, het is niet minder - met tapijt op de houten vlonders blijven staan tot en met eind januari, is het idee. Hier krijgen ze, hoe ellendig hun vlucht mogelijk ook is geweest, in ieder geval een klein beetje nachtrust.
In een van de tenten is de eetzaal ingericht. Met een speelhoekje voor kinderen en wat banken en stoelen om bij elkaar te zitten. In de hoek staat een karige kerstboom met vijf grijze ballen. Vanavond brengt buffetrestaurant De Rode Loper warm eten. Het restaurant wisselt dat dag op en af met een shoarmatent uit Hoogezand. Warm eten voor wie dat wil. Halal en met vitaminen.
Het is allemaal niet veel, het is boven alles sober. Maar de crisisopvang is ook echt maar voor de nacht. De eersten (degenen met een grijs polsbandje) gaan om half 8 ‘s ochtends weer terug naar Ter Apel. De ouderen en kinderen vaak wat later, zodat ze toch nog een paar uren extra slaap kunnen pakken.
In de eetzaal is een zitje gemaakt en staat wat speelgoed waar de kinderen, als ze nog puf hebben, kunnen spelen
Beveiliger was zelf vluchteling
Hoe weinig de vluchtelingen ook hebben, er is voelbare dankbaarheid. Dat merkt een beveiliger die zelf ooit naar Nederland kwam als vluchteling ook, zegt hij. „We proberen te helpen. Dingen uit te leggen.” Het is mooi om te zien hoe hij en zijn collega-beveiligers de asielzoekers oprecht en met een warme glimlach tegemoet komen. Er wordt een praatje gemaakt. Om rust te creëren en de asielzoekers te kalmeren en hen enigszins op hun gemak te brengen. EHBO’ers lopen rond om mensen die zich ziek voelen te helpen. Twee mannen tonen hun dankbaarheid door hun grootste glimlach op te zetten.
Het zijn maar kleine dingen, maar waardevol.
Tegelijkertijd: deze asielcrisis is natuurlijk diep ellendig. Dat er op kerstavond nog meerdere bussen naar Stadskanaal zullen rijden. Dat er kinderen in het holst van de winternacht naar een grote tent lopen om daar te slapen. Van Broekhoven: „Ook dit is natuurlijk geen oplossing. Voor nu is het prettig dat niemand buiten slaapt. Maar als er niet iets structureels verandert, dan moet ik volgend jaar deze tenten hier weer neer laten zetten. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”
Een van de mannen stort zich direct op het veldbed. De tas met hygiënische middelen heeft hij weggelegd, want hij is zo moe dat hij slechts wil slapen. De slaapzak trekt de man tot ver over zijn oren en vrijwel direct is hij in slaap. De vijf kinderen die met de bus zijn gekomen kijken nog wat onwennig rond in de tent. Een meisje loopt op slippers aan haar moeders hand mee, op zoek naar het toilet. Van Broekhoven ziet ze zoeken en loopt vriendelijk naar ze toe: „That way.”