Arjen Robben voor zijn eigen wand in de Arjen Robben Lounge. Foto: DVHN
Vrijdagavond, in de nok van de Euroborg. FC Groningen speelt over een dik kwartier tegen ADO Den Haag.
,,Zeg, komt Arjen ook?”
Henk Hagenauw, de oud-verzorger van FC Groningen, zit half omgedraaid aan een grote tafel in de Arjen Robben Lounge. Marjo Robben, de gastvrouw, staat bij de bar en haalt haar schouders op. ,,Denk je nou echt dat wij elkaar élke dag bellen om te vragen wat we gaan doen?” Hagenauw lacht. Naast hem zit Theo Huizinga, de voormalige teammanager. ,,Maar komt-ie? Arjen?”
Een paar dagen terug in de tijd. Voicemail van Jacques d’Ancona. Ook al niet alledaags. ,,Je bent komende vrijdagavond van harte welkom in de Arjen Robben Lounge. Hans en Marjo Robben, mede-gastheer en -vrouw weten ervan. Tot dan.”
Voor een zo veelzijdig mogelijk beeld over FC Groningen moet ik me ook in de hogere kringen rond de club te begeven.Daar hoort uiteraard een bezoekje aan de Arjen Robben Lounge bij.
Gastheer d’Ancona, tevens onverwoestbaar theaterrecensent bij deze krant, is getuige zijn uitnodiging dezelfde mening toegedaan. Goh, hij is die vrijdag jarig, weet een collega: 86 jaar. Daar mag ik met geen woord over reppen, meldt d’Ancona. Anders kan het bezoekje zomaar eens van heel korte duur zijn, maakt hij in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk.
Onberispelijk in clubkostuum
In de lounge, die ook dienst doet als bestuurskamer, flankeert d’Ancona Hans en Marjo Robben, de ouders van Arjen. De hoop om zijn verjaardag geheim te houden, blijkt ijdel. De Robbens zingen d’Ancona al toe als hij amper binnen is, onberispelijk in clubkostuum gestoken.
Het is vanavond rustig in de lounge. De KKD blijkt geen trekpleister. Een kleine delegatie van ADO, directieleden van FC Groningen en enkele andere hoogwaardigheidsbekleders zijn aanwezig. Maar ook Hagenauw en Huizinga staan op de gastenlijst die voor elke thuiswedstrijd wordt samengesteld door directeur Wouter Gudde.
Arjen Robben is er dan nog niet. Die komt volgens d’Ancona altijd pas op het laatste moment binnen. Vlak voor de aftrap nog steeds geen spoor van de man van wereldfaam. Dus zoek ik alvast mijn stoeltje op, een rij voor Hagenauw en Huizinga. Wat opvalt? Beenruimte zat. En het ruikt hier zelfs anders dan in de rest van het stadion. De geur van de chorizokroketjes walmt naar buiten.
Als de aftrap is geweest, heeft ook ADO’s technisch directeur Joris Mathijsen zijn plekje gevonden. De oud-international oogt al na een kleine minuut spelen bijzonder gestrest, maar zijn gezicht ontspant meteen als hij een oude bekende ziet.
Want daar is eindelijk Arjen Robben, samen met zijn zoons Luka en Kai en dochter Lynn. Mathijsen, oud-teamgenoot tijdens het WK van 2010, krijgt een warme omhelzing. Robben neemt met zijn kroost naast zijn schoonvader plaats, pal achter de nieuwe sponsor met zíjn gezin. Die weten niet wat ze meemaken. Zou het toeval zijn dat Robben zo dichtbij zit?
De eerste helft valt na de snelle 0-1 van Henk Veerman zwaar tegen. Robben bespreekt vrijwel continu met zijn oudste zoon Luka wat ze op het veld zien. Vader en zoon kijken niet vrolijk. Tijdens de wedstrijd stoort niemand hem voor een foto of handtekening. Het houdt een keer op, zegt moeder Marjo begripvol.
‘Ik kom heilemaal ùit De Haag’
Hoe anders is dat in de rust, als ik weer terug ben in de lounge. Een man met een hoedje vraagt Robben om samen met hem op de foto te gaan. Tuurlijk, zegt Robben. Geen probleem. ,,Ik kom heilemaal ùit De Haag”, zegt de man. ,,Goh”, zegt Robben. ,,Dat kun je totaal niet horen.”
De man is stiekem de lounge binnengedrongen vanuit een van de aanpalende skyboxen en maakt zich snel weer uit de voeten. Marjo Robben had de insluiper al gezien. Tegenwoordig doet ze elke genodigde een polsbandje om. Want eerst kwamen de ongenode gasten van werkelijk alle kanten binnen. Vooral als Arjen er was. Dan werd het een zoete inval.
De tweede helft begint en ik ga weer bij Hagenauw en Huizinga zitten. Na een paar minuten staat een imposante gestalte in ADO-trainingspak op van de bank. Huizinga, tegen Hagenauw: ,,Zeg, is dat niet Regilio Vrede?” ,,Nee toch?”, antwoordt Hagenauw. ,,Ja hoor”, zegt Huizinga. ,,Zeker weten.”
Huizinga tikt even op zijn mobieltje. ,,Zo”, mompelt hij twee minuten later. ,,Ik heb de groeten gedaan aan Vrede. Van ons tweetjes.”
Arjen Robben zit inmiddels weer naast zijn schoonvader en zoon Luka. Met die laatste is hij in een mum van tijd weer in tactische bespiegelingen verwikkeld, als een hoofdtrainer met zijn assistent. Schoonvader deint ondertussen mee op het getrommel en gezang dat onophoudelijk vanaf de Noordtribune klinkt.
Als Henri Koudossou van ADO in de slotminuten geel krijgt voor tijdrekken, applaudisseert Luka Robben. Kai maakt een wegwerpgebaar als scheidsrechter Gözübüyük de nederlaag bezegelt met zijn laatste fluitsignaal.
‘Jij hebt er nog wel het mééste last van, hè?’
De stemming in de lounge is bedrukt. Het gezicht van operationeel directeur Marc-Jan Oldenbandringh, die zich in de slotfase nog enorm loopt op te winden op de tribune, is asgrauw. d’Ancona kijkt hem aan met een zorgelijke blik. ,,Jij hebt er, zo lijkt het althans, nog wel het mééste last van, hè?”
Arjen Robben gaapt en kijkt nog even naar de samenvattingen van ESPN op een groot tv-scherm. Daarna proost hij met bijkans de hele familie op de verjaardag van d’Ancona. Even later zwaait hij zijn ouders gedag en maakt hij zich samen met zijn kinderen uit de voeten. Morgenochtend weer voetballen. Op tijd naar bed.
Hans Robben graait bij de grote ovalen tafel in de schaal met bittergarnituur. ,,Het grote pluspunt van deze avond”, schraapt hij zijn keel, ,,is dat het gelukkig rustig is gebleven op de tribunes.” Als hij even later aan een tactische bespiegeling begint, onderbreekt d’Ancona hem. ,,Wat bedoel je precies, Hans?” Hij luistert aandachtig naar het antwoord; 86, nooit te oud om te leren.
d’Ancona heeft ondertussen de Haagse delegatie al van harte gefeliciteerd met de drie punten en een voorspoedige reis huiswaarts gewenst. Een gentleman pur sang. De lounge druppelt nu snel leeg. Behalve de verjaardag van d’Ancona is er vanavond tenslotte bitter weinig te vieren.
Ook Hagenauw en Huizinga stappen op. ,,Nogmaals gefeliciteerd, Jacques”, zegt Hagenauw in het voorbijgaan, terwijl Huizinga met de glazen deur bij de uitgang worstelt. ,,76 alweer. Mooi man.”
Dan is het ook voor mij tijd om te vertrekken. Ik kan als het moet prima wennen aan deze lounge, probeer ik nog voorzichtig bij Hans en Marjo Robben. Wat als ik bijvoorbeeld ook maandagavond mijn polsbandje nog draag? Ze lachen. Tegen Jong PSV kom ik er met dit polsbandje al niet meer in. Verschil moet er zijn.
Marjo Robben proost nog maar eens op de verjaardag van de 86-jarige mede-gastheer. Je moet wat op zo’n avond. d’Ancona zelf neemt me nog even apart en wijst in de nok van het snel leeggestroomde stadion naar beneden, richting het veld. ,,Nu we het helaas toch over mijn verjaardag hebben: het cadeau van FC Groningen was wat aan de zuinige kant, niet?”