Je zou het niet zeggen als je ze ziet, maar de Oude Wijze Mannen langs het trainingsveld van FC Groningen waren nog niet zo lang geleden betrokken bij een heuse rel. ,,Hij kreeg meteen op zijn flikker van Hans Nijland.”
Een druilerige ochtend op Corpus den Hoorn, het trainingscomplex van FC Groningen. Spelers en staf staan op het veld, in de dug-out langs de lijn zitten acht mannen op leeftijd. Vaste bezoekers. Veelal sinds jaar en dag.
In deze dug-out worden alle facetten van het leven besproken. Van de oorlog in Oekraïne tot een invasie van slakken in de achtertuin. Om uiteindelijk altijd weer terug te keren bij naar de FC. Zo’n uitwisseling van woorden mondt niet zelden uit in wonderlijke gesprekken. Zoals dit.
,,Ben jij Bert?”
,,Ja, wie ben jij dan?”
,,Ken je mij niet? Ik kom hier elke week.”
,,Woon je in de buurt?”
,,Hoezo? Wil je langskomen, ofzo?”
Jaap laat een foto zien, klaarblijkelijk van zichzelf. ,,Zit er goed uit, toch? Voor iemand van 73.”
,,Ben jij nog maar 73? Ik ben je naam trouwens alweer kwijt.”
,,Jaap. En jij bent?”
Bert kijkt rond in de dug-out. ,,Is Eise er eigenlijk nog?”
,,Wie is Eise?”
‘Vooral met die Wormuth was het drie keer niks’
Ondertussen volgen ze de training. Assistent-trainer Marcel Groninger ziet de mannen prinsheerlijk zitten, steekt een duim omhoog en schreeuwt: ,,Mooi plekkie, hè?”
,,Jaja”, zegt Bert.
,,Je hoeft niet zo te schreeuwen”, mompelt zijn buurman.
,,Wel een goeie gozer, Marcel. Blij dat -ie terug is.”
Jaap: ,,Lukkien had hier ook al veel eerder terug moeten komen. Zeiden wij destijds al tegen elkaar, hè Bert? Neem die Lukkien nou. Maar ja, luisteren, ho maar.”
Bert: ,,De sfeer is nu al beter nu, hè? Vooral met die Wormuth was het drie keer niks. Wat een dictator is dat.”
Jaap: ,,Ja, aparte man.”
Een van de mannen moet nog een boodschap doen bij de Poiesz. Hij zegt arrivederci, maar op z’n Gronings. ,,Arrivedertsjiii.”
Kees tegen Jaap: ,,Mag ik misschien wat vragen?”
Jaap: ,,Vraag maar aan Bert.”
Kees: ,,Wie is Bert?”
‘Hij kreeg meteen op zijn flikker van Hans Nijland’
De Oude Wijze Mannen kwamen in 2019 ongewild in opspraak. Toenmalig trainer Danny Buijs mopperde over het trainingscomplex, dat dramatisch zou zijn. Hij wilde vaker besloten trainen, maar daar kwam - mede door de aanwezigheid van de mannen die nu in de dug-out zitten - niets van terecht.
Jaap schudt zijn hoofd en gaat er even voor zitten. ,,Buijs zei dat hij niet snapte dat die senioren niets beters te doen hadden. Lekker dan. Mogen wij dat misschien zelf weten? Nou, hij kreeg meteen op zijn flikker van Hans Nijland. Een week later werden we uitgenodigd in de kantine van GRC Groningen. Kwam Danny Buijs binnen met twee boodschappentassen met grote vlaaien. Sorry jongens, zei -ie. Had ik niet moeten doen. Een misstapje. Hebben we hem vergeven, hoor.”
Bert knikt en steekt een hand op. ,,Ik ben ook weg. Moi.”
,,Moi Harry.”
‘Gewoon een normale vent. Net als die Marcel Groninger’
In de verte leunt trainer Dick Lukkien tegen een hek.
Jaap: ,,Blij dat -ie terug is. Beter dan sommige van die blaaskaken uit het westen. Toen Lukkien hier nog assisteerde en jarig was, stonden we er ook met z’n allen. Gingen we voor ‘m zingen toen -ie het trainingsveld op liep. Vond hij prachtig. Jongens, zei -ie, gaan jullie maar even naar Bonnie. Krijgen jullie koffie en gebak van mij. Vond ik zo sympathiek, hè? Gewoon een normale vent. Net als die Marcel Groninger. Niks geen kapsones. Dat past hier wel.”
De selectie loopt het trainingsveld af. Van de Oude Wijze Mannen zit alleen Jaap nog in de dug-out. Het is inmiddels droog. Ook Jaap staat op en klopt zijn broek even af. ,,De een na de ander vertrekt, maar wij zijn er nog.”
,,Moi, hè. Hoe heette je ook alweer?”
Verslaggever Ernst Slagter beschrijft in Laat ons weer eens juichen eens per week het ongewenste avontuur van FC Groningen in de eerste divisie. Dit is aflevering 4. Lees hieronder de eerste drie afleveringen terug.